45
BLUEHELIX 25K 50
NL
(BE)
Toegang tot het elektrische klemmenbord
Na het verwijderen van het voorpaneel ( “Openen van het voorpaneel” a pag. 44.) kan
toegang verkregen worden door het klemmenbord van de elektrische aansluitingen
(fig. 13). De plaats van de klemmen voor de verschillende aansluitingen staat ook ver-
meld in het schakelschema op fig. 26.
fig. 13 - Toegang tot het klemmenbord
3.6 Rookleidingen
Aanwijzingen
Het apparaat is van het "type C" met gesloten kamer en met geforceerde trek. De luchtin-
laat en de rookgasuitlaat moeten worden verbonden met één van de afvoer- en aanzui-
gsystemen die hierna worden aangegeven. Voordat u overgaat tot de installatie de
betreffende voorschriften zorgvuldig controleren en naleven. Houd u bovendien aan de
regels met betrekking tot de plaatsing van de terminals aan de wand en/of het dak en de
minimumafstanden tot ramen, wanden, ventilatie-openingen, enz.
Aansluiten van coaxiale leidingen
fig. 14 - Aansluitvoorbeelden met coaxiale leidingen (
= Lucht
= Rook)
Tabella. 2 - Typologie
Voor het aansluiten van coaxiale leidingen een van de volgende startaccessoires op het
apparaat monteren. Raadpleeg, voor de afmetingen van de boorgaten in de muur, de af-
beelding op het voorblad. Het is noodzakelijk om eventuele horizontale delen van de roo-
kafvoer enigszins naar de ketel te laten neigen om te voorkomen dat mogelijke condens
naar buiten stroomt en wegdruppelt.
fig. 15 - Startaccessoires voor coaxiale leidingen
Tabella. 3 - Maximale lengte coaxiale leidingen
Aansluiten van gescheiden leidingen
fig. 16 - Aansluitvoorbeelden met aparte leidingen (
= Lucht
= Rook)
Tabella. 4 - Typologie
Voor het aansluiten van gescheiden leidingen het volgende startaccessoire op het appa-
raat monteren:
fig. 17 - Startaccessoire voor gescheiden leidingen
Voordat u overgaat tot de installatie met behulp van de volgende, eenvoudige bereke-
ning, controleren of de maximaal toegestane lengte niet wordt overschreden:
1.
Definieer het schema van het systeem van niet verdubbelde rookafvoeren volledig,
inclusief accessoires en uitgangsterminals.
2.
Raadpleeg de tabella 6 en bepaald het verlies in m
eq
(equivalente meters) voor elke
component, afhankelijk van de plaats van installatie.
3.
Controleer of de totale som van het verlies minder is dan of gelijk aan de maximaal
toelaatbare lengte in tabella 5.
Tabella. 5 - Maximale lengte gescheiden leidingen
Type
Beschrijving
C1X
Horizontale aanzuiging en afvoer aan de wand
C3X
Verticale aanzuiging en afvoer naar het dak
138
1 2 3 4
A
72
139
C
1X
C
1X
C
3X
C
3X
C
3X
C
1X
Ø 100
Ø 60
041001X0
Ø 100
Ø 60
120
142
041002X0
Ø 80
Ø 127
120
147
041006X0
Coaxiaal 60/100
Coaxiaal 80/125
BLUEHELIX 25 K 50
BLUEHELIX 25 K 50
Maximaal toegestane lengte
(horizontaal)
7 m
28 m
Maximaal toegestane lengte
(verticaal)
8 m
Reductiefactor
bocht 90°
1 m
0,5 m
Reductiefactor
bocht 45°
0,5 m
0.25 m
Type Beschrijving
C1X
Horizontale aanzuiging en afvoer aan de wand. De ingangs-/uitgangseindstukken moeten of concentrisch of
voldoende dichtbij zijn om bestand te zijn tegen dergelijke windomstandigheden (binnen 50 cm)
C3X
Verticale aanzuiging en afvoer naar het dak. Ingangs-/uitgangseindstukken zoals voor C12
C5X
Gescheiden aanzuiging en afvoer aan de wand of door het dak en in ieder geval in zones met verschillende
drukwaarden. De afvoer en de aanzuiging mogen zich niet op tegenover elkaar liggende wanden bevinden
C6X
Aanzuiging en afvoer met gescheiden gecertificeerde leidingen (EN 1856/1)
B2X
Aanzuiging uit het vertrek van installatie en afvoer door de wand of het dak
BELANGRIJK - DE RUIMTE MOET VOORZIEN ZIJN VAN GESCHIKTE VENTILATIE
BLUEHELIX 25 K 50
Maximaal toegestane lengte
80 m
eq
C
5x
C
3x
B
2x
C
1x
max 50 cm
Ø 81
Ø 81
Ø
65
Ø
87
Ø
65
041039X0
cod. 3541F704 - Rev. 00 - 12/2018