137
Pompstoring tijdens gebruik.
Condensatie in koude en vochtige
aanzuiglucht.
Slangenset met vochtvanger
(bestelnr. 83 21 527) gebruiken.
Pomp buiten het gespecificeerde
bereik.
Pomp laten testen door de Dräger
Service.
Flowtest is mislukt.
Flowtest werd niet uitgevoerd.
Flowtest uitvoeren, evt. opnieuw uit-
voeren.
Houder (pomp) is niet juist
geplaatst.
Houder (pomp) opnieuw plaatsen
en er op letten dat deze vastzit.
Claxonvolume te laag.
Volume is te laag ingesteld.
Volume met behulp van de PC soft-
ware Dräger CC-Vision instellen
(zie "Apparaat configureren" op
pagina 135).
Optische alarmsignalen niet of
slecht herkenbaar.
Configuratie of patroon niet juist
ingesteld.
Optische alarmsignalen met behulp
van de PC software Dräger CC-
Vision configureren (zie "Apparaat
configureren" op pagina 135).
Lifesignal functioneert niet.
Configuratie is foutief ingesteld.
Lifesignal met behulp van de PC
software Dräger CC-Vision configu-
reren (zie "Apparaat configureren"
op pagina 135).
Gasmeetinstrument wordt niet
herkend.
Vervuilde IR-interface.
IR-interface reinigen.
Gasmeetinstrument niet compatibel. Dräger X-am 5000 gebruiken.
Verkeerde softwareversie in het
gasmeetinstrument.
Software-update laten uitvoeren
door de Dräger service.
IR-interface foutief, clip van het gas-
meetinstrument niet juist geplaatst.
Clip op de Dräger X-am 5000
sluiten.
Houder is niet juist geplaatst.
Houder opnieuw plaatsen en er
op letten dat deze vastzit.
Dräger X-am 5000 schakelt snel uit;
krijgt geen voeding.
Voedingscontacten vervuild of
vochtig.
Voedingscontacten reinigen.
Apparaatstoring wordt weergegeven. Dräger X-am 5000 tijdens de wer-
king van de Dräger X-zone 5000
verwijderd.
Alarm aan de Dräger X-zone 5000
bevestigen, Dräger X-zone 5000
uitschakelen.
Storing
Oorzaak
Oplossing
Содержание 83 20 104
Страница 194: ...194 194...