NL
32
inschakelen. Als het omgevingslicht donkerder is dan de ingestelde
lichtwaarde, wordt het verlichtingskanaal
C1
op de lichtwaarde geregeld.
Dit blijft aan zolang er beweging wordt gedetecteerd en het omgevingslicht
niet hoger is dan de ingestelde lichtwaarde. Is het omgevingslicht echter
helderder dan de ingestelde lichtwaarde, dan wordt het verlichtingskanaal
op 100 % lichtsterkte ingesteld. Dit blijft aan zolang er beweging wordt
gedetecteerd, ongeacht de hoeveelheid omgevingslicht. Het
HVAC-kanaal
wordt onafhankelijk van de hoeveelheid omgevingslicht ingeschakeld, maar
wel op basis van gedetecteerde beweging. Als er geen beweging meer
gedetecteerd wordt, starten de nalooptijden van de betreffende kanalen.
Het
verlichtingskanaal C1
kan
niet
met een schakelaar worden uitgeschakeld.
Het
HVAC-kanaal
kan handmatig met
schakelaar S2
worden uitgeschakeld.
Oriëntatieverlichting
De oriëntatieverlichting is 10 % van de volledige lichtsterkte.
Deze functie kan met de afstandsbediening Mobil-PDi/plus naar
keuze aan of uit worden gezet.
Nabrandfunctie
De oriëntatieverlichting gaat aan als er geen beweging meer
gedetecteerd wordt en de ingestelde nalooptijd verstreken is.
De duur van de oriëntatieverlichting kan worden ingesteld.
Nachtlichtfunctie
Als het lichtniveau onder de ingestelde lichtwaarde komt en er geen
bewegingen worden gedetecteerd, gaat de oriëntatieverlichting
aan. Deze blijft ingeschakeld tot er sprake is van bewegingsdetectie,
overschrijding van de vooraf ingestelde lichtwaarde of inschakeling
van de verlichting via de knop van het verlichtingskanaal.
8 • INSTELLINGEN EN FUNCTIES VIA AFSTANDSBEDIENING
MOBIL-PDi/plus (FIG. 6)
OPMERKING: Voor een optimale ontvangst dient u de afstands-bediening
bij het programmeren op het apparaat te richten. Houd er rekening mee dat
bij direct zonlicht het standaardbereik van ca. 8 m sterk kan afnemen onder
invloed van het infrarode deel van het zonlicht.
De afstandsbediening is gewijzigd (fig. 6.2). Alle functies zijn ook met
de vorige versie (fig. 6.1) in te stellen.
Tijdelijke functies
Na het indrukken van een toets worden de functies meteen uitgevoerd,
maar niet opgeslagen.
Toets
Klantspecifieke instelling
Kanaalkeuze
Kanalen selecteren
Handmatig AAN/UIT
Verlichting aan/uit
van het met
toets C1 + C2
geselecteerde kanaal.
DIM-waarde wijzigen
Wijziging van DIM-waarde
van het met
toets C1 - C2
geselecteerde kanaal.
1. Te dimmen kanaal
(C1)
selecteren.
2. Met behulp van de DIM-toets het dimmen starten.
3. Met behulp van de Oog-toets DIM-waarde vastzetten.