9. Vervangen van batterijen
Als lage batterijindicator (
3
, afb. 1) gaat branden, moeten de
alkaline batterijen vervangen worden. (Zie sectie 2).
Let wel dat na de plaatsing van nieuwe batterijen:
• Lage batterijindicator tot 15 minuten kan blijven branden.
• De kattendeur herinnert zich alle microchips en I.D. Discs,
slotinstellingen en vergrendelingsstijden, maar de HUIDIGE
TIJD MOET OPNIEUW WORDEN INGESTELD (zie sectie 8.4).
10. Herprogrammering van een kat met microchip of
I.D. Disc.
10.1 Houd de knop met ‘PROG’ 5 seconden ingedrukt,
waarna het volgende nog niet gebruikte kattennummer
gaat knipperen met bewegende lijntjes om de eerste
‘TWO ZEROS’.
10.2 Druk op de ‘+’ knop om het juiste katnummer dat u
wilt herprogrammeren te selecteren, of selecteer het
volgende beschikbare katnummer. (Een ‘P’ naast het
kattennummer geeft aan dat het al geprogrammeerd is,
hoewel u als volgt kunt herprogrammeren).
10.3 Om de microchip van uw kat te programmeren,
stimuleert u uw kat om langzaam door de tunnel te
gaan door de kattendeur open te houden, zoals in afb.
4 wordt getoond. Om een vervangende I.D. Disc te
programmeren, plaatst u de voorkant van de I.D. Disc in
de tunnelopening (afb. 5).
10.4 De draaiende ‘TWO ZEROS’ verdwijnen en ‘Pr’ knippert.
10.5 Druk de ‘SET’ knop in om de instelling op te slaan.
Voor meer katten, totaal maximaal 9, herhaalt u de stappen
10.1 tot 10.5.
11. Fabrieksinstellingen terug zetten
Om de kattendeur de instelling te geven die hij bij aankoop
had, houdt u de ‘+’ knop ongeveer 30 seconden ingedrukt
totdat alle symbolen op het LCD scherm verschijnen. Het
apparaat voert even controle uit en daarna is alleen het ‘IN
& OUT’ symbool op het LCD scherm zichtbaar Met deze
procedure worden alle instellingen van microchip(s) / I.D.
disc(s) en overige gewist. Daarna moet u de microchip(s) / I.D.
disc(s) herprogrammeren (Zie sectie 3).
12. Beveiligingsmodus
Deze kattendeur is voorzien van een hoog beveiligingsmodus
dat uitgeschakeld is zodat uw kat beter aan het nieuwe deurtje
kan wennen. In deze modus geeft het luikje de snelst mogelijke
responstijd op de microchip van de kat.
Zodra de kat aan het gebruik van de kattendeur is gewend,
is het raadzaam om de beveiligingsmodus in te schakelen.
Dit zorgt voor een betere beveiliging tegen binnendringende
wasberen en lastige buurtkatten en een langere levensduur van
de batterij.
U kunt het luikje als volgt omschakelen naar de
beveiligingsmodus (‘Eon’):
12.1 Druk op ‘PROG’ knop en houdt ingedrukt en druk dan
binnen 3 seconden kort op de ‘+’ knop. Laat de ‘PROG’
knop los zodra de display ‘EOFF’ of ‘Eon’ laat zien.
12.2 U kunt tussen ‘EOFF’ en ‘Eon’ overschakelen door de
‘4 WAY’ knop in te drukken. Druk op ‘PROG’ om de
instelling op te slaan.
13. Troubleshooting
13.1 De kat wil de kattendeur niet gebruiken.
Verlegen katten hebben misschien meer tijd nodig om de
kattendeur te leren gebruiken - zelfs al hebben ze eerder
een andere kattendeur gebruikt.
• Probeer de methode ‘Uw kat de kattendeur leren
gebruiken’ (zie sectie 5) nog eens.
• Controleer of de beveiligingsmodus is uitgeschakeld,
zodat uw kat het makkelijker zal vinden om het
kattendeur te gebruiken (zie sectie 12).
13.2 De microchip van de kat kan niet worden
geprogrammeerd
• De microchip van uw kat is misschien defect of
slecht gepositioneerd. Neem contact op met de
klantenservice van Pet Mate of bevestig een I.D. Disc
van Cat Mate aan de halsband van de kat.
13.3 De kattendeur reageert niet op de geprogrammeerde I.D.
disc of microchip en gaat niet open.
• Controleer dat de microchip of I.D. Disc van de kat
het slot bedient als de kop van de kat zachtjes tegen
de kattendeur wordt geduwd, zoals in afb. 6 wordt
getoond.
• Als de kattendeur in een UPVC- / metalen deur is
aangebracht, zorg er dan voor dat de juiste opening in
de deur is gezaagd (Zie sectie 4.2).
• Als de kattendeur in een UPVC- / metalen deur is
aangebracht, controleer dan dat de kattendeur opnieuw
is afgestemd door de batterijen minimaal 2 minuten te
verwijderen.
• Controleer of de 4-voudige vergrendeling zo is
afgesteld dat toegang in de gewenste richting mogelijk
is (zie sectie 8).
• Zorg dat een geprogrammeerd slot niet wordt
geactiveerd (zichtbaar aan knipperend ‘4 WAY’
instelling van slot). Indien nodig kan het tijdslot
uitgeschakeld worden (zie sectie 8.4.12 tot 8.4.14).
• Het beveiligingsmodus is misschien geactiveerd
(aangegeven met ‘Eon’ op de display). Houdt de luikje
stil totdat ‘Eon’ verdwenen is.
• Controleer of de batterijen goed in de houder zitten
(afb. 3), en het lage batterijindicator ( 3 , afb. 1) niet
wordt weergegeven.
• Als u een I.D. Disc gebruikt, controleer dan dat deze
goed aan de halsband van de kat is bevestigd (afb. 7).
• Kijk zo mogelijk of hij werkt met een andere
geprogrammeerde I.D. disc / microchip om te zien
of er een probleem is met een bepaalde I.D. disc /
microchip.
• Controleer of de kattendeur op de goede hoogte is
gemonteerd (zie sectie 4).
• Indien het probleem nog steeds niet verholpen is,
verwijdert u de batterijen en wacht vervolgens minstens
5 minuten. Plaats de batterijen weer in de houder en
herhaal de handeling ‘Fabrieksinstellingen terug zetten’
(zie sectie 11).
13.4 De kattendeur sluit niet goed
• Controleer dat het frame van de kattendeur niet te
stevig met de 2 schroeven is aangedraaid. Draai de
schroeven een beetje losser.
• Dit kan heel af ten toe gebeuren door een bijzonder
voorval, en normaliter herstelt de elektronica zich
binnen 30 minuten. Als het probleem aanhoudt,
verwijdert u de batterijen en wacht 30 minuten voor u
ze terugzet, daarmee zal de juiste vergrendeling zich
weer instellen.