NL
- 65 -
3. Schade aan de gezondheid die voortvloeit
uit hand-arm-trillingen indien het toestel lang
zonder onderbreking wordt gebruikt of niet
naar behoren wordt gehanteerd en onder-
houden.
5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
5.1 Snijdiepte instellen (
fi
g. 2)
•
Vastzetschroef voor snijdiepteafstelling (4)
losdraaien.
•
Snijdiepte volgens schaal (a) afstellen.
•
Bij hout en kunststof moet de snijdiepte iets
dieper dan de dikte van het materiaal worden
gekozen.
•
Teneinde eronder liggende oppervlakken
niet te beschadigen kan bij hout en kunststof
de snijpdiepte ook exact op de dikte van het
materiaal worden afgesteld. Dit leidt echter tot
een iets onschone snede.
5.2 Afzuigen van stof en spaanders (
fi
g. 3)
Sluit een afzuiginstallatie of een stofzuiger aan op
uw gereedschap. Daarmee bereikt u een optimale
afzuiging van stof en zaagsel van het werkstuk.
De voordelen: U ontziet zowel het gereedschap
als uw eigen gezondheid. Uw werkgebied blijft
bovendien netjes en veilig.
•
Sluit de adapter voor spaanafzuiging (11) aan
op de aansluiting voor spaanafzuiging (10).
•
Op de adapter voor spaanafzuiging (11) kan
u dan een gepaste stofzuiger aansluiten (stof-
zuiger niet bij de leveringsomvang begrepen).
5.3 Parallelaanslag (
fi
g. 4/5)
•
De parallelaanslag (9) maakt het mogelijk
evenwijdige lijnen te zagen.
•
Draai de vastzetschroef van de parallelaans-
lag (8) los die zich in de zaagvoet (6) bevindt.
•
De montage gebeurt door de parallelaanslag
(9) de geleiding (a) in de zaagvoet (6) in te
schuiven (zie fig. 4).
•
Zet de nodige afstand vast en haal de vast-
zetschroef (8) terug aan.
•
Gebruik van de parallelaanslag: Positioneer
de parallelaanslag (9) vlak tegen de kant van
het werkstuk en begin met zagen.
6. Bediening
6.1 Werken met de minihandcirkelzaag
•
Minihandcirkelzaag steeds goed vasthouden.
•
Gebruik geen geweld!
De minihandcirkelzaag gelijkmatig vooruit-
schuiven zonder te forceren.
•
Het afvalstuk moet zich aan de linkerkant van
de minihandcirkelzaag bevinden zodat het
brede deel van de steuntafel met het volledi-
ge oppervlak tegen het werkstuk ligt.
•
Indien u volgens een voorgetekende lijn
zaagt, leidt u de minihandcirkelzaag langs de
overeenkomstige inkeping.
•
Kleine houten stukken voor de bewerking
goed vastspannen. Nooit met de hand vast-
houden.
•
Veiligheidsinstructies zeker in acht nemen!
Beschermende bril dragen!
•
Gebruik geen defecte zaagbladen of zaagbla-
den die scheuren en barstjes vertonen.
•
Gebruik geen flenzen/flensmoeren waarvan
het boorgat groter of kleiner is dan dat van
het zaagblad.
•
Het zaagblad mag niet met de hand of door
zijdelingse druk tegen het zaagblad worden
afgeremd.
•
De zaagschoen mag niet klem zitten en moet
aan het einde van de zaagbeurt zich weer in
de oorspronkelijke positie bevinden.
•
Voor gebruik van de minihandcirkelzaag de
werking van de zaagschoen controleren ter-
wijl de netstekker uit het stopcontact is verwij-
derd.
•
Vergewis u er zich voor elk gebruik van de
machine van dat de veiligheidsinrichtingen
zoals zaagschoen, flenzen en verstelinrichtin-
gen werken resp. correct zijn afgesteld en
vastgezet.
•
Op de adapter voor spaanafzuiging (11) kan
u een gepaste stofafzuiging aansluiten. Ver-
gewis u er zich van dat de stofafzuiging veilig
en naar behoren is aangesloten.
Gevaar! Trek telkens de netstekker uit het
stopcontact voordat u aan de cirkelzaag
werkt!
Anl_TE-CS_18_89_Li_SPK13.indb 65
Anl_TE-CS_18_89_Li_SPK13.indb 65
20.07.2022 09:58:05
20.07.2022 09:58:05