53
Neem het apparaat alleen in gebruik, als u zich met de functies en met deze gebruiksaanwijzing
vertrouwd heeft gemaakt. Controleer nogmaals of alle aansluitingen juist zijn. Gebruik het product
niet als het beschadigd is.
Schakel de subwoofer altijd als laatste aan en als eerste uit. Daarmee voorkomt u, dat storende
geluiden die b.v. bij het uitschakelen van een mengpaneel kunnen ontstaan, de subwoofer bescha-
digen.
Let hierbij op dat de subwoofer niet wordt overbelast. De geluidsweergave mag in ieder geval
niet vervormd zijn. Indien u vervormde muziek hoort terwijl het volume niet te hoog is ingesteld,
moet de subwoofer direct worden uitgeschakeld en de aansluiting worden gecontroleerd. Als de
aansluiting van het apparaat in orde is, dient u een vakman te raadplegen.
Het apparaat mag alleen door personen worden bediend, die bekend zijn met de inhoud van deze
gebruiksaanwijzing en de instructies in acht nemen. Houd andere personen en kinderen uit de
buurt van het apparaat.
• Draai
de
regelknop
SUB
LEVEL
(1)
helemaal terug (linker aanslag).
•
Plaats de regelaar SUB CROSSOVER (6) in de middelste stand.
• Schakel
het
aangesloten mengpaneel in en start
de
weergave. Stel op
het
mengpaneel een gemiddeld volume in.
• Zet
de
subwoofer aan met
de
schakelaar
POWER
(9).
• Het indicatielampje
SIGNAL
OK
(4)
licht op als een ingangssignaal met
de
aansluiting
LINE
IN
(2)
is verbonden.
•
Zet het volume van het mengpaneel op ca. 75% van het maximale volume resp. op het maximale onvervormde
niveau (bij apparaten met volume-indicatoren
te
zien aan
de
„markering
0
db).
•
Regel nu het subwoofervolume met de regelknop SUB LEVEL (1) op het maximaal benodigde volume en pas het
volume van subwoofer en satellietluidspreker aan elkaar aan.
Deze instelling behaalt een zo hoog mogelijke ruisafstand en maakt
de
beste audiokwaliteit mogelijk.
Let
op, dat
het
maximale volume van het gehele audiosysteem afhankelijk is van het vermogen van de aangesloten luidsprekers
en
de
ingebouwde versterker. Door een
te
hoog volume kunnen beschadigingen aan zowel
de
satellietluidsprekers
als aan
de
subwoofer ontstaan.
Als
het
indicatielampje
PEAK/LIMIT
(3)
oplicht, is
het
volume van
de
subwoofer
te
hoog ingesteld en moet
het
worden teruggebracht.
•
Stel de scheidingsfrequentie van de subwoofer met de regelaar SUB CROSSOVER (6) in. De subwoofer zou de
satellietluidsprekers in
het
diepbasbereik aan moeten vullen en niet dreunen.
• Na
deze
basisinstelling wordt
het
totaalvolume van
het
audiosysteem slechts nog met
de
volumeregelaar op
het
mengpaneel ingesteld. Bij elke verandering van
de
schakeling moet
het
instelproces worden herhaald.
• Schakel
de
schakelaar PHASE
(7)
als test om. Afhankelijk van
de
plaats van opstelling van
de
satellietluidsprekers
kan
de
faseomkering van
de
subwoofer, die
deze
schakelaar tot stand brengt, een verbetering van
de
basweergave
tot gevolg hebben. De stand met
de
zuivere en luidere bas is
de
juiste.
• Om
de
installatie uit
te
schakelen, schakelt u eerst
de
subwoofer uit met
de
schakelaar
POWER
(9)
en pas daarna
het
mengpaneel uit.
10. InGeBrUIKnemInG en BeDIenInG