nl
Uw apparaat leren kennen
114
Temperatuurindicatie
De temperatuurindicatie geeft de voortgang van het op-
warmen aan.
Na het begin van het gebruik wordt de thermometer
verlicht en vullen de balken daarnaast zich, om de
voortgang van het voorverwarmen van de binnenruimte
aan te geven. Wanneer alle balken zijn gevuld, dan is
het apparaat voorverwarmd. Bij grill zijn de balken di-
rect gevuld.
Bij magnetronfunctie is er geen temperatuurindicatie.
Door thermische traagheid kan de weergegeven tem-
peratuur een beetje afwijken van de werkelijke tempe-
ratuur in de binnenruimte.
Nachtmodus
Om energie te besparen wordt de displayhelderheid
van 22.00 tot 5.59 uur automatisch gereduceerd.
4.2 Verwarmingsmethoden
Hier vindt u een overzicht van de verwarmingsmethoden. U krijgt aanbevelingen over het gebruik van de verwar-
mingsmethoden.
Symbool
Naam
Temperatuur / standen
Gebruik
Magnetron
Magnetronvermogens:
¡
90 W
¡
180 W
¡
360 W
¡
600 W
¡
900 W
Voor het ontdooien, berei-
den en verwarmen van ge-
rechten en vloeistoffen.
Hete lucht
40 °C
100-230 °C
Gistdeeg laten rijzen, slag-
roomtaarten ontdooien.
Op één niveau bakken of
braden.
Circulatielucht-grillen
100-230 °C
Gevogelte, hele vis of gro-
tere stukken vlees braden.
Voorverwarmen
30-70 °C
Servies voorverwarmen.
Grill
Grillstanden:
¡
1 = laag
¡
2 = gemiddeld
¡
3 = sterk
Platte grillstukken, zoals
steaks, worstjes of toast
grillen. Gerechten gratine-
ren.
Programma's
-
Voor vele gerechten zijn er
voorgeprogrammeerde in-
stellingen.
4.3 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Verlichting van de binnenruimte
Wanneer u de deur van het apparaat opent, gaat de
verlichting in de binnenruimte aan. Blijft de deur langer
dan 15 minuten open, dan gaat de verlichting weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de verlichting van de
binnenruimte in zodra het gebruik wordt gestart. Wan-
neer het gebruik eindigt, gaat de verlichting van de bin-
nenruimte uit.
Of de verlichting van de binnenruimte bij gebruik in-
schakelt, kunt u vastleggen in de basisinstellingen.
→
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld.
Warme lucht komt vrij via de ventilatiesleuven boven de
apparaatdeur.
LET OP!
Door het afdekken van de ventilatiesleuven raakt het
apparaat oververhit.
▶
Dek de ventilatiesleuven niet af.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt. Wanneer het
apparaat in de magnetronfunctie wordt gebruikt, blijft
het apparaat koud, de koelventilator schakelt niettemin
in. De koelventilator kan blijven draaien, ook wanneer
het gebruik van de magnetron reeds is beëindigd.