n e d e r l a n d s
31
3
Onderhoud en
reiniging
• Gebruik geen stoomreiniger.
• Maak het oppervlak van de kookplaat vaak
schoon nadat die is afgekoeld. Gebruik geen
schuurmiddelen of schuursponsjes. Gebruik
voor het schoonmaken een doek bevochtigd
met water en zeep (3.1.1).
• Maak de plaat eenmaal per week grondig
schoon met producten die speciaal bedoeld
zijn voor vitrokeramische platen. Wij raden
het gebruik van VITRO-CLEN aan voor
het schoonmaken en het behoud van de
vitrokeramische plaat.
• Vuil dat erg vastzit wordt verwijderd met de
glasschraper (3.1.2).
• Wanneer er per ongeluk suiker,
suikerhoudende producten of plastic op de
plaat verbrandt, dient u die zo snel mogelijk
met de schraper te verwijderen terwijl die
nog warm zijn. Anders zullen er permanente
vlekken achterblijven.
• Het mes van de schraper dient in perfecte
staat te verkeren; vervang het wanneer het
gebreken vertoont.
gewone wijze blijven functioneren. Wanneer u
de snelle opwarmfunctie wilt annuleren, drukt
u op het pictogram van het geprogrammeerde
kookveld en selecteert u een nieuw vermogen.
Modellen dfghkmo:
SSelecteer een kookveld
en stel het maximale vermogen in door te
drukken op totdat u een 9 ziet met een
punt (2.9.3). Stel het vermogen in door
te drukken op ; aanbevolen wordt een
niveau te kiezen tussen 3 en 6 (2.9.4). De
snelle opwarmingsfunctie is na 5 seconden
vastgelegd, daarna zal het vermogen worden
weergegeven met daarachter een punt (2.9.5).
Na het bereiken van de maximale temperatuur
zal de decimale punt verdwijnen en zal het
kookveld op conventionele wijze functioneren.
Om de functie uit te schakelen, drukt u op het
geprogrammeerde kookveld en selecteert u een
nieuw vermogen.
2.10 Vitrokeramische kookplaten met knoppen.
Vergewis u ervan dat het kookveld dat u wilt
inschakelen overeenkomt met het kookveld dat
u wilt gebruiken (2.10.1). Draai de knop op de
gewenste positie en het waarschuwingslichtje
zal gaan branden (2.10.2); dit is zowel een
indicatie van het functioneren van de kookplaat
als van de restwarmte na uitschakeling ervan.
Bij modellen met een dubbel of ovaal kookveld,
wordt een gedeelte van het kookveld ingesteld
door de knop naar links draaien en wordt het
gehele kookveld ingeschakeld door de knop
naar rechts te draaien (2.10.3).
2.11 Uitschakelen van het kookveld.
Selecteer
het vermogen
0
voor het kookveld dat u wilt
uitschakelen.
2.12 Restwarmte.
Na gebruik van de kookplaat
blijven de kookvelden warm gedurende een
periode die afhangt van het geselecteerde
vermogen en zal er een of een punt worden
weergegeven bij de kookvelden die nog warm
zijn.
Raak deze kookvelden niet aan, u kunt
zich branden.
Let op:
Wanneer er zich een stroomstoring voordoet,
zal er, wanneer die opgelost is, geen meer
worden weergegeven ook al is de kookzone nog
warm. Houd hier rekening mee.
2.13 Blokkeerfunctie.
Zorg ervoor dat aanraken
door kinderen geen gevolgen heeft. Houdt
gedurende 3 seconden de toets ingedrukt
en u zult de blokkeerfunctie inschakelen. Om de
blokkering op te heffen herhaalt u deze handeling.
Aanbevelingen:
• Zorg ervoor dat u niet met de pannen hard tegen
de glasplaat stoot.
• Het gebruik van aluminium pannen wordt
afgeraden omdat die vlekken maken op de
glasplaat, tenzij ze een bodem hebben met een
beschermlaag van roestvrij staal.
• De kookvelden dienen niet ingeschakeld te
worden zonder pan.
• De onderkant van de pan moet vlak en droog zijn.
• Let erop dat de diameters van de pannen
groter of gelijk zijn aan het kookveld dat u gaat
gebruiken en plaats ze goed in het midden van
het kookveld.
• Zorg ervoor dat u de pannen niet verschuift; ze
kunnen krassen op de glasplaat veroorzaken.
• Gebruik het apparaat alleen voor de bereiding van
voedingsmiddelen. Gebruik de kookplaat niet als
werkblad.
• Giet geen koud water direct op de plaat wanneer
die nog warm is.
Let op:
Onderbrekingen in het functioneren van de
kookzones is geen defect. Ze schakelen tijdens min
of meer lange periodes in en uit, afhankelijk van het
gewenste vermogen.