112
nEDERLanDs
gereedschap niet is ontworpen, kunnen leiden tot een
gevaarlijke situatie en persoonlijk letsel.
c )
Gebruik geen accessoires die niet speciaal
ontworpen en aanbevolen zijn door de fabrikant
van het gereedschap.
Het feit dat een accessoire aan uw
gereedschap kan worden bevestigd wil nog niet zeggen
dat dit een veilige bediening garandeert.
d )
Het nominale toerental van het accessoire moet
tenminste gelijk zijn aan het maximale toerental
zoals dit op het gereedschap staat vermeld.
Accessoires die sneller draaien dan hun nominale
toerental kunnen breken en wegschieten.
e )
De buitendiameter en de dikte van uw accessoire
moeten binnen het nominale vermogen van uw
gereedschap liggen.
Accessoires met een onjuiste
grootte kunnen niet voldoende worden vastgemaakt
of beheerst.
f )
Bij het monteren van accessoires moet de
schroefdraad overeenkomen met die van de
as van de slijpmachine. Voor accessoires die
zijn gemonteerd door middel van flenzen moet
het drevelgat van het accessoire passen bij de
plaatsingsdiameter van de flens.
Accessoires die niet
passen op de bevestigingshardware van het gereedschap
zullen uit balans raken en/of extreem trillen en kunnen u
de controle over het gereedschap doen verliezen.
g )
Gebruik een accessoire niet als ze beschadigd is.
Controleer het accessoire zoals een schuurwiel
voor gebruik op schilfers en barstjes, steunkussens
op barstjes, scheurtjes of excessieve slijtage,
staalborstels op losse of gespleten draden. Als
het gereedschap of het accessoire is gevallen,
controleert u dit op schade of plaatst u een
onbeschadigd accessoire. Na het controleren
en plaatsen van een accessoire zorgt u dat u
en omstanders uit de buurt van het bereik van
het ronddraaiende accessoire blijft en zet u het
gereedschap gedurende een minuut aan op
maximale snelheid zonder weerstand.
Beschadigde
accessoires breken gewoonlijk af tijdens deze testtijd.
h )
Draag persoonlijke beschermende kleding.
Afhankelijk van de toepassing gebruikt u
gezichtsbedekking en een beschermende of
veiligheidsbril. Indien van toepassing draagt u een
stofmasker, gehoorbescherming, handschoenen
en een werkschort die kleine afgeschuurde deeltjes
of deeltjes van het werkstuk tegenhouden.
De
oogbescherming moet rondvliegende brokstukken
die door de diverse werkzaamheden vrijkomen tegen
kunnen houden. Het stofmasker e.d. moet in staat zijn
om partikeltjes die door uw werkzaamheden vrijkomen te
filteren. Langdurige blootstelling aan intense geluiden kan
gehoorverlies veroorzaken.
i )
Houd omstanders op een veilige afstand van het
werkgebied. Iedereen die het werkgebied betreedt
moet persoonlijke beschermende kleding dragen.
Brokstukken van het werkstuk of van een afgebroken
accessoire kunnen wegvliegen en letsel buiten het directe
werkgebied veroorzaken.
j )
Houd het gereedschap alleen vast bij de
geïsoleerde greepoppervlakken wanneer u een
handeling uitvoert waarbij het accessoire van het
zaaggereedschap in aanraking kan komen met
verborgen bedrading.
Contact met bedrading die
onder stroom staat, kan metalen onderdelen van het
gereedschap onder stroom zetten en de gebruiker een
elektrische schok geven.
k )
Leg het gereedschap nooit neer voordat het
accessoire volledig tot stilstand is gekomen.
Het
ronddraaiende accessoire kan mogelijk in contact met
de oppervlakte komen waardoor u de controle over het
gereedschap verliest.
l )
Gebruik het gereedschap niet terwijl u het aan uw
zijde draagt.
Per ongeluk contact met het ronddraaiende
accessoires kan uw kleding grijpen waardoor het
accessoire naar uw lichaam wordt getrokken.
m )
Maak de luchtgaten van het gereedschap regelmatig
schoon.
De ventilator van de motor zuigt het stof in de
behuizing en extreme ophoping van metaaldeeltjes kan
een elektrische schok veroorzaken.
n )
Bedien het gereedschap niet in de buurt van
ontvlambare materialen.
Vonken kunnen deze
materialen doen ontbranden.
o )
Gebruik geen accessoires die koelvloeistof nodig
hebben.
Het gebruik van water of andere koelvloeistoffen
kan leiden tot elektrocutie of een elektrische schok.
OVERIGE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR
ALLE HANDELINGEN
Oorzaken en voorkoming van terugslag
Terugslag is een plotselinge reactie op een ronddraaiend wiel,
steunkussen, borstel of ander accessoire dat bekneld of gegrepen
wordt. Beknelling of grijpen zorgt voor het snel vastlopen van
het ronddraaiende accessoire dat op zijn beurt zorgt dat het
onbeheersbare gereedschap in de tegenovergestelde richting
van de draaiing van het accessoire wordt gedwongen op
het bevestigingspunt.
Als bijvoorbeeld een schuurwiel wordt gegrepen of bekneld
raakt door het werkstuk, kan de rand van het wiel die er bij
het beknellingpunt ingaat in het oppervlak van het materiaal
slaan waardoor het wiel naar buiten loopt of terugslaat. Het
wiel kan ofwel naar de operator toe of van hem vandaan
springen, afhankelijk van de richting van de wielbeweging
op het beknellingpunt. Schuurwielen kunnen onder deze
omstandigheden ook afbreken.
Terugslag is het gevolg van een verkeerd gebruik en/of onjuiste
gebruiksomstandigheden van het gereedschap en kan worden
voorkomen door geschikte voorzorgsmaatregelen te nemen zoals
hieronder vermeld:
a )
Houd het gereedschap voortdurend stevig
vast en plaats uw lichaam en arm zo dat u