3 Plaatsing en installatie
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
138
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
Daikin Altherma 3 R ECH
₂
O
008.1451099_00 – 07/2020
3‒35 Aansluiting warmtepomp-buitenunit
INFORMATIE
Als de warmtepomp-buitenunit wordt uitgeschakeld via een
door het energiebedrijf voorgeschreven circuit, wordt de
binnenunit niet uitgeschakeld.
3.7.6
Buitentemperatuursensor (optioneel)
aansluiten
De
warmtepomp-buitenunit
heeft
een
geïntegreerde
buitentemperatuursensor die voor de door het weer geleide
aanvoertemperatuurregeling met vorstbeschermingsfunctie wordt
gebruikt. Met de optionele buitentemperatuursensor kan de door het
weer geleide aanvoertemperatuurregeling nog geoptimaliseerd
worden.
▪ Montageplek ongeveer op een derde van de hoogte van het
gebouw (minimale afstand vanaf de grond: 2 m) aan de koudste
kant van het gebouw (noorden of noordoosten) kiezen. Hierbij de
nabijheid
van
externe
warmtebronnen
(schoorstenen,
luchtschachten) en directe zonlicht uitsluiten.
▪ Buitentemperatuursensor zo aanbrengen dat de kabeluitgang
naar beneden is gericht (voorkomt het binnendringen van vocht).
VOORZICHTIG
Het parallel leggen van de sensor- en netkabel in een
installatiebuis kan aanzienlijke storingen veroorzaken in de
normale werking van de binnenunit.
▪ De sensorleiding moet altijd apart worden gelegd.
1
Buitentemperatuursensor
aansluiten
op
tweedraads
sensorkabel (minimale diameter
1 mm
2
).
2
Sensorkabel naar de binnenunit leggen.
3
Installatiestappen in
"3.7.4 Algemene informatie over de
4
Sensorkabel
aansluiten
op
klemmenstrook
XTA1
(zie
"3.7.2 Positie van de schakelprintplaten en klemrails"
5
In
de
regeling
RoCon+
HP1
de
parameter
[Buitentemperatuursensor] op ‘Aan’ instellen [→ Hoofdmenu
→ Configuratie → Sensoren].
3.7.7
Extern schakelcontact
Door het aansluiten van een extern schakelcontact (
Aansluiting EXT-schakelcontact"
138]) kan de bedrijfsmodus van
de binnenunit worden omgeschakeld.
Door een veranderende weerstandswaarde wordt de huidige
bedrijfsmodus gewijzigd (
" 3‒2 Weerstandswaarden voor de
138]). De omschakeling van de
bedrijfsmodus werkt alleen zolang het externe schakelcontact
gesloten is.
De bedrijfsmodus beïnvloedt het directe circuit van de binnenunit en
alle andere verwarmingscircuits die optioneel op deze unit zijn
aangesloten.
Als speciale functies zoals ‘Handmatig’ zijn geactiveerd, wordt de
ingang niet geëvalueerd.
3‒36 Aansluiting EXT-schakelcontact
3‒2 Weerstandswaarden voor de analyse van het EXT-signaal
Bedrijfsmodus
Weerstand R
V
Tolerantie
Stand-by
<680Ω
±5%
Verwarmen
1200Ω
Verlagen
1800Ω
Zomer
2700Ω
Automatisch 1
4700Ω
Automatisch 2
8200Ω
INFORMATIE
Bij weerstandswaarden groter dan de waarde voor
‘Automatisch 2’, wordt de ingang genegeerd.
INFORMATIE
Door de in de regeling RoCon+ HP1 geïntegreerde functie
[Verwarmingsondersteuning
(HZU)]
(zie
de
gebruiksaanwijzing voor de regeling) is het niet nodig om
de EXT-aansluiting te verbinden met de aansluiting van het
branderafsluitcontact van het zonnesysteem.
3.7.8
Externe warmtevraag (EBA)
Door het EBA-schakelcontact aan te sluiten op de binnenunit (
en
de
overeenkomstige parametrering in de regeling ervan RoCon+ HP1,
kan via een extern schakelcontact een warmtevraag worden
gegenereerd. Als het schakelcontact wordt gesloten, schakelt de
binnenunit naar de verwarmingsmodus. De aanvoertemperatuur
wordt geregeld naar de temperatuur die in de parameter
[Aanvoertemp. modus verwarmen] is ingesteld, [→ Hoofdmenu
→ Configuratie → Verwarmen].
Het EBA-schakelcontact heeft voorrang voor een verzoek door de
kamerthermostaat.
Bij koelwerking, stand-by, handbediening en zomermodus wordt het
schakelcontact niet geanalyseerd. Bovendien wordt er geen
rekening gehouden met de verwarmingsgrenzen.
3‒37 Aansluiting EBA-schakelcontact
Содержание Altherma 3 R ECH2O
Страница 342: ......
Страница 343: ......
Страница 344: ...008 1451099_00 07 2020 Copyright Daikin Verantwortung für Energie und Umwelt ...