99
nEDERLAnDs
het beschadigd is.
Veel ongelukken worden veroorzaakt door slecht
onderhouden gereedschap.
f )
Houd snijdgereedschap scherp en schoon.
Correct onderhouden
snijdgereedschappen met scherpe snijdranden lopen minder snel vast
en zijn gemakkelijker te beheersen.
g )
Gebruik het elektrische gereedschap, de accessoires
en gereedschapsonderdelen enz. in overeenstemming
met deze instructies, waarbij u rekening houdt met de
werkomstandigheden en de werkzaamheden die dienen te
worden uitgevoerd.
Gebruik van het elektrische gereedschap voor
werkzaamheden die anders zijn dan het bedoelde gebruik, kunnen
leiden tot een gevaarlijke situatie.
h )
Houd de handgrepen en oppervlakken die u beet pakt, droog,
schoon en vrij van olie en vet.
Door gladde handgrepen en
oppervlakken die u beet pakt, kan veilig werken en bedienen van het
gereedschap in onverwachte situaties onmogelijk worden.
5) Gebruik en verzorging van gereedschap op accu
a )
Gebruik alleen de lader die door de fabrikant wordt opgegeven.
Een lader die geschikt is voor één accutype, kan een risico op brand
veroorzaken indien gebruikt met een andere accu.
b )
Gebruik elektrische gereedschappen uitsluitend met speciaal
omschreven accu’s.
Gebruik van andere accu’s kan leiden tot letsel
en brandgevaar.
c )
Als de accu niet in gebruik is, dient u deze uit de buurt te
houden van andere metalen voorwerpen zoals paperclips,
munten, sleutels, spijkers, schroeven of andere kleine metalen
voorwerpen die een verbinding van het ene contactpunt
met het andere kunnen maken.
Het kortsluiten van de
accucontactpunten samen kan brandwonden of brand veroorzaken.
d )
Als het gereedschap te zwaar wordt belast, kan er vloeistof uit
de accu lekken; vermijd contact hiermee. Als u per ongeluk hier
toch mee in contact komt, spoelt u met water. Als de vloeistof
in contact met de ogen komt, dient u daarnaast medische
hulp in te roepen.
Vloeistof afkomstig uit de accu kan irritatie of
brandwonden veroorzaken.
e )
Werken niet met een accu of met gereedschap dat beschadigd
is of waaraan wijzigingen zijn aangebracht.
Beschadigde of
gemodificeerde accu’s kunnen zich onvoorspelbaar gedragen en dat
kan brand, explosie of een risico van letsel tot gevolg kan hebben.
f )
Stel een accu of gereedschap niet bloot aan open vuur of
uitzonderlijk hoge temperatuur.
Brand of een temperatuur boven
de 130 °C kunnen de accu doen exploderen.
g )
Volg alle instructies voor het opladen en laad de accu of het
gereedschap niet op buiten het temperatuurbereik dat in de
instructies wordt opgegeven.
Door op onjuiste wijze opladen of
opladen bij een temperatuur buiten het opgegeven bereik kan de accu
beschadigd raken en het risico van brand toenemen.
6) Service
a )
Laat uw gereedschap onderhouden door een erkende
reparateur die uitsluitend identieke vervangende onderdelen
gebruikt.
Dit garandeert dat de veiligheid van het gereedschap
blijft gegarandeerd.
b )
Probeer nooit beschadigde accu’s te repareren.
De reparaties
aan accu’s mogen alleen worden uitgevoerd door de fabrikant of door
geautoriseerde servicecentra.
Veiligheidsvoorschriften voor alle verstekzagen
a )
Verstekzagen zijn bedoeld voor het zagen van hout of
producten die lijken op hout, zij kunnen niet worden gebruikt
voor het zagen met slijpschijven van metalen zoals balken,
staven, stangen, enz. Stof dat wordt veroorzaakt door
slijpwerk maakt dat bewegende onderdelen zoals de onderste
beschermkap, vastlopen.
Vonken die ontstaan door het slijpen
van metalen zullen inbranden op de onderste beschermkap, de
zaagplaatinzet en andere kunststof onderdelen.
b )
Ondersteun het werkstuk met klemmen wanneer dat mogelijk
is. Als u het werkstuk met de hand ondersteunt, moet u uw
hand altijd ten minste 100 mm van de zijkant van het zaagblad
vandaan houden. Gebruik deze zaag niet voor het zagen van
stukken die te klein zijn om ze stevig vast te klemmen of met
de hand vast te houden.
