36
nl
Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Gebruik
afhankelijk van de toepassing een volledige gezichtsbe-
scherming, oogbescherming of veiligheidsbril. Draag voor
zover van toepassing een stofmasker, een gehoorbescher-
ming, werkhandschoenen of een speciaal schort dat kleine
slijp- en materiaaldeeltjes tegenhoudt.
Uw ogen moeten
worden beschermd tegen wegvliegende deeltjes die bij
verschillende toepassingen ontstaan. Een stof- of adem-
beschermingsmasker moet het bij de toepassing ont-
staande stof filteren. Als u lang wordt blootgesteld aan
luid lawaai, kan uw gehoor worden beschadigd.
Let erop dat andere personen zich op een veilige afstand
bevinden van de plaats waar u werkt. Iedereen die de wer-
komgeving betreedt, moet persoonlijke beschermende uit-
rusting dragen.
Brokstukken van het werkstuk of
gebroken inzetgereedschappen kunnen wegvliegen en
verwondingen veroorzaken, ook buiten de directe wer-
komgeving.
Houd het gereedschap alleen aan de geïsoleerde greepvlak-
ken vast als u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetge-
reedschap verborgen stroomleidingen of de eigen
stroomkabel kan raken.
Contact met een onder spanning
staande leiding kan ook metalen delen van het gereed-
schap onder spanning zetten en tot een elektrische schok
leiden.
Houd de stroomkabel uit de buurt van draaiende inzetge-
reedschappen.
Als u de controle over het elektrische
gereedschap verliest, kan de stroomkabel worden door-
gesneden of meegenomen en uw hand of arm kan in het
ronddraaiende inzetgereedschap terechtkomen.
Leg het elektrische gereedschap nooit neer voordat het
inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen.
Het
draaiende inzetgereedschap kan in contact komen met
het oppervlak, waardoor u de controle over het elektri-
sche gereedschap kunt verliezen.
Laat het elektrische gereedschap niet lopen terwijl u het
draagt.
Uw kleding kan door toevallig contact met het
draaiende inzetgereedschap worden meegenomen en
het inzetgereedschap kan zich in uw lichaam boren.
Reinig regelmatig de ventilatieopeningen van het elektri-
sche gereedschap.
De motorventilator trekt stof in het
huis en een sterke ophoping van metaalstof kan elektri-
sche gevaren veroorzaken.
Gebruik het elektrische gereedschap niet in de buurt van
brandbare materialen.
Vonken kunnen deze materialen
ontsteken.
Gebruik geen inzetgereedschappen waarvoor vloeibare
koelmiddelen vereist zijn.
Het gebruik van water of andere
vloeibare koelmiddelen kan tot een elektrische schok lei-
den.
Terugslag en bijbehorende waarschuwingen
Terugslag is de plotselinge reactie als gevolg van een vast-
hakend of geblokkeerd draaiend inzetgereedschap, zoals
een slijpschijf, steunschijf, draadborstel, enz. Vasthaken
of blokkeren leidt tot abrupte stilstand van het rond-
draaiende inzetgereedschap. Daardoor wordt een onge-
controleerd elektrisch gereedschap tegen de
draairichting van het inzetgereedschap versneld op de
plaats van de blokkering.
Als bijvoorbeeld een slijpschijf in het werkstuk vasthaakt
of blokkeert, kan de rand van de slijpschijf die in het
werkstuk invalt, zich vastgrijpen. Daardoor kan de slijp-
schijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De slijp-
schijf beweegt zich vervolgens naar de bediener toe of
van de bediener weg, afhankelijk van de draairichting van
de schijf op de plaats van de blokkering. Hierbij kunnen
slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van het verkeerd gebruik of
onjuiste gebruiksomstandigheden van het elektrische gereed-
schap. Terugslag kan worden voorkomen door geschikte
voorzorgsmaatregelen, zoals hieronder beschreven.
Houd het elektrische gereedschap goed vast en breng uw
lichaam en uw armen in een positie waarin u de terugslag-
krachten kunt opvangen. Gebruik altijd de extra handgreep,
indien aanwezig, om de grootst mogelijke controle te hebben
over terugslagkrachten of reactiemomenten bij het op toeren
komen.
De bediener kan door geschikte voorzorgsmaatre-
gelen de terugslag- en reactiekrachten beheersen.
Breng uw hand nooit in de buurt van draaiende inzetgereed-
schappen.
Het inzetgereedschap kan bij de terugslag over
uw hand bewegen.
Mijd met uw lichaam het gebied waarheen het elektrische
gereedschap bij een terugslag wordt bewogen.
De terug-
slag drijft het elektrische gereedschap in de richting die
tegengesteld is aan de beweging van de slijpschijf op de
plaats van de blokkering.
Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken, scherpe
randen, enz. Voorkom dat inzetgereedschappen van het werk-
stuk terugspringen en vastklemmen.
Het ronddraaiende
inzetgereedschap neigt er bij hoeken, scherpe randen of
wanneer het terugspringt toe om zich vast te klemmen. Dit
veroorzaakt een controleverlies of terugslag.
Gebruik geen kettingblad of getand zaagblad.
Zulke inzet-
gereedschappen veroorzaken vaak een terugslag of het
verlies van de controle over het elektrische gereedschap.
Bijzondere veiligheidsvoorschriften voor schuur- en
slijpwerkzaamheden
Gebruik uitsluitend het voor het elektrische gereedschap
toegestane slijptoebehoren en de voor dit slijptoebehoren
voorziene beschermkap.
Slijptoebehoren dat niet voor het
elektrische gereedschap is voorzien, kan niet voldoende
worden afgeschermd en is niet veilig.
Gebogen slijpschijven moeten zodanig gemonteerd worden
dat hun slijpoppervlak niet boven de rand van de bescherm-
kap uit steekt.
Een onjuist gemonteerde slijpschijf die
over de rand van de slijpschijf uitsteekt, kan onvoldoende
afgeschermd worden.
Dat wil zeggen dat het kleinst mogelijke deel van het slijp-
gereedschap open naar de bediener wijst.
De bescherm-
kap moet de bediener beschermen tegen brokstukken en
toevallig contact met het slijpgereedschap.
Slijptoebehoren mag alleen worden gebruikt voor de gead-
viseerde toepassingsmogelijkheden. Bijvoorbeeld: slijp
nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf.
Doorslijpschij-
ven zijn bestemd voor materiaalafname met de rand van
de schijf. Een zijwaartse krachtinwerking op dit slijptoe-
behoren kan het toebehoren breken.
Gebruik altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste maat en
vorm voor de door u gekozen slijpschijf.
Geschikte flenzen
steunen de slijpschijf en verminderen zo het gevaar van een
slijpschijfbreuk. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen ver-
schillen van de flenzen voor andere slijpschijven.
3 41 01 073 06 0.book Seite 36 Donnerstag, 5. November 2015 11:08 11