gNd
11
n
5.3
Het maximumaantal omwentelingen afstellen
Alleen van toepassing bij gebruik van RTTM.
Methode
1. Open het deksel van de ITM-iF-behuizing.
2. Stel de DIP-schakelaars in (9=Off, 10=Off) en verzet de knop en de schakelaar aan de voorzijde naar
A
.
3. Druk op de knop om de afregeling te starten.
4. De smoorklep gaat open en de ventilator draait gedurende 10 seconden op hoge snelheid. De rode LED (L1) is
uit. De groene LED (L2) knippert om aan te geven dat de afregeling is gestart. De ventilator draait gedurende
maximaal 60 seconden op hoge snelheid.
5. Wacht totdat de ventilator tot stilstand is gekomen.
6. Controleer of de afregeling is geslaagd:
- Groene LED aan
:
Afregeling geslaagd.
- Rode LED aan
:
Afregeling niet geslaagd. De meest voorkomende oorzaak is dat de ITM-iF
geen of te weinig pulsen heeft gemeten. Controleer de RTTM-sensor en
herhaal de afregelprocedure.
Verzet DIP-schakelaars 9 en 10 na afregeling naar ON.
5.4
De regelingang afregelen
Niet van toepassing bij gebruik van het I/O-net.
1%-waarde afregelen
1. Open het deksel van de ITM-iF-behuizing.
2. Stel de DIP-schakelaars in (9=Off, 10=On) en verwijder de TEMP-jumpers.
3. Stel de analoge uitgang van de regelcomputer in op 1%. Controleer de spanning. Deze moet tussen 9 V en 10
V liggen (bij 0–10V-regeling tussen 0,1 V en 1 V).
4. Draai de knop aan de voorzijde naar de laagste stand. De rode LED (L1) knippert: kort aan, lang uit. De groene
LED (L2) is uit. Dit betekent dat de 1%-waarde kan worden ingesteld.
5. Bevestig de 1%-waarde door op de knop te drukken. De groene LED (L2) knippert.
6. Na vijf seconden gaat de groene LED (L2) uit. De afregeling van de 1%-waarde van de ITM-iF is voltooid.