voor het laten zakken of ophalen van de pomp.
De pomp mag nooit aan de
elektriciteitskabel verplaatst worden.
De elektriciteitskabel aan de persleiding of touw
bevestigen met klemmen, echter niet te strak om
risico van scheuren uit te sluiten.
3.3. Vaste opstelling met een stationaire
voetbocht met geleidestangen.
De voetbocht zorgt voor snelle controle- en
inspectiewerkzaamheden.
De koppelingvoet, inclusief persaansluiting, wordt
vastgezet op de bodem van de put.
De dompelpomp is verbonden aan de geleideklauw
welke tussen de 2 geleidestangen zit.
Door het gewicht van de dompelpomp valt de
dompelpomp exact voor de opening van de voetbocht.
De pomp kan zeer eenvoudig aan de ketting
opgehesen worden.
Deze werkzaamheden kunnen vele malen worden
uitgevoerd en het maakt controle en inspectie van
de dompelpomp makkelijker (ook al staat de
dompelpomp onder het te verpompen medium).
4. Elektrische aansluitingen
Het aansluiten van de pomp dient door
een gekwalificeerde elektriciën te
gebeuren. Lokale regelgeving dient ten
allen tijde te worden nageleefd.
Volg altijd de veiligheidsregels.
De pomp dient op de juiste wijze geaard te
worden, ook wanneer een niet-metalen
persleiding wordt toegepast.
Zorg ervoor dat de frequentie en hoofdspanning
geschikt is voor de pomp: zie het typeplaatje voor
gegevens.
Voor gebruik in zwembaden (niet wanneer er zich
mensen in bevinden) vijvers of soortgelijke situaties
is het noodzakelijk dat een
aardlekschakelaar
van
maximaal 30 mA in de voeding wordt opgenomen.
Installeer een
schakelaar, voor het verbreken
van de voedingsspanning,
met een
contactafstand van tenminste 3 mm bij alle polen.
Wanneer verlengkabels worden gebruikt, zorg er
voor dat de kabeldraden van voldoende grootte
zijn om voltage-val te voorkomen en dat de
verbindingen droog blijven.
4.1. Eenfase wisselstroompompen
GXCM, GXVM
Deze pompen zijn
voorzien van een
ingebouwde
thermoschakelaar met
kabel H07RN8-F,
4G1 mm
2
en
vlotterschakelaar.
Een schakelkast met
aanloopcondensator
kan op aanvraag
meegeleverd worden.
Schakelschema
4.2. Eenfase pompen GMCM en GMVM
Deze pompen zijn voorzien van een ingebouwde
condensator en een thermische beveiliging,
elektriciteitskabel H07NR8-F, 3G1,5 mm
2
met
stekker en vlotterschakelaar.
4.3. Driefase pompen GXC, GXV
Bij deze pompen dient een
motorbeveiligingsschakelaar, overeenkomstig
nominale stroom, (volgens typeplaatje) in de
schakelkast gebouwd te worden.
4.4. Driefase pompen GMC, GMV
De driefase motoren zijn voorzien van 2 micro-
thermostaten welke verbonden zijn in serie.
Deze thermostaten voorzien bescherming tegen
overbelasten en niet tegen werken met een
geblokkeerde motor.
Daarom schakelkast monteren met
motorbeveiligingsschakelaar gekoppeld met een
controleschakelaar.
Bij driefase draaistroompompen dient een
schakelkast met aangesloten vlotterschakelaar
ingebouwd te worden om pomp tegen droogloop
te beveiligen c.q. voor automatisch in- en
uitschakeling van de pomp.
27
4.93.002/2
M
1
Zwart
Grijs (Blauw)
Bruin
Groen/Geel
4.
93
.0
02
/3
Groen/geel
Zwart
Blauw
Bruin
Grijs
Grijs
Motor
3 ~ 220-240 V
3 ~ 380-415 V
naar de stroomtoevoer
naar stuurstroom
schakelrelais
Содержание GX-40
Страница 36: ...36 5 96 09 250 GX40 180 GM50 6 7 28 00 GX GM 12 20 12 00 28 04 GMV 36 00 14 46 14 47 28 20 14 24 14 00 36 00...
Страница 39: ...39...
Страница 40: ...40...