Als u uw hand te dicht bij het zaagblad
plaatst, is er een groter risico dat u zich verwondt door contact met
het zaagblad.
c )
Het werkstuk moet stil liggen en worden vastgeklemd of tegen
zowel de langsgeleiding als de tafel worden gehouden. Voer
het werkstuk niet aan tegen het zaagblad en zaag op geen
enkele wijze “uit de vrije hand”.
Werkstukken die niet worden
vastgehouden of die bewegen, kunnen op hoge snelheid worden
weggeworpen, wat letsel tot gevolg heeft.
d )
Duw de zaag door het werkstuk. Trek niet de zaag door
het werkstuk. Als u een zaagsnede wilt maken, brengt u de
zaagkop omhoog en trekt u deze zonder te zagen over het
werkstuk, start u de motor, drukt u de zaagkop omlaag en duwt
u de zaag door het werkstuk.
Zagen door aan het zaagblad te
trekken zal waarschijnlijk tot gevolg hebben dat het zaagblad uit het
werkstuk omhoog komt en dat zal de zaag met kracht in de richting
van de gebruiker gooien.
e )
Laat uw hand nooit de lijn die u wilt gaan zagen, overschrijden,
niet voor en niet achter het zaagblad.
Het werkstuk ondersteunen
“met gekruiste handen”, dat wil zeggen, het werkstuk rechts van
het zaagblad vasthouden met uw linkerhand of andersom, is
heel gevaarlijk.
f )
Reik niet met één van uw handen achter de langsgeleiding, op
een afstand van minder dan 100 mm van een van de zijden van
het zaagblad, bijv. om houtresten te verwijderen, of om welke
andere reden dan ook, terwijl het zaagblad draait.
U zult dan
misschien niet merken hoe dicht uw hand bij het zaagblad is en u zult
ernstig letsel kunnen oplopen.
g )
Inspecteer uw werkstuk voordat u gaat zagen. Is het werkstuk
gebogen of krom, klem het dan op een ander gedeelte dan
de kromming tegen de langsgeleiding. Let er altijd goed op
dat er geen ruimte is tussen het werkstuk, de langsgeleiding
en de zaagtafel, langs de te zagen lijn. Verbogen of kromme
werkstukken kunnen draaien en verschuiven en kunnen het
draaiende zaagblad tijdens het zagen doen vastlopen.
Er mogen
geen spijkers of andere voorwerpen in het werkstuk zitten.
h )
Gebruik de zaag pas als de zaagtafel vrij is van alle andere
voorwerpen dan het werkstuk, bijv., gereedschap, houtresten,
enz.
Klein afval of losse stukken hout of andere voorwerpen die in
aanraking komen met het draaiende zaagblad kunnen met hoge
snelheid worden weggeworpen.
i )
Zaag slechts een werkstuk tegelijk.
Een stapel van meerdere
werkstukken kan niet goed worden vastgeklemd of gesteund en kan
het zaagblad laten vastlopen of kan tijdens het zagen verschuiven.
j )
Controleer voordat u de verstekzaag gaat gebruiken, dat het
gereedschap op een vlak, stevig werkoppervlak is gemonteerd
of geplaatst.
Een vlak en stevige werkoppervlak maakt dat er minder
risico is dat de verstekzaag onstabiel wordt.
k )
Plan uw werkzaamheden. Controleer, iedere keer dat u de
stand van de zaag of de verstekhoek wijzigt, dat de verstelbare
langsgeleiding goed is ingesteld zodat het werkstuk wordt
ondersteund en de langsgeleiding het zaagblad of het systeem
van beschermkappen niet hindert.
Verplaats het zaagblad,
zonder dat u het gereedschap op “AAN” zet en zonder werkstuk op de
zaagtafel, langs een volledige gesimuleerde zaagsnede, zodat u zeker
weet dat er niets in de weg zit en dat er geen gevaar is dat u in de
langsgeleiding zaagt.
Содержание DCS365
Страница 1: ...Final Page Size 172 x 240 mm DCS365 ...
Страница 4: ...2 Fig B Fig C Fig D Fig F1 Fig E 16 26 44 Fig F2 27 22 4 28 29 30 31 35 16 44 10 ...
Страница 5: ...3 Fig F3 Fig G1 Fig H Fig G2 Fig I 31 32 30 33 34 Fig G3 Fig G4 1 36 18 14 37 ...
Страница 6: ...4 Fig J Fig L1 Fig K Fig L2 Fig M Fig N Fig O Fig P 9 9 9 8 7 5 12 42 41 39 40 45º 48º 12 38 21 25 ...
Страница 7: ...5 Fig Q Fig R angle A A B Fig S Fig T Fig U Fig V 11 43 11 43 Fig W Fig X ...