Gebruiksaanwijzing ROTEC
33
Drive Medical GmbH & Co. KG | Versie: 30.06.2020 | Drukfouten en wijzigingen voorbehouden
NL
Hindernissen overwinnen met een begeleider
Zo komt u op de stoep
Uw begeleider plaatst de rolstoel vooruit rijdend voor
de stoep. Hij/zij kantelt de rolstoel naar achteren tot de
zwenkwielen het voetpad bereiken, duwt de rolstoel
naar voren totdat de achterwielen tegen de stoeprand
staan en duwt de rolstoel verder tot de achterwielen
over de stoeprand rijden.
Van de stoep afrijden
Uw begeleider plaatst de rolstoel voorwaarts met de
zwenkwielen aan de stoeprand en kantelt de rolstoel
naar achteren naar zich toe. Vervolgens duwt hij/zij de
rolstoel voorzichtig naar voren, tot de achterwielen de
weg raken, daarna laat hij/zij de zwenkwielen weer rus-
tig op de grond komen.
Trappen overwinnen
Omdat het overwinnen van trappen moeilijk is, wordt in-
zet van twee begeleiders aanbevolen: één begeleider
voor de rolstoel en één erachter bij de duwgrepen. De
begeleider die achter de rolstoel staat, kantelt de rolsto-
el naar achteren naar zich toe, waarbij hij de duwgrepen
stevig vasthoudt. De begeleider aan de voorkant van de
rolstoel houdt de zijframes aan de voorkant stevig vast
en tilt de stoel over de treden, terwijl de andere begelei-
der één voet op de volgende trede plaatst en de eerste
beweging herhaalt.
Laat de zwenkwielen van de rolstoel niet zakken voordat
de begeleider aan de voorkant van de rolstoel de laatste
trede heeft beklommen. De trap afdalen gaat op dezelf-
de wijze, maar dan in omgekeerde volgorde.
Rolstoel ophijsen met
hijsapparatuur
Als de rolstoel bijvoorbe-
eld met een galgkraan
wordt opgehesen om hin-
dernissen te overwinnen,
mogen de hijspunten alle-
en de vier door een
haaksticker aangegeven
punten op het frame van
de rolstoel zijn (afb . 1).
Probeer de rolstoel nooit op te hijsen aan verwijderbare
onderdelen (zoals de armleuningen, beensteunen of vo-
etsteunen). Vermijd het gebruik van een roltrap.
Op eigen kracht rijden op hellingen
Het is raadzaam hellingen met een stijging van meer dan
9° te vermijden. Bij sterkere stijgingen is er een risico dat
de rolstoel omvalt wanneer de wielen doordraaien of bij
scheef over de helling rijden.
Hellingen oprijden
Buig uw bovenlichaam naar voren en draai de hoepels
met snelle rukken om een passende snelheid te bereiken.
Wanneer u wilt stoppen om onderweg uit te rusten, ge-
bruik dan altijd de beide remmen tegelijkertijd.
Hellingen afrijden
Buig uw bovenlichaam naar achteren en stuur via de
hoepels, die door uw handen glijden, de snelheid en
richting.
Vermijd plotselinge veranderingen van richting en pro-
beer nooit een helling diagonaal op of af te rijden. Pro-
beer de rolstoel ook niet tijdens het oprijden te draaien.
De rolstoel is niet geschikt als stoel waarin u een auto
bestuurt.
Let op het toegestane maximale gewicht van de gebrui-
ker. Deze informatie vindt u in de technische gegevens in
deze bedieningshandleiding en op het typeplaatje.
Bescherm het product tegen zonnestraling
Onderdelen van het product kunnen warm worden en bij
aanraking huidletsel veroorzaken.
Klaarmaken voor gebruik
Wielen aanbrengen en uitvouwen
Druk op de ontgrendelknop in het midden van de naaf
om de hoepelwielen op de daartoe bestemde steunen
op het varioblok vast te drukken. Zorg dat het wiel na
plaatsing goed is vergrendeld en controleer dit door het
wiel naar de buitenzijde te trekken. (afb . 2+3). Vouw de
rolstoel vervolgens uit door op de zitting te drukken tot
deze voelbaar vastklikt.
Voetsteunen aanbrengen
Breng de twee voetsteunen aan zoals in de afb eelding
en zwenk deze naar binnen tot ze hoorbaar vastklikken
(afb . 4+5). Als u de voetsteunen wilt ontgrendelen, trekt
u de hendel naar boven en zwenkt u de voetsteun opzij
naar buiten (afb . 6).