NEDERLANDS
31
INHOUDSOPGAVE
pag.
1. ALGEMEEN
36
2. RICHTLIJNEN
36
2.1. Gekwalificeerd
technisch
personeel
36
2.2. Veiligheid
36
2.3. Verantwoordelijkheid
36
3. INSTALLATIE
36
4. ELEKTRISCHE
AANSLUITING
37
5. START
37
5.4
Werkingslogica van de groep
37
5.5.
Afstelling van de druk van de groep
37
5.6.
Stop van de pompen wegens alarm
37
6.
INSTRUCTIES VOOR HET BEDRIJF VAN DE GROEP
39
7. ONDERHOUD
39
7.3.
Het opsporen en verhelpen van storingen
39
1.
ALGEMEEN
Lees deze documentatie aandachtig door alvorens over te gaan tot de installatie.
De installatie en de functionering dienen te voldoen aan de veiligheidsvoorschriften van het land waar het product
geïnstalleerd wordt. Alle werkzaamheden dienen volgens de juiste technische regels te worden uitgevoerd en uitsluitend door
gekwalificeerd technisch personeel te worden verricht
(paragraaf 2.1
.), dat beschikt over de door de huidige voorschriften
gevraagde vereisten.
Het veronachtzamen van de veiligheidsvoorschriften kan persoonlijk letsel en schade aan de apparatuur
tot gevolg hebben en doet bovendien de garantie vervallen
.
Dit handboek zorgvuldig bewaren, om het ook na de installatie nog te kunnen raadplegen
.
2.
RICHTLIJNEN
2.1.
Gekwalificeerd
technisch
personeel
Het is noodzakelijk de installatie uit te laten voeren door competent en gekwalificeerd personeel, dat beschikt over de
technische kennis die vereist wordt door de specifieke, geldende voorschriften op dit gebied
.
Onder gekwalificeerd personeel
verstaat men personen die op grond van hun vorming, ervaring en opleiding en op grond
van hun kennis van de betreffende normen, voorschriften, maatregelen voor het voorkomen van ongevallen en van de
bedrijfsomstandigheden, door de verantwoordelijke voor de veiligheid van de installatie zijn geautoriseerd om alle
noodzakelijke werkzaamheden te verrichten en die bij het uitvoeren van deze werkzaamheden elk gevaar weten te herkennen
en vermijden (definitie technisch personeel IEC 60634).
Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met beperkte lichamelijke,
sensoriële of mentale vermogens, of die onvoldoende ervaring of kennis ervan hebben, tenzij zij bij het gebruik
van het apparaat onder toezicht staan van of geïnstrueerd worden door iemand die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid. Kinderen moeten in het oog gehouden worden om erop toe te zien dat ze niet met het apparaat spelen.
2.2.
Veiligheid
De pomp mag alleen gebruikt worden indien het elektrische systeem beschikt over de veiligheidsinrichtingen die worden voorgeschreven
door de geldende richtlijnen in het land waar het product geïnstalleerd wordt (voor Italië is dit CEI 64/2
).
2.3.
Verantwoordelijkheid
De fabrikant is niet aansprakelijk voor de goede functionering van de groep of voor eventuele schade die
door de groep wordt veroorzaakt, indien deze onklaar gemaakt of gewijzigd is en/of indien men de groep
buiten het aanbevolen werkbereik laat functioneren of zonder de hulp van onze bedienings- en
beveiligingspanelen.
De fabrikant aanvaardt daarnaast geen enkele aansprakelijkheid voor mogelijke onnauwkeurigheden in
dit instructiehandboek indien deze te wijten zijn aan druk- of transcriptiefouten. De fabrikant behoudt
zich het recht voor die wijzigingen aan de producten aan te brengen die hij noodzakelijk of nuttig acht,
zonder hiermee de fundamentele eigenschappen van de producten te veranderen.
3.
INSTALLATIE
3.1.
De groep moet worden geïnstalleerd op een goed geventileerde plek, beschermd tegen de
weersomstandigheden en met een omgevingstemperatuur niet hoger dan 40°C (afb. 1).
Om de groep te verplaatsen, hem optillen bij het onderstel.
De groep niet optillen bij de perscollector: risico voor beschadiging van de Active Driver modules!
Stel de groep zodanig op dat eventuele onderhoudswerkzaamheden zonder moeite kunnen worden
uitgevoerd.
3.2.
Verzeker u ervan dat de leidingen van de installatie op autonome wijze ondersteund zijn en niet met hun
gewicht op de collectors van de groep rusten, om vervormingen of breuk van componenten te voorkomen
(afb. 2).
Het is bovendien raadzaam bij de aansluiting van de collectors op de installatie trildempende koppelingen
aan te brengen.