54
NL
3.7 Bedrijfsduur
De bedrijfsduur van de zendeenheid is ca. 8 à 20 uur, afhankelijk van het type batterij. Als er niet
meer voldoende capaciteit is, dan gaat het controlelampje
9
rood branden. Vervang de batterijen
of laad oplaadbare batterijen opnieuw op.
De bedrijfsduur van de ontvangeenheid bedraagt bij volledig opgeladen accubatterijen (en een
gemiddeld geluidsvolume) ca. 6 à 10 uur. Als de accubatterijen niet meer voldoende capaciteit
hebben, dan gaat het controlelampje
19
rood branden. Laad de accubatterijen opnieuw op.
3.8 opmerkingen over de accubatterijen
Accubatterijen houden hun spanning als ze bij een temperatuur van 21°C worden bewaard. Als
de accubatterijen niet worden gebruikt, moeten ze na 3 maanden opnieuw worden opgeladen,
aangezien ze anders diep ontladen raken en dan kapot kunnen gaan.
Voor het behoud van de maximale capaciteit en voor een maximaal aantal oplaadcycli, wordt
aangeraden om de accubatterijen te gebruiken tot het moment dat het controlelampje
19
rood
gaat branden.
De netvoedingsstekker
14
en de accubatterijen kunnen warm worden tijdens het opladen. Dit is
normaal en is geen teken dat er sprake is van een storing.
de accubatterijen zijn verbruiksartikelen. de levensduur hangt af van het aantal keer opla
-
den, van de juiste manier van bewaren en van de juiste wijze van gebruik. de garantieperi
-
ode voor de accubatterijen is 6 maanden.
4
reiniging en onderhoud
Reinig het apparaat alleen met een vochtige, niet natte doek. Trek altijd eerst de netvoedings-
stekker uit het stopcontact! Gebruik nooit scherpe of schurende reinigingsmiddelen en geen mid-
delen die alcohol of oplosmiddelen bevatten. Dergelijke reinigingsmiddelen kunnen de lak of de
kunststofonderdelen van het apparaat beschadigen.
Het apparaat kan worden gedesinfecteerd en dan worden hergebruikt.
Gebruik voor het desinfecteren de gebruikelijke huishoudelijke desinfectiemiddelen voor opper-
vlakken. Let er op dat de desinfectieoplossing niet in de in- en uitgangen van het apparaat te-
rechtkomt of in de luidspreker
26
.
als het apparaat door een andere patiënt gebruikt gaat worden, moeten de microfoons
worden vervangen. deze kunnen niet worden gedesinfecteerd en hergebruikt bij andere
patiënten.
GA_Voicetec_062013.indd 54
28.06.2013 11:02:39