52
Let voor het verbinden van het netsnoer op dat de aan de subwoofer aangesloten apparaatspan-
ning met de aanwezige netspanning overeenstemt. Als de gegevens niet overeenkomen met de
beschikbare netspanning, kunt u het apparaat niet aansluiten. Bij een verkeerde voedingsspan-
ning ontstaat ernstige schade.
Wees voorzichtig bij het omgaan met netsnoeren en netaansluitingen. Netspanning kan levensge-
vaarlijke elektrische schokken veroorzaken.
Het stopcontact waarop de subwoofer wordt aangesloten, moet gemakkelijk bereikbaar zijn zodat
het apparaat in geval van storingen snel en zonder gevaren van de netspanning kan worden ge-
scheiden.
De subwoofer en alle aangesloten apparaten moeten bij het aansluiten van de voedingsspanning
zijn uitgeschakeld.
Laat kabels niet los liggen. Deze dienen op deskundige wijze gelegd te worden om gevaar voor
ongevallen te voorkomen.
Controleer of alle elektrische verbindingen, verbindingsleidingen tussen de apparaten en even-
tuele verlengsnoeren volgens de voorschriften en in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing
zijn aangesloten. Bij gebruik van een verlengsnoer moet u er zeker van zijn dat deze geschikt zijn
voor de betreffende belasting.
• Verbind de eurostekker van het netsnoer met de netaansluiting
(10).
• Steek de netstekker van het netsnoer in een wandcontactdoos.
• Met de schakelaar
POWER
(9)
wordt de subwoofer in- of uitgeschakeld.
Stand
„O“:
apparaat is uitgeschakeld.
Stand
„I“:
apparaat is ingeschakeld.
Als het apparaat is ingeschakeld, brandt de weergave
POWER
ON
(5).
9. netaanslUItInG