![Enerpac DC5155900 Скачать руководство пользователя страница 26](http://html1.mh-extra.com/html/enerpac/dc5155900/dc5155900_instruction-sheet_2411128026.webp)
26
interne schade aan de draadvezels van de slang
veroorzaken. Druk uitoefenen op een slang die
beschadigd is, kan scheuren van de slang tot gevolg
hebben.
BELANGRIJK: : Hydraulische machines
niet bij de slangen of de wartelkoppelingen
opheffen. Gebruik de draaghandgreep of
een ander middel om de machine veilig
te transporteren.
LET OP: Houd de hydraulische
machine weg van vlammen en hitte.
Buitenmatige hitte verzacht de
pakkingen en afdichtingen wat tot
vloeistofl
ekken kan leiden. Hitte verzwakt ook
slangmaterialen en pakkingen. Voor optimale
prestaties de machines niet blootstellen aan
temperaturen van 65°C (150°F) of hoger. Bescherm
slangen en cilinders tegen lasspetters.
GEVAAR: Slangen die onder druk staan,
niet aanraken. Als olie die onder druk
staat ontsnapt, kan het door de huid
dringen wat ernstige letsel kan veroorzaken. Als olie
onder de huid wordt geïnjecteerd, onmiddellijk een
arts raadplegen.
WAARSCHUWING: Gebruik hydraulische
cilinders enkel in een aangesloten systeem.
Nooit een cilinder gebruiken met koppelingen
die niet aangesloten zijn. Als de cilinder uiterst overladen
is, kunnen onderdelen op een catastrofi stische manier
falen wat ernstig persoonlijk letsel kan veroorzaken.
WAARSCHUWING: Zorg dat de
apparatuur stabiel is opgezet alvorens
lasten te heffen. De cilinder dient op een
vlakke ondergrond geplaatst te worden die
de last kan dragen. Gebruik waar mogelijk een
ondersteuning voor de cilinder voor extra stabiliteit.
De cilinder mag niet gelast of op een andere manier
aangepast worden voor het bevestigen van een
voetstuk of andere ondersteuning.
Vermijd situaties, waarbij de last niet
aangrijpt in het hart van de cilinderplunjer.
Niet-centrisch aangrijpende lasten
veroorzaken aanzienlijke spanningen in de cilinder en
de plunjer. Bovendien kan de last wegglijden of vallen,
wat tot gevaarlijke situaties leidt.
Verdeel de last gelijkmatig over het gehele
zadeloppervlak. Gebruik altijd een zadel om
de plunjer te beschermen, wanneer geen
hulpstukken met schroefdraad worden
gebruikt.
BELANGRIJK: Hydraulische machines
mogen enkel door een bevoegd
hydraulisch technicus van onderhoud
worden voorzien. Voor reparaties dient u
contact op te nemen met een nabijgelegen bevoegd
ENERPAC servicecentrum. Om uw garantie te
beschermen, enkel ENERPAC olie gebruiken.
WAARSCHUWING: Immediately replace
worn or damaged parts by genuine EVersleten
of beschadigde onderdelen onmiddellijk met
authentieke ENERPAC onderdelen vervangen.
Standaardonderdelen breken, wat tot persoonlijk
letsel en schade aan eigendom kan leiden. ENERPAC
onderdelen zijn zodanig ontworpen dat ze precies
passen en hoge ladingen kunnen weerstaan.
3.0 ALGEMENE INFORMATIE
Dit ontwerp verenigt de volgende functies in één
stuurventiel:
•
700 bar werkdruk
•
houdt de druk vast
•
controlefunctie bij elektrische storing
•
handmatige stuurschuifbediening (de pomp
moet ingeschakeld zijn)
•
deze stuurventielen zijn specifi ek bedoeld
voor gebruik op Enerpac elektrische pompen
voorzien van elektrische schakelkast
•
ddoor de gebruiker instelbaar
drukbegrenzingsventiel
• hulppoorten
3.1 Doorstroomcapaciteit
De doorstroom capaciteit is 14,8 l/min.
4.0 INSTALLATIE
1.
Installeer de klep op de Enerpac-pomp met de
bijgesloten pakkingring en bevestigingsmiddelen.
Neem de benodigde maatregelen om te
verzekeren dat de o-ring en back-up van de
verbindingspijp van de pomp niet beschadigd
raken.
2.
Sluit de twee (2) kabels van de elektrische
schakelkast op de klep aan. (N.B.: VE33-115
en VE43-115 moeten op een geaarde 115 V
stroombron worden aangesloten.)
VOORZICHTIG: Als u niet opgeleid of
vertrouwd bent met het installeren van
een klep of stuurventiel, moet u een
erkend Enerpac Servicecentrum deze
stap laten uitvoeren.
3.
Sluit de slangen en cilinder aan, en draai ze
stevig vast.
VOORZICHTIG:
Gebruik van
afdichtmiddelen op uitwendige
schroefdraad moet spaarzaam zijn, en
moet nooit op de uiteinden van de
fi
ttingen worden aangebracht waar het
afdichtmiddel los en in het hydraulische systeem
kan komen.
4.
Sluit de afstandsbediening aan.
5.
Indien vereist installeert u de manometer op de
juiste poort. Afhankelijk van de systeemvereisten
kan de druk worden gecontroleerd op de "GP"-
poorten, de "GB"-poort of de "GA"-poort of een
combinatie daarvan.
6.
Sluit de motor op de juiste stroombron aan.
7.
Start de pompmotor. Het stuurventiel schakelt nu
automatisch in de NEUTRAAL-HOUDEN-stand.