ATLAS D 34 CONDENS K130 UNIT
74
NL
cod. 3541Q644 - Rev. 01 - 11/2022
fig. 25 - Sifonvoeding
fig. 26 - Ringvoeding
3.5 Elektrische aansluitingen
Aansluiting op het elektriciteitsnet
B
De elektrische veiligheid van het apparaat wordt alleen
bereikt wanneer het correct geaard is, overeenkomstig de
geldende veiligheidsnormen. Laat door een vakman con-
troleren of de aarding efficiënt en afdoende is. De fa-
brikant is niet aansprakelijk voor eventuele schade die
ontstaat doordat de installatie niet geaard is. Laat boven-
dien controleren of de elektrische installatie geschikt is
voor het maximumvermogen dat door het apparaat wordt
opgenomen (dit staat vermeld op de typeplaat van de ve-
rwarmingsketel).
De verwarmingsketel is voorbedraad en voorzien van een kabel van het type "Y" zonder
stekker, voor aansluiting op het elektriciteitsnet. De aansluitingen op het net moeten wor-
den gerealiseerd met een vaste aansluiting, door middel van een tweepolige schakelaar
met een opening tussen de contacten van minstens 3 mm; er moeten zekeringen van max.
3A tussen verwarmingsketel en lijn worden geplaatst. Het is belangrijk dat de polariteiten
(LIJN: bruine draad / NEUTRAAL: blauwe draad / AARDE: geel-groene draad) in acht wor-
den genomen bij het aansluiten van de elektriciteitsleiding. Zorg er bij het installeren of ver-
vangen van de voedingskabel voor dat de aardgeleider 2 cm langer is dan de andere.
B
De voedingskabel van het apparaat mag niet door de ge-
bruiker worden vervangen. Als de kabel beschadigd is,
moet het apparaat worden uitgeschakeld en dient u zich
voor vervanging van de kabel uitsluitend tot gekwalifice-
erde vakmensen te wenden. Als de elektrische voedin-
gskabel vervangen wordt, mag uitsluitend een kabel
“HAR H05 VV-F 3x0,75 mm2 worden gebruikt met een
buitendiameter van maximaal 8 mm.
Omgevingsthermostaat (optie)
B
LET OP: DE OMGEVINGSTHERMOSTAAT MOET
SCHONE CONTACTEN HEBBEN. DOOR 230 V. AAN
TE SLUITEN OP DE KLEMMEN VAN DE OMGEVING-
STHERMOSTAAT WORDT DE ELEKTRONISCHE
KAART ONHERSTELBAAR BESCHADIGD.
Bij het aansluiten van timerafstandsbedieningen of timers, mag
de voeding voor deze voorzieningen niet van hun
schakelcontacten worden genomen. De voeding ervan
moet rechtstreeks door het net of door batterijen worden
geleverd, afhankelijk van het type voorziening.
Toegang tot het elektrische klemmenbord
Draai de twee schroeven
“A”
op het paneel los en verwijder het deurtje
fig. 27 - Toegang tot het elektrische klemmenbord
3.6 Aansluiting op het rookkanaal
Het apparaat moet aangesloten worden op een rookkanaal dat ontworpen en gebouwd
is in overeenstemming van de geldende normen. De leiding tussen de ketel en het roo-
kafvoerkanaal moet vervaardigd zijn van voor dit doel geschikt materiaal, dat wil zeggen
bestendig tegen de temperatuur en tegen corrosie. Geadviseerd wordt de afdichting van
de verbindingspunten goed te onderhouden.
3.7 Afsluiting van condensafvoer
De condensafvoer van het apparaat moet aangesloten worden op een geschikt afvoer-
net. Houd rekening met de specifieke plaatselijke en landelijke voorschriften inzake
afvloeien van condenswater in het afvalwaternet. Het verdient aanbeveling om bij ge-
bruik van ketels die niet uitsluitend werken op olie met een laag zwavelgehalte (gehalte
S<50 ppm) te voorzien in een systeem voor condensneutralisatie.
Sluit de condensafvoerleiding op de achterkant van de verwarmingsketel (
detail A
-
fig. 28) aan op het condensneutralisatiesysteem en op het afvalwaternet. De conden-
safvoerleidingen moeten zuurbestendig zijn en minstens 3° naar de afvoer hellen, zon-
der vernauwingen of verstoppingen.
B
BELANGRIJK.
Alvorens het apparaat in werking te stel-
len de sifon met water vullen.
LET OP: het apparaat mag nooit in werking worden
gesteld met lege sifon!
Controleer regelmatig of er water in de sifon staat.
fig. 28 - Condensafvoer
A
A
A
Содержание ATLAS D 34 CONDENS K130
Страница 85: ...ATLAS D 34 CONDENS K130 UNIT 85 EL cod 3541Q644 Rev 01 11 2022 EL 1 8 8 CE 2012 19 B A...
Страница 101: ......
Страница 102: ......
Страница 103: ......