NL
31
Algemeen
Storingen treden meestal op als
het apparaat niet correct behan-
deld of onderhouden. De vol-
gende tabel staan de frequentst
optredende storingen en het ver-
helpen daarvan. Bij verdere sto-
ringen dient u de dichtstbijzijnde,
door de fabrikant geautoriseerde
servicedienst of de geautori-
seerde vakhandel op te zoeken.
A
Opgelet! Reparaties waar-
voor vakkennis nodig is
mogen alleen door een geautori-
seerde vakman uitgevoerd wor-
den.
A
Opgelet! Uit veiligheids-
overwegingen mogen
alleen originele reserve-
onderdelen van de fabrikant
of door de fabrikant vrijge-
10. Opheffen van storingen
Door regelmatige controleren
(of de schroefverbindingen nog
stevig vast zitten, op scheuren,
beschadigingen) en het vervan-
gen van beschadigde of versle-
ten onderdelen worden ongeval-
len en apparaatuitval voorko-
men.
Reparaties mogen uit veiligheids-
gronden alleen door geautori-
seerd vakpersoneel uitgevoerd
worden. Een servicepunten-
overzicht is bij het apparaat bij-
gesloten.
A
Opgelet! Voor alle werk-
zaamheden, controles en
reparaties van het apparaat
altijd de stekker uit het stopcon-
tact halen. Verwondinggevaar!
Wegens gevaar van letsel en
schade: Reinig het apparaat niet
onder stromend water, in het bij-
zonder niet onder hoge druk!
Berg het apparaat op een droge,
vorstvrije plaats op. De opberg-
plaats mag niet toegankelijk
voor kinderen zijn.
Onderhoud
Het onderhoud omvat werkzaam-
heden die het apparaat in cor-
recte gebruikstoestand houden.
Vervangen van de messen
Gebruik uitsluitend door de
fabrikant voorziene originele
messen. Reservemessen zijn
verkrijgbaar bij de vakhandel.
Beschadigde mesbalken moeten
wegens de daarmee verbonden
onbalans vervangen worden.
Uit veiligheidsoverwegingen
moet dit door de servicepunten
die door de fabrikant zijn geau-
toriseerd of geautoriseerde vak-
handels uitgevoerd worden.
Slijp de mesbalken niet na
(onbalans).
Los om de messenbalk te vervan-
gen, de twee schroeven (afb. 6
Pos. 2). Let er bij de montage
op, dat de vleugels van de mes-
senbalk (afb. 6 Pos. 1) naar de
behuizing tonen. Beide schroe-
ven (afb. 6 Pos. 2) plaatsen en
goed vastschroeven. (Aandraai-
moment: 8 Nm).
Onderhoud
Direct na het maaien kunnen
vuilen grasresten het gemakke-
lijkst verwijderd worden.
Trek de stekker uit het stopcon-
tact en leg het apparaat op
de zijkant. Maak het schoon met
een borstel en een lap.
A
De gazonmaaier mag niet
met stromend water, in het
bijzonder niet onder hoge druk
schoongemaakt worden.
Opbergen
Laat de motor afkoelen voordat
u de machine in een gesloten
ruimte neerzet. Om plaats te
besparen kan de duwstang inge-
klapt worden.
A
Opgelet! Let er bij het
inklappen op dat het snoer
niet geknikt of vastgeklemd wordt.
9. Onderhoud en bewaren
opvangbox aan de draaggreep
vasthouden met in de arretering
hangen.
Aanwijzing:
Als de grasopvangbox
correct is opgehangen ligt de
beschermklep er precies tegen
aan.
Maaien zonder grasopvangbox
De beschermklep zit zo dat ook
met gesloten beschermklep
zonder grasopvangbox gemaaid
kan worden. Het snijgoed wordt
dan onder de beschermklep op
het gazon gelegd.