32
Gebruiksaanwijzing ROTEC
Drive Medical GmbH & Co. KG | Versie: 30.06.2020 | Drukfouten en wijzigingen voorbehouden
NL
Indicatie | contra-indicatie
INDICATIE:
Verlies van loopvermogen of sterk verminderd loopver-
mogen en toch een essentiële behoefte om zich in het
eigen huis te verplaatsen en het huis te verlaten voor
een korte wandeling in de frisse buitenlucht of om plaat-
sen meestal dicht bij huis te bereiken voor alledaagse
inkopen of bezigheden.
De rolstoel dient uitsluitend voor individueel gebruik
door mensen met een verminderd of weggevallen loop-
vermogen, die zich hiermee zelf kunnen voortbewegen
of zich door anderen kunnen laten duwen bij dagelijks
gebruik, zowel binnenshuis als buitenshuis, op een ste-
vige, horizontale ondergrond. Let bij de levering boven-
dien op lichaamslengte, gewicht, fysieke en psychische
gesteldheid, leeftijd, woonomstandigheden en omge-
ving.
CONTRA-INDICATIE:
Het gebruik van deze rolstoel is niet geschikt bij:
•
een beperkt gezichtsvermogen
•
sterke evenwichtsstoornissen
•
verlies van ledematen aan beide armen
•
gewrichtscontracturen / beschadigde gewrichten
aan beide armen
•
onvermogen om te zitten
Geleverd product
1 x
Rolstoel
1 x
Toolkit
1 x
Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsinstructies
Voor een correcte en veilige bediening verzoeken wij u
de volgende aanwijzingen zorgvuldig in acht te nemen:
Stabiliteit en evenwicht
Uw rolstoel is zo ontworpen, dat deze de stabiliteit biedt
die u bij normale dagelijkse activiteiten nodig hebt. Iede-
re beweging die u in de rolstoel maakt, is van invloed op
het zwaartepunt, wat in het ongunstigste geval tot kan-
telen van de rolstoel kan leiden. Voor extra veiligheid ra-
den wij u aan, veiligheidsgordels te gebruiken.
Vanuit de stoel naar een voorwerp reiken
De grenzen van het evenwicht om een voorwerp te be-
reiken zijn vastgesteld met onderzoeken onder een re-
presentatieve groep rolstoelgebruikers.
Alleen de armen kunnen buiten de zitting van de rolstoel
worden uitgestoken. De romp en het hoofd moeten bin-
nen de grenzen van de zitting blijven.
Leun niet naar voren
Leun met uw borstkas niet over de armleuningen. Als u
een voorwerp wilt bereiken dat zich vóór u bevindt, moet
u voorover leunen en omlaag buigen. Daarom moet u
de zwenkwielen gebruiken als hulpmiddelen (door deze
naar voren te richten) om uw stabiliteit en evenwicht te
bewaren. Het zorgvuldig richten van de wielen is essen-
tieel voor uw veiligheid.
Leun niet naar achteren
Plaats de rolstoel zo dicht mogelijk bij het gewenste
voorwerp, zodat u er gemakkelijk bij kunt door uw arm
uit te strekken terwijl u in een normale houding in de
stoel blijft zitten. Leun in geen geval te ver naar achteren,
want dan zou de stoel kunnen kantelen.
Zijwaartse verplaatsing
U kunt zelfstandig ergens anders gaan zitten als u be-
schikt over voldoende lenigheid en spierkracht. Plaats
de rolstoel zo dicht mogelijk bij de plaats waar u wilt gaan
zitten en zorg dat de zwenkwielen naar voren zijn ge-
richt. Zet de parkeerremmen van de achterwielen vast.
Gebruik indien mogelijk een plank om van de ene naar
de andere zitplaats te gaan.
Verplaatsing naar voren
Als u in staat bent op te staan, kunt u naar voren gaan om
op een andere plaats te gaan zitten. Als deze beweging
voor u moeilijk is, is ondersteuning van een begeleider
of een verpleger aanbevolen voor een zo eenvoudig en
veilig mogelijke verplaatsing.
Zet de beide remmen vast en zorg ervoor dat de beide
zwenkwielen naar voren zijn gericht. Let er daarbij op dat
u bij uw verplaatsing in geen geval op de remmen mag
leunen. Pak dan de greep van de armleuningen stevig
vast, steun op uw armen om u een beetje op te richten,
en vervolgens kan uw begeleider u helpen bij de voltooi-
ing van uw verplaatsing. Plaats uzelf zo dicht mogelijk bij
de plaats waar u wilt gaan zitten.
Ga bij uw verplaatsing zo ver mogelijk naar achteren op
de zitting van uw rolstoel zitten om te voorkomen dat het
zitkussen beschadigd raakt of dat de rolstoel naar voren
kantelt.
Zet de twee remmen vast. De remgrepen mogen in
geen geval worden gebruikt voor ondersteuning van uw
plaatsverwisseling. Steun nooit op de voetenplanken
wanneer u uit de rolstoel opstaat.
Als u in staat bent om te staan en als uw bovenlichaam
sterk en lenig genoeg is, kunt u zelf naar voren buigen
en u naar de andere zitplaats verplaatsen. Vouw de vo-
etenplank op en draai de voetsteun/beensteun opzij om
de weg vrij te maken. Buig uw lichaam naar voren terwijl
u op de twee armleuningen steunt en richt u op. Vervol-
gens schuift u uw lichaam in de richting van de plaats
waar u wilt zitten terwijl u uw gewicht verdeelt over uw
armen en handen.