1. VERWIJDER DE BEVESTINGSSCHROEVEN
VAN DE DEKPLAAT
2 DEKPLAAT
OPTILLEN EN
VERWIJDEREN
FIG 1
TERUGGEWONNEN
WARMTE
WATER UIT
TERUGGEWONNEN
WARMTE
WATER IN
D
A
B
C
DH33
DH55
WATERSTROOM
ZOALS
AANGEGEVEN
STEUNBOUTEN
VAN 15mm
WATERSTROOM
ZOALS
AANGEGEVEN
STEUNBOUTEN
VAN 15mm
100M MAX
KABEL 1mm
2
Luchtreglaar
(Niet meegeleverd)
Vochtigheidsreglaar
(Niet meegeleverd)
Aan / Uit Schakelaar
(Niet meegeleverd)
REMOTE CONTROL
INTERFACE
REMOTE THERMOSTAT
REMOTE HUMIDISTAT
REMOTE ON/OFF
Fig 2
INSTALLATIE INSTRUCTIES
MODELLEN DH30/33/50/55/60/A/AX/ARH
GEZONDHEIDS- & VEILIGHEIDSWAARSCHUWING
Aangezien de warmtepomp elektrische en draaiende onderdelen bevat, wordt aanbevolen dat al het onderhoud aan deze machine ALLEEN door een
erkende reparateur wordt uitgevoerd (zie de garantievoorwaarden). Ontkoppel de machine van de stroomtoevoer, alvorens de machine te openen of de
panelen te verwijderen.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke vermogens, of gebrek aan
ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht staan of worden geïnstrueerd over het gebruik van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid.
Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat kunnen spelen.
INSTALLATIE - MODELLEN 30/33/50/55/60
1. Verwijder de machine uit het verpakkingsmateriaal. Haal de
bevestigingsbeugel tevoorschijn.
2. Plaats de beugel tegen de muur in de gewenste positie. Boor een gat met
een Ø van 6,0 mm (nr. 10) x 60 mm diep, zoals bij 'A' staat aangegeven.
Steek de muurplug in het gat en schroef de beugel op zijn plaats.
3. Zorg dat de beugel horizontaal staat met de waterpas 'D', zoals staat
aangegeven, boor nog een gat en maak de beugel bij 'B' met een
muurplug vast. Vastschroeven.
4. Controleer of de beugel nog steeds horizontaal staat, draai de schroeven
'A' en 'B' goed vast. Boor ten slotte een gat bij 'C' zoals hierboven staat
aangegeven, steek er een muurplug in en schroef de beugel vast.
5. Controleer of alle schroeven goed zijn aangedraaid.
6. Plaats de ontvochtiger over de bevestigingspunten op de beugel.
7. Verwijder de dekplaat aan de voorkant, zoals in FIG. 1 staat aangegeven.
8. De stroomtoevoer naar het toestel moet overeenkomen met de gegevens
op het kenplaatetiket, waarbij speciale aandacht besteed moet worden
aan de meest recente I.E.E.-reguleringen met betrekking tot speciale
voorwaarden voor stroomtoevoer naar machines in een mogelijk vochtige
omgeving.
9. De stroomtoevoer moet verbonden worden op de aansluitdoos aan de
zijkant van de beugel waar de compressor aan hangt. Bruin/rood op
‘stroom’, blauw/zwart op neutraal en aard op de aanwezige steunbout.
10. De ventilatorschakelaar kan altijd op cyclische ventilatie worden gezet
wanneer de vochtigheidsregelaar aangeeft dat er vraag naar is, maar moet
op de continue stand gezet worden voor een goede luchtcirculatie en
minder condensatie.
NB. Bij modellen die uitgerust zijn met LPHW (Low Pressure Hot Water of
warm water onder lage druk) starten de ventilatoren automatisch telkens
wanneer er vraag is naar luchtverwarming.
Op ‘X’-modellen stoppen de ventilatoren in de ontdooistand.
11. Leg de buis van de lekbak naar de afvoer. Een korte buis met 10 mm
Ø is meegeleverd, die naar een vaste afvoerbuis moet worden geleid. Er
zijn twee uitlaatgaten voor de buis, één aan de achterkant en één aan de
onderkant van het toestel.
‘RH’ MODEL, MET WARMTETERUGWINNING NAAR WATER
12. Verbind de leiding van het watercircuit aan de 15 mm steunbouten die uit
de zijkant van de machine steken, zoals hieronder staat aangegeven.
13. Aanbevolen wordt om isolatiekleppen te monteren, zodat de machine
tijdens een onderhoudsbeurt geïsoleerd kan worden.
Maak het watercircuit compleet, zoals op de diagrammen op de volgende
bladzijde staat aangegeven.
(a) De circulatiepomp moet geschikt zijn voor de geplande stroomsnelheid
van de machine plus de weerstand van het watersysteem. ZIE DATA.
MODELLEN MET LPHW
14. Verbind de leiding van het watercircuit aan de 15mm steunbouten die uit
de zijkant van de machine steken, zoals hieronder staat aangegeven.
15. Aanbevolen wordt om isolatiekleppen te monteren, zodat de machine
tijdens een onderhoudsbeurt geïsoleerd kan worden.
Maak het watercircuit compleet, zoals op de diagrammen op de volgende
bladzijde staat aangegeven.
(a) De circulatiepomp moet geschikt zijn voor de geplande stroomsnelheid
van de machine plus de weerstand van het watersysteem. ZIE DATA.
AANSLUITINGEN VAN 12V EXTERNE
VOCHTIGHEIDSREGELAAR OF THERMOSTAAT
AFSTANDSBEDIENING INTERFACE VEREIST TIJDENS HET
BIJSTELLEN VAN DE MACHINE.
Verwijder de verbindingsdraad van de stroomtoevoer in de aansluitdoos
gemarkeerd ‘Remote Control Interface’. Verbind de externe
vochtigheidsregelaar zoals hieronder staat aangegeven. Zorg dat de knop
van de vochtigheidsregelaar helemaal naar links is gedraaid (ofwel maximale
ontvochtiging). Zie Fig 2.
REMOTE ON/OFF
Bij het aansluiten van de afstandsbediening aan / uit-schakelaar te
verwijderen van de koppeling van het elektriciteitsnet in terminal blok
gemarkeerd Remote On / Off. Sluit de schakelaar. Zie Fig 2.