NL
18
Grasmaaier aansluiten [ afb. O1 / O2 ]:
GEVAAR! Elektrische schok!
Om schades aan het verlengsnoer
(11)
te voorkomen, moet
het verlengsnoer
(11)
in de snoervergrendeling
(L)
worden
gestoken.
v
Voer het verlengsnoer
(11)
door de kabelvergrendeling
(L)
alvorens de maaier te gebruiken.
1. Sluit de vrouwelijke stekker van de verlengkabel
(11)
aan op de achter-
kant van de schakelkast
(12)
.
2. Maak een lus in het verlengsnoer
(11)
, voer de lus door de kabel-
vergrendeling
(L)
en trek de lus aan.
3. Sluit het verlengsnoer
(11)
aan op een 230 V-stopcontact.
Maaihoogte instellen [ afb. O3 / O4 / O5 ]:
LET OP! Gebruik niet meer dan 3 afstandhouders
(13)
voor
de maaihoogte. De afstandhouders
(13)
voor de maaihoogte mogen
alleen tussen het mesblad
(14)
en de ventilator
(15)
worden gemon-
teerd. De afstandhouders
(13)
voor de maaihoogte mogen niet wor-
den gemonteerd tussen het mesblad
(14)
en de mesbout
(16)
.
1. Om de mesbout
(16)
eruit te draaien, houdt u de ventilator
(15)
vast en
draait u de mesbout
(16)
los met de bijgeleverde sleutel
(17)
.
2. Verwijder de mesbout
(16)
, het mesblad
(14)
, de afstandhouders voor de
maaihoogte
(13)
en de ventilator
(15)
.
3. Controleer op beschadiging en reinig het zo nodig.
4. Plaats de ventilator
(15)
op het product.
Zorg ervoor dat de ventilator
(15)
volledig op zijn plaats
zit en dat het gat van de ventilator
(15)
in lijn ligt met het schroefgat.
5. Plaats de afstandhouders voor de maaihoogte
(13)
op
de ventilator
(15)
.
Hogere maaihoogte – minder afstandshouders voor de
maaihoogte
Lagere maaihoogte – meer afstandshouders voor de
maaihoogte
Zorg ervoor dat de pinnen zich in de gaten bevinden.
6. Plaats het mesblad
(14)
met de D-gevormde gaten op de afstandhou-
ders
(13)
voor de maaihoogte.
Zorg ervoor dat de pinnen zich in de gaten in het mesblad bevinden.
7. Steek de mesbout
(16)
door het middelste gat van het mesblad
(14)
.
8. Draai de mesbout
(16)
met de hand rechtsom vast.
9. Houd de ventilator
(15)
stevig vast en draai de mesbout
(16)
met de
meegeleverde sleutel
(17)
vast.
Maaier starten [ afb. O6 / O7 ]:
GEVAAR! Lichamelijk letsel!
Er bestaat verwondingsgevaar wanneer het product bij
het loslaten van de start-hendels niet stopt.
v
Omzeil de veiligheidsvoorzieningen of schakelaars niet. Maak
de start-hendels bijvoorbeeld niet aan de handgreep vast.
Starten:
Het product is uitgerust met een tweehands-veiligheidsvoorziening
(Start-hendel
(18)
en veiligheids blokkering
(5)
), waardoor onopzet-
telijk inschakelen van het product wordt voorkomen.
Er zijn twee start-hendels
(18)
. Eén van beide hendels moet worden gebruikt
om het apparaat te starten.
1. Druk de veiligheidsblokkering
(5)
met een hand in en trek de start-
hendel
(18)
met de andere hand naar u toe.
De maaier start.
2. Laat de veiligheidsblokkering
(5)
los.
Om te voorkomen dat er een kring in het gazon wordt gemaaid en om
grasresten te verwijderen, dient u de maaier iets schuin te houden. Wan-
neer de grasmaaier zijn volledige snelheid heeft bereikt, laat u deze zacht-
jes op het gazon zakken.
Stoppen:
v
Laat de start-hendel
(18)
los.
De maaier stopt.
Grasopvangbak legen [ afb. O8 / O9 ]:
GEVAAR! Lichamelijk letsel!
