24
NL
Klaarmaken voor gebruik
Wielen aanbrengen en uitvouwen
Druk op de ontgrendelknop in het midden van de naaf
om de hoepelwielen op de daartoe bestemde steunen
op het varioblok vast te drukken. Zorg dat het wiel na
plaatsing goed is vergrendeld en controleer dit door het
wiel naar de buitenzijde te trekken. (afbeelding 1+2).
Vouw de rolstoel vervolgens uit door op de zitting te
drukken tot deze voelbaar vastklikt.
Voetsteunen ophangen
Hang de beide voetsteunen op zoals in de afbeelding
en zwenk deze naar binnen tot ze hoorbaar vastklikken.
Als u de voetsteunen wilt ontgrendelen, trekt u de hen-
del naar boven en zwenkt u de voetsteunen opzij naar
buiten. (afbeelding 3-5).
Lengte en hoek van de voetsteunen
Lengte-instelling (afbeelding 6):
Draai de schroef van de voetsteun met de bijgeleverde
inbussleutel los en stel de lengte naar wens in door ver-
schuiving naar boven of naar beneden.
Draai de schroef weer vast!
Hoekinstelling (afbeelding 7):
Draai de schroef van de voetsteun met de bijgeleverde
inbussleutel zo ver dat u deze uit de vertanding naar bin-
nen kunt trekken. Draai de voetsteun nu in de gewenste
stand en druk deze weer in de vertanding.
Draai de schroef weer vast!
Zithoogte instellen (wielophanging achter)
De zithoogte kan op 4 niveaus tussen 45 en 50 cm wor-
den ingesteld. Als u de hoogte wilt verstellen, drukt u
op de ontgrendelingsknop om de beide hoepelwielen te
verwijderen (zie het gedeelte Wielen aanbrengen). Open
de moer van de wielsteun en verplaats deze naar de
gewenste opening. Plaats de moer met het borgringetje
weer terug en haal deze aan. (afbeelding 8).
AVerzeker u ervan dat de moer stevig is aange-
haald!
Zithoogte voor instellen (wielophanging voor)
De zithoogte voor kan op 3 niveaus worden ingesteld en
wordt aangepast aan de gewenste hoek van de zitting.
Als u de hoogte wilt verstellen, opent u de schroef van
de wielas en trekt u deze eruit. De afsluitingen van de
verschillende openingen zijn gemakkelijk te verwisselen.
Zet het wiel nu in de gewenste positie, breng de schroef
van de wielas weer aan en haal deze aan. (afbeelding 9).
Verzeker u ervan dat de wielas stevig is aange-
haald.
2
66
77
1
8
9
3
4
5