88
SOLO6 - TWIN6 - SUB12
Professioneel analoog monitorsysteem - Handleiding
Audio-ingangen
Voor het audiosignaal sluit u een vrouwelijke XLR-connector aan op de audiosignaalingang. Deze ingang kan worden
gebruikt voor de aansluiting van een gebalanceerde signaalbron en een standaard kabelschema is van toepassing:
Pin 1 = massa (afscherming)
Pin 2 = hot point (signaal in fase)
Pin 3 = cold point (signaal uit fase)
Wanneer de bron van het ingangssignaal asymmetrisch is, kan ‘cold point’ (pin 3) worden gebruikt voor verbinding met de
massa (pin 1). Deze verbinding kan worden gerealiseerd met een daarvoor bestemde kabel.
Automatische standby-modus
De ST6-speakers zijn uitgerust met een standby-modus. Wanneer de monitors worden aangezet, is de standby-modus
actief. Om deze modus te deactiveren, stuurt u een audiosignaal naar de monitor door het geluidsniveau van de audiobron
geleidelijk te verhogen. Als de monitor ongeveer 15 minuten geen audiosignaal ontvangt, gaat de monitor automatisch
weer in de standby-modus. In de stand-bymodus is het energieverbruik lager dan 0,5 W. De stand-byfunctie kan worden
uitgeschakeld met de stand-byschakelaar (pagina 3).
Specifieke aansluitingen voor de Sub12 (fig. F)
Gebruik van de Sub12 in stereo-inst subwoofer (2.1 of 2.2)
Left IN: deze ingang is bedoeld voor de linkeruitgang van uw bron (mengpaneel of anders). Right IN: deze ingang is bedoeld
voor de rechteruitgang van uw bron (mengpaneel of anders).
Left OUT: deze uitgang is bedoeld voor de aansluiting van de linkerspeaker in een 2.1-systeem. Het signaal wordt in een
eerdere stap gefilterd door de hoogdoorlaatfilter van uw Sub12.
Right OUT: deze uitgang is bedoeld voor de aansluiting van de rechterspeaker in een 2.1-systeem. Het signaal wordt in een
eerdere stap gefilterd door de hoogdoorlaatfilter van uw Sub12.
Gebruik van de Sub12 en LFE
LFE: deze ingang wordt gebruikt wanneer uw Sub12 onderdeel is van een multikanaaltoepassing (5.1, 5.2, 6.1, 6.2, 7.1, 7.2 etc.).
De LFE-ingang dient uitsluitend te worden gebruikt voor lage frequenties.
Positionering
De Solo6 en Twin6 zijn ontworpen om op afstand te bedienen en moeten daarom op een afstand van 1 tot 3 meter van
de luisteraar worden geplaatst, in de richting van de luisteraar. Ze kunnen perfect boven een mengpaneel of op daarvoor
geschikte voetjes worden geplaatst, maar in alle gevallen wordt aanbevolen de tweeter relatief dichtbij de oren van de
luisteraar te plaatsen. Indien nodig kunt u de normale opstelling van de speakers ook omdraaien en de tweeter onderaan
plaatsen (
fig. C, D
).
De Solo6 kan, afhankelijk van de situatie in de ruimte, zowel verticaal als horizontaal worden gepositioneerd (
fig. C
), bij
voorkeur in de richting van de luisteraar.
We raden aan echter altijd een verticale positionering aan.
Gezien het ontwerp wordt aangeraden de Twin6-speakers horizontaal te positioneren, hoewel ze in bepaalde speciale
gevallen ook verticaal kunnen worden geplaatst. De Twin6 is uitgerust met een schakelaar waarmee u kunt selecteren vanaf
welke kant de middentonen worden weergegeven (zie Gebruik – Bediening – Schakelaar Midrange Driver Left/Right) –
(fig. E). Hiermee kunt u kiezen voor een ‘symmetrisch’ of ‘gespiegeld’ geluidsbeeld ten opzichte van de luisteraar.