33
32
• Verzeker u ervan dat de gebruikers
van de wandelwagen goed weten
hoe hij werkt.
• Als de wandelwagen niet wordt
gebruikt, dient hij buiten het bereik
van kinderen te worden gehouden.
LIJST MET ONDERDELEN
Controleer of alle componenten voor dit model voorhan-
den zijn voordat u de wagen in elkaar zet. Mocht er iets
ontbreken, neem dan contact op met de Chicco Klanten-
dienst. U hoeft geen gereedschap te gebruiken om de wa-
gen in elkaar te zetten. U heeft de volgende delen nodig
om de wagen in elkaar te zetten:
• Frame
• 2 voorwielen
• 2 achterwielen
• Zonnekap
• Boodschappenmand
• Stoffen bekleding
• Gewatteerde schouderbeschermstukken en tussenbeenstuk
• Regenhoes
• Tas/rugzak voor transport van wandelwagen
TIPS VOOR HET REINIGEN EN HET ONDERHOUD
Dit artikel heeft geregeld onderhoud nodig.
Reinigings- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen
door een volwassene worden verricht.
REINIGEN
De bekleding kan van de wandelwagen verwijderd worden
(zie paragraaf
DE BEKLEDING VAN DE WANDELWAGEN
NEMEN EN AANBRENGEN
).
Reinig de stoffen delen met een vochtige spons en een
neutraal wasmiddel.
Reinig de kunststof delen regelmatig met een vochtige
doek.
Na eventuele aanraking met water moeten de metalen de-
len afgedroogd worden om roestvorming te voorkomen.
Hieronder worden de wassymbolen en de betekenis ervan
weergegeven:
Met koud water met de hand wassen
Niet bleken
Niet in de droogtrommel drogen
Niet strijken
Niet chemisch laten reinigen
ONDERHOUD
Smeer de bewegende delen indien nodig met droge sili-
conenolie.
Controleer periodiek de slijtagestaat van de wielen en
houd ze vrij van stof en zand. Verzeker u ervan dat de kunst-
stof delen, die over de metalen buizen lopen, vrij zijn van
stof, vuil en zand om wrijving te voorkomen, die de goede
werking van de wandelwagen kan schaden.
Berg de wandelwagen op een droge plaats op.
ALGEMENE AANWIJZINGEN
DE WANDELWAGEN DE EERSTE MAAL OPENEN EN
MONTEREN
1. Trek aan de laterale ontgrendelhendel (Fig. 1) om de wan-
delwagen te openen, roteer de greep en hef hem tot het
frame volledig open is (Fig. 1A); controleer of de voorste
poten vergrendeld zijn en of de greep volledig uitgetrok-
ken en bevestigd is (Fig. 1B).
WAARSCHUWING:
Verzeker u er voor gebruik van dat de
wandelwagen op de open stand vergrendeld is, door te
controleren of het mechanisme inderdaad geblokkeerd is.
DE VOOR- EN ACHTERWIELEN MONTEREN
2. Breng het voorwiel aan door de voorste pootbuis in de
hiervoor bestemde opening te steken tot u de vergren-
delklik hoort (Fig. 2). Herhaal dezelfde handeling bij het
tweede voorwiel.
3. Om de achterwielen te monteren steekt u de wielpen
in de opening in de stang van de achteras, zoals in fig. 3
wordt getoond. Herhaal dezelfde handeling bij het an-
dere wiel.
WAARSCHUWING:
Verzeker u ervan, alvorens de wandel-
wagen te gebruiken, dat de wielen goed aan het frame zijn
vastgezet door er hard aan te trekken.
ZONNEKAP
4. Om de zonnekap aan het frame van de wandelwagen te
bevestigen steekt u het metalen rondje in de opening
onder de greep (Fig. 4). Bevestig de elastische lus in de
daarvoor bedoelde zitting (Fig. 4A) en duw de koppeling
van de kap helemaal in zijn zitting (Fig. 4B). Na de han-
deling bevestigt u het elastiekje aan de onderste pin op
de achterzijde van de greepstang (Fig.4C). Het achterste
stoffen stuk van de kap kan aan de rugleuning bevestigd
worden met de aanwezige klittenbanden (Fig.4D)
WAARSCHUWING:
De kap dient aan beide kanten van de
wandelwagen te worden bevestigd.
Controleer of hij goed is vastgemaakt.
5. Om de kap af te stellen trekt u er in het midden aan of
duwt u er in het midden tegen (Fig. 5). De kap kan ver-
lengd worden door de ritssluiting op het eerste stuk te
openen (Fig. 5 -5A). Om de kap te verwijderen van het
frame herhaalt u de onder punt 4 beschreven handelin-
gen in omgekeerde volgorde.
