29
NL
Reinigen en opbergen
PAS OP
■
Tijdens het reinigen mag er geen vloeistof in het product binnendringen. Het product
nooit in water dompelen!
■
Gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen!
Het product afvegen met een schone, licht vochtige doek. Indien nodig een mild reini-
gingsmiddel gebruiken.
Bewaar het product wanneer het niet wordt gebruikt op een droge, schone, vorstvrije
plaats die is beschermd tegen direct zonlicht en de toegang door kinderen of dieren.
Storingen verhelpen
Wanneer het product niet op de juiste wijze functioneert, controleert u dan eerst of een
probleem zelf kan worden opgelost. Neem contact op met de klantenservice als het pro-
bleem met de genoemde stappen niet kan worden opgelost.
Probeer niet om een elektrisch product zelf te repareren!
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
De lamp wordt niet
ingeschakeld.
De
On/Off + Dimmer
Colors
-knop (
10
) wordt te
kort ingedrukt.
De
On/Off + Dimmer Colors
-
knop enkele seconden lang
ingedrukt houden.
De daglichtsensor is inge-
schakeld en de omgeving is
te licht.
• De daglichtsensor uitscha-
kelen.
• Wachten, tot het donker
wordt.
De accu is leeg.
Ga te werk zoals beschreven in
het hoofdstuk ‘Gebruik’.
De accu wordt niet
opgeladen via de
zonnecellen.
Het zonnepaneel (
1
) krijgt
niet voldoende licht.
De lamp in de zon plaatsen en
ervoor zorgen dat het zonnepa-
neel niet is afgedekt, bijv. met
bladeren.
De accu wordt niet
opgeladen bij gebruik
op het stroomnet. Het
controlelampje van de
oplader brandt niet.
Het aansluitsnoer is niet
goed aangesloten.
De verbinding corrigeren.
De contactdoos is defect.
Probeer een andere contact-
doos.
Er is geen netspanning
beschikbaar.
Controleer de zekering in de
zekeringskast.