gNd
4
n
3.
De ITM-iF installeren
Installeer de ITM-iF en de bijbehorende onderdelen als volgt:
1. Monteer de ITM-iF (zie pagina 4).
2. Sluit de ITM-iF aan (zie pagina 4).
3. Test de ITM-iF (zie pagina 8).
3.1
De ITM-iF monteren
Let bij het monteren/installeren van de ITM-iF op het volgende:
Monteer de ITM-iF vanwege de (hand)bediening nooit in een ruimte waar dieren aanwezig zijn.
Plaats de ITM-iF op zo'n hoogte dat de handbediening kan worden gebruikt.
Monteer de ITM-iF op een vlak oppervlak.
Zorg ervoor dat de wartels zich aan de onderkant van de ITM-iF bevinden.
Dicht alle wartels na het aansluiten af om te voorkomen dat er stof, agressief gas en/of vocht in de ITM-iF
binnendringt.
3.2
De ITM-iF aansluiten
Als I/O-netwerkmodule aansluiten
1. Stel een I/O-adres in met DIP-schakelaars 1 t/m 5. Alle I/O-netwerkmodules in een I/O-netwerk moeten een
uniek adres hebben.
2. Stel het type regeling in met DIP-schakelaars 6, 7 en 8.
3. Wanneer alle instellingen en kalibratiewaarden zijn ingesteld in de klimaatregelcomputer, is afregeling niet
noodzakelijk. Anders moet u de ITM-iF afregelen conform de beschreven procedures.
Vergeet niet om het begin en eind van het I/O-net af te sluiten met een 120
Ω-weerstand. Deze kan met
een jumper worden geactiveerd op de ITM-iF.
Als traditioneel eindstation aansluiten
1. Stel het I/O-adres in op '0' met de DIP-schakelaars 1 t/m 5.
2. Verwijder de TEMP-jumpers zodat de ITM-iF kan worden gebruikt met 10–0 Vdc analoge regeling.
3. Stel het type regeling in met DIP-schakelaars 6, 7 en 8.
4. Stel de ITM-iF in conform de beschreven procedures.
Vergeet niet om het begin en eind van het I/O-net af te sluiten met een 120
Ω-weerstand. Deze kan met
een jumper worden geactiveerd op de ITM-iF.