EM TMSEm 2050, Руководство по эксплуатации

Страница: 51 / 140

Nederlands
NL
WERKING
INSTALLATIE EN TRANSPORT
WAARSCHUWING!
Draag de machine aan het handvat; het handvat
is niet gemaakt om het volledige gewicht van de
machine te dragen. Om de machine te dragen,
houdt u het aan de beide kante van de basis vast
(12).
Installatie (Fig. 14)
1. Til het toestel uit de doos met de hulp van iemand
anders.
2. Draai de draaitafel in de 0° positie en span de
verstekvergrendeling aan.
OPMERKING:
Indien de machine op een werktafel moet worden
gemonteerd: Installeer de rubberen voeten
niet !
3. Om de rubberen voeten te installeren, draait u de
machine voorzichtig naar rechts zodat deze door de
motor wordt gesteund.
4. Stop de bout (A3) in het gat aan de onderkant van de
rubberen voeten.
5. Stop de hoofdinbusschroef (A1) in de voeten van
de machine aan de bovenkant. Maak de rubberen
voeten (A2) met de vooraf ingebrachte bout (A3) naar
de schroef.
6. Span de rubberen voet enkel met de hand aan.
7. Span de schroef met de inbussleutel aan .
GEVAAR!
Er bestaat een risico op letsels als u de machine
onjuist behandeld wanneer u ze opheft of
omdraait. Hou de machine altijd aan de basis
vast (12).
8. Plaats de machine op een gepast oppervlak:
- Alle vier de voeten moeten stevig op het oppervlak
rusten.
- De ideale hoogte voor het oppervlak is ongeveer 800
mm.
- De zaag moet stevig vast staan, zelfs wanneer
grotere werkstukken worden gezaagd.
9. Hou de verpakking voor toekomstig gebruik of scheidt
op basis van het materiaal en gooi het weg op een
milieuvriendelijke manier.
Transport (Fig. 5, 12, 13)
1. Plaats de onderste zaagbladbeschermer (14) van
links vooraan de achterkant van de zaagsnedeplaat
en druk naar achter.
2. Laat de zaagkop naar beneden en activeer de
vergrendelpin (22).
3. P l a a t s d e v e r s t e k g e l e i d e r o v e r d e
zaagbladbeschermer en maak vast.
4. Til de machine op door het aan beide kanten van de
basis vast te houden (12).
OPMERKING:
In dit gedeelte worden de essentiële bedieningselementen
van de machine voorgesteld.
Het eigenlijk gebruik van de zaag wordt verder beschreven
in het hoofdstuk “Werking”. Lees dit deel vooraleer u de
zaag voor het eerst gebruikt.
A. Bedieningsmodus als tafelzaag (Fig. 2, 5, 6, 12)
Q
Zorg ervoor dat de tafel volledig in de juiste richting
is gemonteerd (Fig. 2) en dat de vergrendelpin (22)
goed is vergrendeld, waardoor de tweede schakelaar
(schakelaar B (29)) is geactiveerd.
Q
Verwijder de verstek- en breedtegeleider (4).
Q
Om het toestel te starten en stoppen, gebruikt u de
AAN/UIT-schakelaar (7).
B. Bedieningsmodus als afkort- en verstekzaag
(Fig. 6)
Q
Zorg ervoor dat de verstek- en breedtegeleider (4)
juist is geïnstalleerd en het zaagblad bedekt. Dit
activeert schakelaar A (8). Zorg ervoor dat het deksel
(verstek- en breedtegeleider) stevig is vastgemaakt.
Indien dit niet het geval is, gebruikt u de verstek- en
breedtegeleidervergrendelknop (5) om vast te maken.
Q
Verwijder de onderste zaagbladbeschermer (14).
Q
Om de motor in te schakelen, drukt u op de
schakelaar (20) op het handvat.
Q
Om de motor uit te schakelen, laat u de schakelaar
(20) los.
Draaitafel (Fig. 7 – 9)
De draaitafel (11) draait 50° naar links en 60° naar rechts
en kan worden vastgezet in preset stops bij 0°, 15°, 22,5°,
30°, 45° en 60°.
Om de verstektafel te draaien, moet de vergrendelknop
(9) worden gelost.
WAARSCHUWING!
Om te voorkomen dat de verstekhoek tijdens
het zagen verandert, moet de vergrendelknop
van de verstekzaag worden aangespannen (ook
wanneer de zaag is vastgezet in een preset
stop).