Risico op snijwonden wanneer het blad ronddraait of de
maaier onopzettelijk start.
v
Wacht tot het blad tot stilstand is gekomen, trek de stekker
van de maaier uit het stopcontact en trek handschoenen aan
voordat u de beschermende klep opent.
Modellen met een doorzichtig venster
(23)
in het deksel geven het vulniveau
van de grasopvangbak
(3)
aan. Het venster dient na elke maaibeurt te wor-
den schoongemaakt.
1. Verwijder de grasopvangbak
(3)
aan de handgreep
(2)
.
Daarbij gaat de veiligheidsklep
(21)
open.
2. Leeg de grasopvangbak
(3)
.
3. Plaats de grasopvangbak
(3)
weer terug. Let erop dat deze correct op
de bevestigingspunten van de maaierbehuizing zit.
4. Sluit de veiligheidsklep
(21)
.
Wanneer de grasopvangbak
(3)
en de veiligheidsklep
(21)
niet correct
worden aangebracht, kan dit ertoe leiden dat het gras niet goed wordt
opgevangen.
Tips voor het gebruik van de maaier [ afb. O10 / O11 ]:
Tijdens het groeiseizoen twee keer per week maaien.
Het gazon zal eronder lijden als meer dan een derde van de gazonlengte in
één keer wordt gemaaid.
Voor het beste resultaat maait u eerst de buitenste rand van het gazon
met de klok mee.
Begin met het maaien van de gazonrand die zich het dichtst bij het stop-
contact bevindt.
De kabel wordt dus op het reeds gemaaide gazon neergelegd.
Om het gras goed op te vangen, moet altijd in een rechte lijn worden
gemaaid. Zwenk de grasmaaier niet van de ene naar de andere kant.
Voor het beste maairesultaat maait u in rechte lijnen met een overlapping
van ongeveer 8 – 10 cm per maaistrook.
Voorkom overlading van de maaier. Bij het maaien van lang dik gras kan
het motortoerental dalen en hoort u een verandering in het motorgeluid.
Als het motor toerental daalt, kunt u de maaier overbelasten, wat tot
beschadiging kan leiden. Als u in lang dik gras maait, zal een eerste maai-
beurt met een hogere maaihoogte helpen om de belading te verminderen.
Zie Maaihoogte instellen.
4. ONDERHOUD
GEVAAR! Lichamelijk letsel!
Risico op snijwonden wanneer het product onopzettelijk
start.
v
Wacht tot het blad tot stilstand is gekomen, trek de stekker
van het product uit het stopcontact en trek handschoenen aan
voordat u het product onderhoudt.
Maaier reinigen:
GEVAAR! Lichamelijk letsel!
Verwondingsgevaar en risico op beschadiging van het pro-
duct.
v
Maak het product niet schoon met water of met een water-
straal (in het bijzonder niet onder hoge druk).
v
Reinig niet met chemicaliën, inclusief benzine of oplosmidde-
len. Sommige stoffen kunnen belangrijke kunststof onderdelen
beschadigen.
De ventilatiegleuven moeten altijd schoon zijn.
Onderkant van de maaier reinigen [ afb. M1 ]:
De onderkant kan het gemakkelijkst direct na het maaien worden
gereinigd.
1. Leg de maaier voorzichtig op zijn kant.
2. Reinig de onderkant
(19)
door grasresten met de sleutel/schraper
(17)
te
verwijderen.
3. Reinig het mesblad
(14)
en de ventilator
(15)
met een zachte borstel
(gebruik geen scherpe voorwerpen).
Bovenkant van de maaier reinigen [ afb. M2 ]:
1. Reinig de bovenkant met een droge doek.
2. Reinig de luchtstroomsleuven
(20)
met een zachte borstel (gebruik geen
scherpe voorwerpen).
EGP300VEU-20.960.01.indd 18
23.10.20 09:27
Содержание 970483762
Страница 119: ...119 EGP300VEU 20 960 01 indd 119 23 10 20 09 27...
Страница 120: ...120 EGP300VEU 20 960 01 indd 120 23 10 20 09 27...
Страница 121: ...121 EGP300VEU 20 960 01 indd 121 23 10 20 09 27...