
NL
29
MONTAGE
Opgelet!
■
Installeer het apparaat niet op
plaatsen waar kans op vorst be-
staat!
■
Het apparaat mag alleen worden aan-
gesloten op een koudwaterleiding.
Als er zowel een koud- als een warm-
wateraansluiting beschikbaar zijn,
dan mag alleen de koudwateraans-
luiting worden gebruikt. Raadpleeg
bij vragen of in geval van twijfel een
vakman voor sanitair.
■
Dit apparaat moet verticaal worden
geïnstalleerd.
■
Sluit het apparaat
eerst aan op de
waterleiding en pas daarna op de
stroombron
.
■
Isoleer het na gebruik altijd eerst van
de stroomleiding.
■
Sluit het apparaat alleen aan op een
volgens de voorschriften geïnstal-
leerde contactdoos met een 16 A
zekering. De netspanning moet
overeenstemmen met de technische
gegevens van het apparaat.
De contactdoos moet ook na het
aansluiten goed toegankelijk zijn, zo-
dat de verbinding met het stroomnet
snel kan worden verbroken.
■
Gebruik het apparaat niet tegelijk
met andere elektrische apparaten
met een hoog wattage op dezelfde
stroomkring, om overbelasting en
eventueel kortsluiting (brand) te ver-
mijden. Controleer of de stroomkring
geschikt is voor het vermogen van
het apparaat.
■
Gebruik geen verlengdozen, verleng-
kabels langer dan 3 m en kabelhas-
pels.
■
De waterdruk van de watertoevoer
moet binnen de grenzen zoals ge-
noemd in het hoofdstuk ‘Technische
gegevens’ liggen.
■
Controleer het apparaat, het aans-
luitsnoer en al het toebehoren vóór
de montage op beschadigingen.
Gebruik het apparaat alleen wanneer
alle componenten onbeschadigd zijn
en foutloos functioneren.
Wij raden aan om de watertoevoer (10)
van het apparaat rechtstreeks, of via
een snelkoppeling, aan te sluiten op
een kraan, en niet op een slang.
Voor
een correcte werking mogen de leidin-
gen voor stroom- en watertoevoer niet
te lang zijn.
1. Monteer het hoofdapparaat (
1
) aan
de wateraansluiting (bij voorkeur
waterkraan). Leg daarvoor de mid-
delgrote afdichtring (
8
) in de water-
toevoer (
10
) en ...
a) ... schroef deze aan de
wateraansluiting,
b) ... leg bij een ¾“-schroefdraad
(bijv. van een snelkoppeling)
de grote afdichtring (
9
) in de
¾“-adapter (
3
) en schroef deze
ertussen (
afbeelding C
),
c) ... leg bij een ½“-schroefdraad
de kleine afdichtring (
7
) in de
½“-adapter (
2
) en schroef deze
ertussen (
afbeelding C
),
d) ... gebruik bij andere
wateraansluitingen naast de
½“-adapter (
2
) met afdichtring
tevens de universele adapter (
5
)
en de metalen klem (
6
) (
afbeelding
D
). Schroef de universele
adapter in de ½“-adapter. Steek
het andere uiteinde op de
wateraansluiting en fixeer deze
met de metalen klem (
6
) door hem
strakker te draaien.
Содержание 05251
Страница 2: ...9 A 8 1 2 3 4 7 5 6 11 B 13 15 10 12 14 C 9 7 3 2 8 F E D 7 5 6 2 8...
Страница 18: ...EN 16...