WAARSCHUWING:
Als de kap niet gebruikt wordt, dient
hij buiten het bereik van kinderen te worden gehouden.
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
De wandelwagen is uitgerust met een veiligheidssysteem
met vijf verankeringspunten bestaande uit twee schouder-
banden, twee afstelknoopsgaten, een veiligheidsgordel en
een tussenbeenstuk met gesp.
6.
WAARSCHUWING:
Om ze te gebruiken voor kinderen
vanaf de geboorte tot ongeveer 6 maanden moeten de
schouderbanden worden gebruikt door ze eerst door de
twee horizontale afstelopeningen te halen en de buik-
gordels moeten door de verticale openingen gehaald
worden (Fig. 6). Na het kind in de wandelwagen te heb-
ben gezet doet u hem de veiligheidsgordels om door de
twee gesptongen eerst door de opening van de schou-
derbanden te laten lopen en ze vervolgens in de gesp
van het tussenbeenstuk te steken (Fig. 6A); stel de lengte
van de gordels af door ze op de schouder en het lichaam
van het kind aan te laten sluiten.
7. Druk op de zijtongen en trek eraan om de veiligheidsgor-
del los te maken (Fig. 7-7A).
WAARSCHUWING:
Gebruik altijd de veiligheidssystemen.
Voor de veiligheid van uw kind gebruikt u altijd alle vijf de
verankeringspunten van de veiligheidsgordels.
Zorg ervoor dat u de buikgordels (bijvoorbeeld na het
wassen) en het tussenbeenstuk correct assembleert en
haal ze door de openingen op de rugleuning en op de
zitting. De gordels moeten opnieuw afgesteld worden.
DE RUGLEUNING AFSTELLEN
De rugleuning kan op 4 standen worden afgesteld.
8. Om de rugleuning schuin te zetten haalt u de verstelgreep
aan de achterkant van de rugleuning omhoog (Fig. 8).
9. Om de rugleuning hoog te zetten trekt u hem omhoog
tot hij in de gewenste stand staat (Fig. 9).
WAARSCHUWING:
Met het gewicht van het kind kunnen
deze handelingen moeilijker zijn.
ACHTERSTE REMMEN
De achterwielen zijn uitgerust met dubbele remmen, waar-
door met één enkel pedaal tegelijkertijd op beide achter-
wielen wordt geremd.
10. Om de rem van de wandelwagen te activeren drukt u
het pedaal in het midden op de achterwielenas omlaag
(Fig. 10).
11. Om het remsysteem te ontgrendelen duwt u het pedaal
in het midden van de achterwielenas omhoog (Fig. 11).
ZWENKENDE VOORWIELEN
12. Om de voorwielen vrij te laten draaien moet u de hen-
del tussen de twee wielen (afb. 12) omlaag duwen.
13. Om de wielen te vergrendelen, zet u de hendel weer op
de hoge stand (Fig. 13).
WAARSCHUWING:
Beide zwenkwielen vooraan moeten
altijd tegelijkertijd worden vergrendeld of ontgrendeld.
WAARSCHUWING:
Met de zwenkwielen is de wandelwa-
gen beter bestuurbaar; op hobbelig terrein is het aange-
raden de wielen vergrendeld te gebruiken om soepeler te
rijden (grind, zandweg, etc.).
DE VOETENSTEUN AFSTELLEN
De voetensteun van de wandelwagen kan op 2 standen
worden bevestigd voor meer comfort van het kind.
14. Om de voetensteun in de gewenste stand te zetten be-
dient u tegelijkertijd de twee zijhendels (Fig. 14). Duw
de voetensteun eenvoudigweg omhoog om hem van-
uit de lage stand hoog te zetten.
BOODSCHAPPENMAND
De boodschappenmand is al gemonteerd
15. Om de boodschappenmand te verwijderen maakt u de
zes drukknoppen aan de zijkanten van de mand los (3
aan elke zijde). Haal de linten uit de openingen op het
frame (Fig. 15).
REGENHOES
16. Open de kap helemaal om de regenhoes te bevestigen
en wikkel de klittenbanden om de buizen van de wan-
delwagen op de in afbeelding 16 aangegeven plaatsen.
Содержание miinimo 2
Страница 1: ......
Страница 2: ......
Страница 3: ...3 1B 4A 1A 4C 4D 3 2 1 4B 4 5 5A ...
Страница 4: ...7A 11 7 13 14 9 8 6A 12 10 15 6 ...
Страница 5: ...5 16 17B 17A 18A 18B 18 17 18C 18D 19 19B 19A 2 a b 1 ...
Страница 6: ...6 20B 21 20A 22 20 AV IM ST FU A M SA EL FE Q D A L s r U r s ...
Страница 87: ...мя ...