Eclipse Gebruikershandleiding — 141
Gelijkstroomvoeding
Artikelnr. 5942-SEQ
GELIJKSTROOMvOEDING
Met een gelijkstroomvoeding kan het systeem functioneren via
gelijkstroomcontacten, zoals die van motorvoertuigen.
1. Start uw voertuig.
2. Plaats het gelijkstroomsnoer in de ingang aan de zijkant van het
apparaat.
3. Plaats de gelijkstroomstekker in het gelijkstroomcontact van uw
voertuig.
Wanneer het apparaat correct is aangesloten en gevoed wordt via de
gelijkstroombron, licht een groen licht op aan de voeding en licht de
indicator voor externe voeding
op, op het bedieningspaneel.
Gelijkstroomvoedingsaansluiting van de Eclipse 5
Als de Eclipse 5 aangesloten is op gelijkstroomvoeding in een
voertuig, is het volgende van toepassing:
• De Eclipse 5 zal functioneren tegen 3,0 LPM bij continue
dosering tijdens gebruik met gelijkstroomvoeding in een auto.
• De Eclipse 5 zal de accu opladen bij gelijkstroomvoeding in een
auto en een continue dosering van 2 LPM of minder.
• Tijdens het opladen van de accu van de Eclipse 5, is het
accusymbool in beweging. Als de accu van de Eclipse 5 niet
oplaadt, is het accusymbool vast.
Mogelijke instellingen bij werking op gelijkstroom voor de
Eclipse 5
Debietregeling
Continue
Bolus (ml)
Puls
0,5
Ja
-
-
1,0
Ja
16
Ja
1,5
Ja
24
Ja
2,0
Ja
32
Ja
2,5
Ja
40
Ja
3,0
Ja
48
Ja
-
-
56
Ja
-
-
64
Ja
-
-
72
Ja
-
-
80
Ja
-
-
88
Ja
-
-
96
Ja
-
-
128
Ja
-
-
160
Ja
-
-
192
Ja
Opmerking: als het apparaat werkt op gelijkstroomvoeding, wordt de accu niet
opgeladen.
Opmerking: als het apparaat werkt op gelijkstroomvoeding, is het aanbevolen
om pulsdosering te gebruiken indien voorgeschreven.
Opmerking: om na te gaan of het apparaat gelijkstroom gebruikt, controleert
u of de indicator voor externe voeding oplicht. Als u een pieptoon hoort, kan
dit duiden op verlies van externe voeding. Controleer of de groene ledlamp
voor accuvoeding aan of uit is. Als de accu verwijderd wordt op gelijkstroom,
is er geen ladingverlies tijdens gebruik van het apparaat. Als de indicator niet
oplicht, wordt het apparaat gevoed door de accu.
WAARSCHUWING: BLOKKEER NOOIT DE OPENINGEN vOOR
LUCHTTOEvOER/-AFvOER. DIT KAN HET APPARAAT DOEN
OvERvERHITTEN EN DE GOEDE WERKING ERvAN BEïNvLOE-
DEN.
WAARSCHUWING: ALS DE GELIJKSTROOMvOEDINGSBRON vAN HET
vOERTUIG ONDER 11,5 vOLT DAALT, ZAL DE ECLIPSE OvERSCHAKELEN
OP ACCUvOEDING (ALS DE ACCU AANWEZIG EN GELADEN IS). (DE INDI-
CATOR vOOR EXTERNE vOEDING KAN AAN BLIJvEN)
Opmerking: de effectieve prestaties van de Eclipse kunnen variëren naargelang
de gebruiksvoorwaarden van het voertuig.
Opmerking: bij gebruik van gelijkstroomvoeding, zijn voor de Eclipse 3 de
instellingen 2,5 en 3,0 LPM voor continue dosering niet beschikbaar, evenals
de bolussen van 128, 160 en 192 ml voor pulsdosering.
Opmerking: bij gebruik van een gelijkstroomvoedingsbron gaan instellingen
hoger dan 2,0 LPM voor continue dosering automatisch over naar een regeling
van 2,0 LPM.