NEDERLANDS
NL
241
in
(2)
=7, 8
Systeem
reset
storingen en
waarsch.
Geen
actie
Stop van
het systeem
F3 + reset
storingen en
waarsch.
Geen
actie
Stop van het
systeem
(1)
in =9
Rest storingen
en waarsch.
Geen
actie
Rest sto-
ringen en
waarsch.
Geen
actie
Geen
actie
in
(2)
=10, 11, 12
,
13 Functie Kiwa
(signaal lage
druk in ingang)
Geen
actie
Stop van het
systeem F4
Geen
actie
Stop van het
systeem
(1)
PR=0
Afstand-druk-
sensor gedeacti
-
veerd
Geen
actie
Geen
actie
Geen
actie
Geen
actie
PR=1
Gebruik
afstand-druk-
sensor
Geen
actie
Setpoint op
afstandsensor
Geen
actie
Het afstand-
setpoint wordt
genegeerd
(1)
De activering van de functie die hoort bij deze cel + willekeurig welke
andere functie in veiligheidsmodus veroorzaakt een stop van het systeem.
In dit geval toont het systeem de belangrijkste oorzaak van de stop.
(2)
I door een komma gescheiden nummers geven de mogelijke waarden
aan die kunnen worden ingesteld voor de functie in kwestie.
Voor wat betreft de besturingseenheid daarentegen: als de communicatie
verbroken wordt, wordt het relais 1 ingeschakeld volgens de instellingen
van O1 (zie tab 20), waarbij het wegvallen van de communicatie als een
foutconditie wordt beschouwd.
Tabel 5: Interventie van de veiligheidsmodus.
5.1.4 - Instelling van de functies vanaf besturingseenheid
De default-waarde van alle ingangen en van de afstand-druksensor is
DISABLE, om ze te kunnen gebruiken moeten ze dus worden geactiveerd
door de gebruiker, zie par 7.6.15 – Instelling van de digitale hulpingangen
IN1, IN2, IN3, IN4, par druksensor 7.5.6 - PR: Afstand-druksensor.
De uitgangen zijn als default geactiveerd, zie functies uitgangen par 7.6.16
- Instelling van de uitgangen OUT1, OUT2.
Als er geen enkele besturingseenheid geassocieerd is, worden de functies
van ingangen, uitgangen en afstand-druksensor genegeerd en hebben
geen enkel effect, hoe ze ook zijn ingesteld.
De parameters die aan de besturingseenheid gekoppeld zijn (ingangen,
uitgangen en druksensor) kunnen ook worden ingesteld als de verbinding
afwezig of zelfs niet tot stand gebracht is.
Indien de besturingseenheid geassocieerd is (deel uitmaakt van het wire
-
less netwerk van de e.sybox), maar door problemen afwezig of niet zicht
-
baar is, zullen de parameters die gekoppeld zijn aan de functies, wanneer
ze worden ingesteld op een waarde anders dan disable, knipperen om aan
te geven dat ze hun functie niet kunnen vervullen.
5.1.5 - Associatie en dissociatie e.sybox met besturingseenheid
Voor de associatie tussen e.sybox en besturingseenheid gaat u op dezelf
-
de manier te werk als voor de associatie van een e.sybox: vanaf pagina AS
van het installateurmenu drukt u gedurende 5 sec. op de toets “+” totdat de
blauwe led begint te knipperen (zowel voor enkele esybox als voor esybox
in groep). Hierna drukt u op de besturingseenheid 5 sec. lang op de toets
tasto ► totdat de blauwe communicatieled begint te knipperen. Zodra de
verbinding tot stand is gebracht blijft deze led vast branden en op pagina
AS van de esybox verschijnt het symbool van de e.sylink.
De dissociatie van de e.sylink is analoog aan die van e.sybox: vanaf pagi
-
na AS van het installateurmenu drukt u 5 sec lang op de toets “-”; hierdoor
worden alle aanwezige wireless verbindingen opgeheven.
Содержание E.sybox 30
Страница 6: ......
Страница 59: ...ITALIANO IT 56 ...
Страница 62: ......
Страница 116: ......
Страница 172: ......
Страница 228: ......
Страница 284: ......
Страница 340: ......
Страница 394: ......
Страница 448: ......
Страница 501: ...ROMÂNĂ RO 498 ...
Страница 504: ......
Страница 560: ......
Страница 616: ......
Страница 669: ...TÜRKÇE TR 666 ...
Страница 672: ......
Страница 728: ......
Страница 781: ...ČESKY CZ 778 ...
Страница 784: ......
Страница 838: ......
Страница 889: ......
Страница 906: ...903 فارسی ...