NL
CoMPonenten
DiBO 18
5 AANHANGWAGEN (NIET BIJ INBOUWVERSIE)
De machine is opgebouwd op een aanhangwagen. De aanhanger horizontaal,
op een stabiele ondergrond plaatsen tijdens de spuitwerkzaamheden, dit om
een mogelijke storing van leegloop watertank te vermijden! als de zijdeuren
worden geopend verschijnt er een alarmmelding.
6 WATERTANK
De watertank is een waterreservoir dat tussen het waterleidingnet (kraan)
en de hogedrukpomp staat. De watertank voorkomt dat er drukstoten
in het waterleidingnet kunnen optreden. Drukstoten ontstaan door het
in- en uitschakelen van de spuitstraal. De watertank voorkomt onder alle
omstandigheden dat er sporen van toegevoegde chemicaliën in het
waterleidingnet doordringen. ook heeft de tank een overloop om het teveel
aan water te kunnen afvoeren. De watertank heeft tevens een leegloopkraan
aan de voorkant van de trailer. Wij raden tevens aan om de trailer te vervoeren
met lege watertank!
7 WATERFILTER
het aangevoerde water wordt met de waterfilter gezuiverd.
8 BRANDERMOTOR
De brandermotor drijft zowel de brandstofpomp als de ventilator aan.
De brandermotor gaat draaien van zodra de branderschakelaar wordt
ingeschakeld.
9 BRANDSTOFPOMP
De brandstofpomp wordt aangedreven door de brandermotor. op de
brandstofpomp zit een magneetklep die er voor zorgt dat de brandstof ofwel
naar de brander wordt gepompt, ofwel wordt terug gestort in de brandstoftank.
10 VENTILATOR
De ventilator zorgt ervoor dat er voldoende lucht is voor de verbranding en
tevens voor de koeling van de branderketelwand. De ventilator wordt elektrisch
aangedreven en bevindt zich aan de onderzijde van de ketel.
11 ONTSTEKINGSTRANSFORMATOR
De ontstekingstransformator is indirect tegen de branderkamer gemonteerd.
De ontstekingstransformator zorgt voor een permanente ontstekingsvonk in de
branderkamer.
12 STROMINGSSCHAKELAAR
Zodra er wordt gespoten, stroomt er water door de stromingsschakelaar.
De schakelaar controleert of er doorstroming van het water is.
Bij voldoende doorstroming kan de brander functioneren.
13 OVERDRUKVENTIEL
als de druk in het watercircuit door onvoorziene omstandigheden te hoog zou
worden gaat het overdrukventiel open en laat het water via een slang naar
buiten lopen.
14 FRAME
het frame is gemaakt van een gelakte ijzeren constructie. het frame is op
de aanhanger gemonteerd, de motor is met trillingsdempers op het frame
gemonteerd.
15 DROOGLOOPBEVEILIGING WATERTANK
De droogloopbeveiliging is in de watertank gemonteerd. als het niveau in de
watertank te laag is, wordt de motor door middel van de droogloopbeveiliging
uitgeschakeld. De reiniger gaat in storing.
16 BRANDSTOFTANK
De brandstoftank bevindt zich achteraan de trailer en is uitgerust met vuldop
om te vullen en heeft een leegloopwaarschuwing.
17 DROOGLOOPBEVEILIGING BRANDSTOFTANK
De droogloopbeveiliging is in de brandstoftank gemonteerd. als het niveau
in de brandstoftank te laag is, wordt de motor d.m.v. de droogloopbeveiliging
uitgeschakeld. De reiniger gaat in storing.