6. Filterrooster
7. De urenteller
Air inlet - Luchtinlaat
Air outlet - Luchtuitlaat
► Bedieningspaneel FIG. 2
1. display van de vochtigheidsgraad
2. bedrijfslampje
3. ontdooilampje
4. geheugenlampje
5. lampje „volle tank”
6. geheugen
7. vochtigheid omhoog
8. vochtigheid omlaag
9. AAN/UIT knop
►►
►
3. BEDIENING GEBRUIKSAANWIJZING
KNOPPEN:
► AAN/UIT: Druk op de knop AAN/UIT. Het apparaat
werkt in de cyclus: „AAN-UIT-AAN”.
► Vochtigheid omhoog/omlaag: Druk eenmaal op de
knop “Vochtigheid omhoog” of “Vochtigheid omlaag” om
het vochtigheidsgehalte met 1% te laten stijgen of dalen.
Houd de knop gedurende 1,5 seconde ingedrukt om de
percentagewaarde met 5% per seconde te doen stijgen
of dalen.
► Geheugenknop: Druk op de geheugenknop (het ge
-
heugenlampje zal gaan branden) om de geheugenfunctie
te activeren voor wanneer het apparaat wordt uitgescha
-
keld. Druk nogmaals of de geheugenknop en het lampje
zal uitgaan en de geheugenfunctie zal worden gedeacti
-
veerd.
HET APPARAAT AANZETTEN:
► Steek de netstekker in het stopcontact. Het apparaat
zal een kort geluid maken.
► Druk op de knop “ON/OFF”. Het bedrijfslampje zal
aangaan en de en de display van de vochtigheidsgraad
zal de eerder ingestelde vochtigheidsgraad laten zien.
De begininstelling van de vochtigheidsgraad is 60%. Na
3 seconden zal de display van de vochtigheidsgraad de
werkelijke vochtigheidsgraad laten zien.
► Gebruik de pijltjes omlaag en omhoog om de gewens
-
te vochtigheidsgraad in te stellen. Indien de ingestelde
vochtigheidsgraad 3% lager is dan de werkelijke voch
-
tigheidsgraad, dan werkt het apparaat en indien de inge
-
stelde vochtigheidsgraad 3% hoger is dan de werkelijke
vochtigheidsgraad, dan stopt het apparaat met werken.
► Indien de ingestelde vochtigheidsgraad lager is dan
30% werk het apparaat onafgebroken en staat er “CO”
op de display.
HET APPARAAT UITSCHAKELEN:
► Druk op de knop “ON/OFF” tijdens de werking van het
apparaat. Het apparaat zal worden uitgeschakeld en alle
lampjes en de display zullen uitgaan.
LET OP:
► Indien de ingestelde vochtigheidsgraad hoger is dan
de werkelijke vochtigheidsgraad, dan zal het apparaat
niet werken.
► Indien de watertank vol is, gaat het lampje „volle tank”
aan. Ondertussen schakelen de compressor en ventila
-
tormotor automatisch uit en de luchtontvochtiger zal om
de 5 minuten een geluid maken totdat de watertank wordt
geleegd. Nadat de watertank is geleegd, zal het apparaat
weer gaan werken.
► Gedurende het ontvochtigingsproces moeten de venti
-
latormotor en de compressor minstens 3 minuten werken
na het starten. De luchtontvochtiger mag niet eerder dan
na drie minuten na het uitschakelen weer wordt aangezet.
► Bij lage temperaturen zal de luchtontvochtiger auto
-
matisch naar de ontdooistand omschakelen. Tijdens het
ontdooien gaat het ontdooilampje aan. De compressor
werkt en de ventilator stopt.
► Indien de geheugenknop wordt ingedrukt, wordt de
werkelijke vochtigheidsgraad opgeslagen, zelfs wanneer
het apparaat wordt uitgeschakeld. Bij het opnieuw opstar
-
ten, zal het apparaat werken volgens de opgeslagen in
-
stellingen.
► De display van de vochtigheidsgraad laat een vochtig
-
heidsgraad van 30% tot 90% zien.
► Als u de luchtontvochtiger gedurende een langere pe
-
riode niet gebruikt, haal dan altijd de stekker uit het stop
-
contact.
VASTE WATERAFVOER:
► Neem de watertank uit het apparaat, verwijder het af
-
sluitdopje van het pijpje onderaan het apparaat, plaats
een afvoerslang over het pijpje, plaats de watertank terug
in het apparaat en laat de slang via de bodem van het ap
-
paraat over de gehele lengte gelijkmatig aflopen.
►►
►
4. ONDERHOUD EN VEILIGHEID
► FIG. 3
Gebruik geen verlengsnoer of stekkerdoos. Dit kan leiden
tot brandgevaar, straling of een elektrische schok.
► FIG. 4
Gebruik de luchtontvochtiger niet in de buurt van een ver
-
warming of een andere hittebron. Dit kan namelijk leiden
tot het smelten van het apparaat en zelfs ontbranding er
-
van.
► FIG. 5
Gebruik de luchtontvochtiger niet buitenshuis (in de zon,
wind of regen). Het apparaat is uitsluitend geschikt voor
gebruik binnenshuis
► FIG. 6
Indien er zich problemen voordoen (bijvoorbeeld een
brandlucht), dient het apparaat meteen te worden uitge
-
schakeld en de stekker uit het te worden stopcontact ge
-
haald. Anders kan dit leiden tot brandgevaar, een elektri
-
sche schok of andere problemen.
► FIG. 7
Gebruik het apparaat niet op plekken waar het bloot kan
worden gesteld aan chemische middelen. Dit kan het ap
-
paraat beschadigen en leiden tot een lekkage.
► FIG. 8
Als u de luchtontvochtiger gedurende een langere peri
-
ode niet gebruikt, haal dan altijd de stekker uit het stop
-
contact.
► FIG. 9
Haal altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u
het apparaat of een onderdeel ervan wilt reinigen. Anders
bestaat er risico op een elektrische schok.
► FIG. 10
Indien het apparaat op een vaste waterafvoer is aangeslo
-
ten, zorg ervoor dat het condenswater vrijelijk kan worden
afgevoerd. Indien de temperatuur van de omgeving rond
het vriespunt ligt, wordt een vaste waterafvoer afgeraden.
en
it
de
es
fr
nl
da
fi
no
sv
pl
ru
cs
hu
sl
hr
lt
lv
et
ro
sk
bg
uk
zh
SI
SK