gNdf
3
n
Wanneer u de regelcomputer gaat ophangen, moet u op het volgende letten:
Monteer de netwerkmodule nooit in de nabijheid van waterleidingen,
regenafvoeren, en dergelijke.
Monteer de netwerkmodule altijd buiten directe weersinvloeden (dus niet in de
zon en niet op plekken waar de temperatuur sterk kan oplopen, etc.).
Monteer de netwerkmodule nooit in een vochtige en/of stoffige ruimte en al
helemaal niet in de ruimte waar de dieren aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat er geen condensvorming op of in de netwerkmodule
plaatsvindt.
Gebruik de gaten achter de kast om de netwerkmodule te monteren.
Sluit de netwerkmodule met wartels aan. Dicht de niet gebruikte wartels met de
meegeleverde pakkingmoeren af. Dicht alle wartels na het aansluiten af om te
voorkomen dat er stof, agressief gas en/of vocht binnendringt.
Voorzie de voeding van de netwerkmodule van een overspanningsbeveiliging
als bescherming tegen blikseminslag.
Voorkom elektrostatische ontlading (ESD) als u aan de regelcomputer werkt.
Zorg voor een schone en droge werkplek.
Gebruik de op de aansluitschema’s vermelde kabels, en volg alle aangegeven
instructies op (zie de installatiehandleiding). Schakel de spanning pas in nadat
u alle kabels correct hebt aangesloten. Onjuiste aansluitingen kunnen
blijvende schade veroorzaken. Alvorens een nieuwe zekering te plaatsen,
dient een erkend installateur de oorzaak van het euvel te verhelpen. Vervang
een defecte zekering alleen door een nieuwe zekering van hetzelfde type (zie
aansluitschema).