40KQM
NL - 8
50
2%
A AIR B
Montage van het frame en de grille
Haal frame en grille voorzichtig uit de verpakking. Het frame kan met
behulp van kunststof haken aan de binnen-unit worden bevestigd.
Draai de vier schroeven vast, sluit de verbindingskabels aan en zet
ze vast met de kabelbeugel.
Bevestig het frame met de meegeleverde schroeven.
Let goed op de volgende punten:
• De schroeven mogen niet te vast worden aangedraaid omdat
anders het frame zou kunnen vervormen.
• Het frame moet goed aansluiten aan het plafond.
• Er is een afdichting tussen de luchttoevoer- en de luchtuitblaasopeningen.
In de afbeelding voorkomt afdichting A dat de retourlucht wordt
vermengd met de toevoerlucht en afdichting B voorkomt dat de
toevoerlucht boven het verlaagde plafond terecht komt.Na de
montage mag de opening tussen het frame en het verlaagde
plafond niet groter zijn dan 5 mm.
Maken van de doorvoeropening in de buitenmuur voor de
verbindingsleidingen naar de buiten-unit
• Bepaal de plaats van de doorvoeropening in de muur.
Boor een gat van tenminste Ø 70 mm voor de doorvoer van
koudemiddelleidingen en condensaatafvoer.
• Maak een opening in de muur en zorg ervoor dat deze van binnen
naar buiten iets afloopt (5 - 10 mm).
• Voer de elektrische verbindingskabels door de doorvoer (zie
“Elektrische aansluitingen”).
Condensaatafvoer
• Voor een goede condensaatafvoer moet de afvoerleiding vanaf de
binnen-unit aflopend worden aangelegd (2%).
Bovendien moet een sifon van circa 50 mm worden aangebracht
om nare geurtjes te voorkomen.
• Het condensaat mag maximaal 200 mm boven de unit worden
afgevoerd op voorwaarde dat de stijgleiding verticaal is en in lijn
ligt met de flens van de afvoer.
• Als het condensaat meer dan 200 mm boven de unit moet worden
afgevoerd, dan kan 500 mm worden overbrugd wanneer de
diameter van de consaatafvoer wordt verkleind tot rond 12,5 mm.
In alle andere gevallen dient een externe condensaatpomp met
niveauregeling te worden toegepast. Het alarmcontact van deze
externe pomp moet in serie worden geschakeld met de
vlotterschakeling van de unit.
• Isoleer de afvoerleiding met dampdichte isolatie (bijv. neopreen,
5 tot 10 mm dik).
• Indien meer units in een ruimte zijn geplaatst dient de
condensaatafvoer te worden uitgevoerd zoals aangegeven.
Montage
Binnen
Buiten
Kunststof haken
A. Afdichting "A"
B. Afdichting "B"
Voedingskabels
frame
Voedingskabels unit
Beveiligingskoord
Kabelbeugel
Schroeven