EM TMSEm 2050, Руководство по эксплуатации

Страница: 58 / 140

Nederlands
NL
WERKING
1. Verwijder de verstek- en breedtegeleider (13).
2. Los de zaagschijf (21) door deze met een
schroevendraaier los te wrikken en verwijder ze dan.
Dit zal de zaagschijf onherstelbaar beschadigen,
waardoor deze niet opnieuw kan worden gebruikt.
3. Breng de nieuwe zaagschijf in en laat op zijn plaats
vastklikken.
4. Installeer de verstek- en breedtegeleider (13).
Aanpassingen
Aanpassingen aan de verstek- en breedtegeleider
(Fig. 27)
1. Los de bevestigingsschroeven (L1) van de geleider.
2. Pas de geleider zo aan dat deze precies vierkant
t.o.v. het zaagblad staat wanneer de verstektafel (11)
in de 0°-positie is ingesteld.
3. Span de bevestigingsschroeven van de geleider aan.
Aanpassing van de verstekschaalindicator (Fig. 28)
1. Pas de positie van de indicator (M1) aan nadat de
schroef werd gelost (M2) tot de waarde die wordt
aangegeven overeenkomt met de huidige preset
stop-positie van de draaitafel.
OPMERKING:
De verstektafel is ingesteld op preset stops bij de
posities 0°, 15°, 22,5°, 30° ,45° en 60°.
Aanpassen van de preset stop afschuinhelling
(Fig. 29)
1. Vergrendel de spoorarmhouder (N2) in de positie 0°.
2. Los de linker/rechterschroef (N1).
3. Pas de spoorarmhouder aan tot het zaagblad zich op
precies 90°/45° t.o.v. de draaitafel bevindt.
4. Span de linker/rechterschroef (N1) aan.
5. Pas de N3-positie van de indicator aan, nadat de N4-
schroef is gelost tot de waarde die wordt aangegeven
overeenkomt met de huidige preset stoppositie van
de spoorarmhouder.
Zaagdieptestop aanpassen (Fig. 30)
De zaagdieptestop beperkt de diepte waarmee de zaag
zich in de zaagschijfopening plant.
OPMERKING:
De zaagdieptestop dient te worden aangepast indien
het zaagblad contact maakt met de tafel.
1. Los de vergrendelbout (O1) van de zaagdieptestop.
2. Pas de zaagdieptestop zodanig aan dat het zaagblad
zich tot aan de verstek- en breedtegeleider in de
zaagschijfopening plant.
3. Span de vergrendelbout van de zaagdieptestop aan.
4. Laat de zaagkop naar beneden tot hij door de
zaagdieptestop wordt tegengehouden en controleer
of het zaagblad in deze positie vrij kan ronddraaien.
Reinigen
Gebruik een borstel en afstoffer of stofzuiger om alle
houtsplinters en zaagstof te verwijderen van:
- De
afstelvoorzieningen;
- De bedieningselementen;
- De motorventilatieopeningen;
- De ruimte onder de tafelvoeg
Bewaren
GEVAAR!
Q
Bewaar de zaag op een plaats waar ze niet kan
worden gebruikt of door onbevoegden kan
worden bediend.
Q
Zorg ervoor dat niemand gewond kan raken door
de machine terwijl ze in bewaring is.
WAARSCHUWING!
Q
B e w a a r d e z a a g n o o i t b u i t e n s h u i s , i n
onbeschermde of vochtige plaatsen.
Q
Z o r g v o o r d e t o e g e l a t e n
omgevingsomstandigheden (zie “Technische
specificaties”).
ONDERHOUD
Voor elk gebruik
Q
Verwijder het zaagstof en de houtsplinters van de
machine met een borstel en afstoffer of stofzuiger.
Q
Controleer de stroomkabel en stekker op schade en
laat de beschadigde delen door een erkend elektricien
vervangen.
Q
Controleer alle bewegende delen en zorg ervoor dat
ze vlot en vrij kunnen bewegen over hun hele bereik.
Q
Controleer het spouwmes om te zien of de afstand
tussen het spouwmes en het zaagblad tussen de 3
en de 8 mm bedraagt.
Maandelijks (indien dagelijks gebruikt)
Controleer de staat van de aandrijfriem en de spanning en
pas aan, indien nodig.