
10
NLD
1. Algemeen
Het doel van Flexcon VSV en V-B voorschakelvaten in gesloten verwarmingssystemen met
bedrij fstemperaturen van meer dan 70 °C in de expansieleiding is het verlagen van de temperatuur.
De temperatuur in de expansie leiding kan de kritische waarde van 70 °C vanwege een aantal
veelvuldig gebruikte onderdelen: bij voorbeeld door (pompen gestuurde) temperatuurverhoging in
de retour, open verdelers, aansluiting van de expansieleiding op de aanvoerzij de van de installatie
etc..
De temperatuur wordt verlaagd door het water in de Flexcon VSV en V-B op te slaan. Het hete
water dat vanaf de bovenzij de het gevulde vat binnenstroomt, verdringt het opgeslagen koude
volume via de expansieleiding-aansluiting aan de onderzij de van het vat naar het
membraan-drukexpansievat. Voor een optimale werking van het voorschakelvat mogen ook deze
leidingen niet worden geïsoleerd.
Uitgaande van onze praktische ervaring en afstemming met verschillende andere gebruikers
adviseren we de volgende voorschakelvat volumes:
• Bedrij fstemperatuur tot 120 °C, 20 % van het expansievolume.
• Bedrij fstemperatuur tot 140 °C, 30 % van het expansievolume.
• Bedrij fstemperatuur tot 150 °C, 50 % van het expansievolume.
2. Toepassingsbereik
Parameters voor gebruik: zie product label op het vat.
Houdt u zich aan deze parameters: ze zij n er voor uw veiligheid en mogen niet overschreden
worden.
Het vat is ontworpen in overeenstemming met de bepalingen van de Europese Richtlij n
Drukapparatuur (97/23/EG). Een typebeproevingscertifi caat voor de Flexcon VSV en V-B
voorschakelvaten is ter inzage aanwezig bij de fabrikant.
Installatie-instructies, voorzorgsmaatregelen bij inspectie en veiligheidsmaatregelen tij dens
gebruik
De Flexcon VSV en V-B voorschakelvaten worden als eenheid geleverd; rechtop staand, dan wel in
horizontaal liggende positie. De vaten moeten worden geïnstalleerd in afgesloten vorstvrij e ruimten,
en wel zodanig dat ze te allen tij de onbelemmerd onderhouden, en gecontroleerd kunnen worden.
Bij het bepalen van de minimumafstanden voor installatie van afzonderlij ke vaten moet tij dens de
planning en de installatie rekening gehouden worden met de omstandigheden ter plaatse. De
oppervlakken waarop de eenheden worden geplaatst, moeten zodanig worden voorbereid dat
structurele stabiliteit op lange termij n gewaarborgd is. De aansluitingen van het systeem op het vat
(toevoer aan de bovenzij de, afvoer aan de onderzij de) moeten ter plaatse worden aangesloten.
De verbindingen tussen het voorschakelvat en het verwarmingssysteem, tussen het voorschakelvat
en het expansievat moeten afsluitbaar zij n; de gebruikte afsluiter moet tegen onbedoeld afsluiten
beveiligd zij n (bij voorbeeld door middel van een kapventiel). Voor het legen van het voorschakelvat
dient een afzonderlij ke aftapvoorziening in de expansieleiding te worden voorzien.
Een voorwaarde voor veilig gebruik van Flexcon VSV en V-B voorschakelvaten in
verwarmingssystemen is dat deze verwarmingssystemen voldoende beveiligd zij n tegen te hoge
aanvoertemperatuur en bedrij fsdruk. De belangrij kste aandachtpunten in dit verband zij n:
• Elke warmtebron moet van een geschikte temperatuurregelaar zij n voorzien voor het aanpassen
van de verwarming aan het warmteverbruik.
• Elke indirect verwarmde warmtebron moet zij n voorzien van een beveiligingsschakelaar met een
eigen sensor tegen het overschrij den van een veilige bedrij fstemperatuur.
• Elke direct verwarmde warmtebron moet zij n voorzien van een geschikte veiligheids
temperatuurbegrenzer met een eigen sensor.
• De warmtebronnen in kwestie moeten van veiligheidsventielen tegen overschrij ding van de
toegestane bedrij fsdruk zij n voorzien. Hiervoor dienen de landelij k geldende eisen te worden
nagevolgd! Ze moeten op gemakkelij k toegankelij ke plaatsen worden aangebracht, meer
bepaald op het hoogste punt van de warmtebron in kwestie, of in de onmiddellij ke nabij heid
van de warmtebron in de aanvoerzij de.
•
Elke warmtebron die boven 3 bar is beveiligd of die meer dan 350 kW nominaal vermogen
heeft, moet met een drukbegrenzer worden uitgerust. De drukbegrenzers moeten zodanig
worden ingesteld dat ze vóór het openen van de veiligheidsventielen schakelen.
• Houdt u zich bij het installeren van Flexcon VSV en V-B voorschakelvaten ook aan aanvullende
lokale (nationale) voorschriften met betrekking tot temperatuur- en drukbeveiligingen.
3. Overige gevaren
Overige gevaren bij installatie van het Flexcon VSV en V-B voorschakelvat kunnen ontstaan bij
ondeskundige installatie of onjuist gebruik van het voorschakelvat of wanneer de installatie-
parameters of de veiligheidsvoorschriften voor verwarmingsinstallaties niet worden opgevolgd.
De druk in voorschakelvaten moeten worden afgelaten voordat installatie- of
onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd.
Let op:
Verbrandingsgevaar - watertemperatuur in het vat kan variëren van > 70 °C, tot max.
120 °C / 160 °C. De wandtemperatuur zal ongeveer gelij k zij n aan de temperatuur van de in het
vat opgeslagen vloeistof. Raak zonder geschikte bescherming het vat niet aan wanneer het in
bedrij f is. Isolatiemateriaal rondom het vat is voor een correcte werking niet toegestaan.
4. Onderhoud en regelmatige inspecties
De fabrikant van de verwarmingsinstallatie moet een bedienings- en onderhoudshandleiding voor
de installatie leveren, met alle gegevens voor een betrouwbare werking van de
veiligheidsuitrusting en moet het origineel ondertekenen samen met de gebruiker die de installatie
voor het eerst in werking heeft gesteld.
De aanbevolen frequenties voor inspecties tij dens het gebruik van Flexcon VSV en V-B
voorschakelvaten zij n als volgt:
•
Externe inspectie: eenmaal per jaar.
• Interne inspectie: elke vij f jaar.
•
Hydrostatische druktest: elke tien jaar.
•
De inspecties dienen te worden uitgevoerd door competente experts die in het land van de
gebruiker als zodanig zij n aangesteld. Voorschriften die deel uitmaken van de nationale
wetgeving dienen met prioriteit te worden opgevolgd.
Содержание Flexcon V-B
Страница 4: ......