NL 18
INSTALLATIE
Beluchting
De elektronica in het toestel heeft koeling nodig. Het toestel schakelt
na korte tijd uit wanneer er onvoldoende lucht circuleert. Aan de
onderzijde van het toestel bevinden zich de ventilatie-openingen. Door
deze openingen moet koele lucht aangezogen kunnen worden. Aan de
voorzijde is het toestel voorzien van uitblaasopeningen.
Inbouwen boven een oven, lade of vaste blende
Beluchting vindt plaats via plint (A) en achterzijde kast (B). Zaag de
beluchtingsopeningen (min. 100 cm
2
) uit. Luchtaanvoer A is overbodig
wanneer er, samen met opening B, ergens anders een opening is waar
lucht aangezogen kan worden.
Zorg ervoor dat de traverselat de luchtdoorvoer niet hindert.
Schaaf of zaag de traverselat C zonodig schuin af.
Zorg voor voldoende toevoer en afvoer van lucht.
• Maak een ventilatieopening aan de voorzijde van het keukenmeubel
van minimaal de toestelbreedte en met een hoogte van minimaal
3 mm als het toestel boven een lade of plank wordt ingebouwd.
Zorg voor een afstand van minimaal 20 mm tussen lade of plank ‘D’
en de kookplaat.
• Zorg voor een afstand van minimaal 60 mm tussen de lade of plank
en de kookplaat als de ventilatieopening niet mogelijk is.
A
C
B
20 mm