- 29 -
in de houder en draai de klemschroef aan. Het oculair van
de telescoop wijst nu naar beneden, de lens richting de
poolster. Maak de klemmen van de staaf voor instellen van
de breedtegraad en de DEC-as na elkaar los en breng de
poolster in het midden van het zichtveld.
Vervolgens maakt u de klemmen weer vast. De driepoot
mag nu niet meer verplaatst of versteld worden, omdat
anders de instellingen verloren zouden gaan. De telescoop
is nu correct ingesteld.
Deze procedure is nodig zodat u hemelobjecten eenvoudig
kunt vinden.
6. Richt- of waarnemingspositie
Draai de hoofdtelescoop (buis) 90° (afb. 15, C).
Draai de telescoop 180° naar rechts of links tot de objectief-
lens naar de hemel wijst.
Draai alle klemmen (afb. 13, Y + afb. 15, A) goed vast zodat
u met de buigzame assen kunt richten.
De handmatige bediening van de urenas (R.A-as) met de
buigzame as (afb. 15, D) compenseert de draaiing van de
aarde, zodat het object constant in het zichtveld blijft.
Wanneer u de telescoop op een ander object wilt richten,
maakt u de klemmen (afb. 13, Y + afb. 15, A) los, draait u
de hoofdbuis in de goede richting en maakt u de klemmen
weer vast. De fijne instelling wordt vervolgens weer met de
buigzame assen gedaan (afb. 1, 14+15).
TIP!
De breedtegraad van uw exacte locatie kunt
u vinden in een atlas aan de linker of rech-
ter zijkant van een landkaart. U kunt de
informatie ook vinden bij een VVV-kantoor,
het kadaster of op Internet: Bijvoorbeeld op
www.heavens-above.com. U kunt daar onder
„Anonymous user > Select“ uw land kiezen;
u krijgt dan de gegevens te zien.
i
GEVAAR voor verwondingen!
Kijk met dit toestel nooit direct naar de zon
of naar de omgeving van de zon. Er bestaat
VERBLINDINGSGEVAAR!
7. Bediening - Richttelescoop:
Uw telescoop is nu grofweg goed gericht en ingesteld.
Om een goede positie voor observatie te krijgen, maakt u
voorzichtig de schroeven van de plaat (afb. 1, 8) los, zodat
u de telescoopbuis kunt draaien. Breng het oculair en de
richttelescoop in een zodanige positie dat u comfortabel uw
waarneming kunt doen.
De precieze instelling doet u vervolgens met de richtteles-
coop. Kijk door de richttelescoop en probeer bv. de poolster
(afb. 16) midden in het kruis te krijgen (afb. 17). Bij de
exacte instelling zullen de schaal (afb. 15, D) van de urenas
en de schaal (afb. 15, E) van de declinatieas nuttig zijn.
GEVAAR voor verwondingen!
Kijk met dit toestel nooit direct naar de zon
of naar de omgeving van de zon. Er bestaat
VERBLINDINGSGEVAAR!
8. Bediening - Waarneming:
Nadat u de poolster in de richttelescoop hebt ingesteld, zult
u deze ook in de hoofdtelescoop herkennen wanneer u in
het oculair kijkt.
U kunt nu met behulp van de buigzame assen de telescoop
nog beter op de ster richten en de focus instellen met het
focuswiel (afb. 15, F).
U kunt nu ook het oculair verwisselen (korter brandpunt) om
een hogere vergroting te krijgen. Let erop dat de vergroting
van sterren vrijwel niet waar te nemen is.
TIP!
Het oculair is de lens die zich het dichtst bij
het oog bevindt. Met het oculair wordt het
brandpunt van het door de lenzen onstane
beeld ingesteld - het beeld wordt zichtbaar
gemaakt en extra vergroot. Oculairs met ver-
schillende brandpunten zijn nodig om verschil-
lende vergrotingen te bewerkstelligen. Begin
elke waarneming met een oculair met een
lage vergroting (=verder brandpunt, 20mm).
i
9. Bediening - Sterren zoeken:
In het begin valt de oriëntering aan de sterrenhemel beslist
niet mee, omdat sterren en sterrenbeelden altijd in beweg-
ing zijn en afhankelijk van het seizoen, datum en de tijd hun
positie in de hemel veranderen.
Uitzondering hierop is de poolster. Dat is een vaste ster en
uitgangspunt van alle sterrenkaarten.
Op de tekening ziet u enkele bekende sterrenbeelden en
-stergroeperingen die het hele jaar door zichtbaar zijn. De
groepering van de -hemellichamen is echter afhankelijk van
datum en tijd.
Wanneer u uw telescoop op een van deze sterren hebt
gericht, zult u vaststellen dat hij na korte tijd weer uit het
zichtveld verdwijnt. Om dit effect tegen te gaan gebruikt u
de buigzame as (afb. 15, D) van de urenas zodat uw teles-
coop de schijnbare baan van de ster volgt.
10. Bediening - Accessoires:
Bij de standaarduitrusting van uw telescoop zitten drie
oculairs (afb. 2, 18). Door het oculair te wisselen kunt u de
vergroting van uw telescoop bepalen.
Tip:
Brandpuntsafstand
Telescoop-
: Brandpuntsafstand
Oculair
= Vergroting
700 mm
: 20 mm
= 35 x
700 mm
: 4 mm
= 175 x
De zenitspiegel (afb. 2+18, 19) zorgt voor omkering van het
beeld (spiegelbeeld) en wordt alleen voor hemelwaarnemin-
gen gebruikt.
Om het spiegelbeeld op te heffen, dient u de meegeleverde
omkeerlens te gebruiken.
Maak de klemschroeven los (afb. 8, X) en verwijder de
zenitspiegel uit de oculairhouder (afb. 1, 6). Plaats nu de
omkeerlens (afb. 2, 20) recht in de oculairhouder en draai
de klemschroeven weer handvast aan. Zet dan het oculair
(bv. f=20 mm) in de opening van de omkeerlens en draai de
klemschroef (afb. 9, X) aan.
Om de vergroting te verhogen, kunt u de Barlow lens (afb.
2, 21), zoals hierboven beschreven, in de oculairhouder
plaatsen (fig 19b.). De vergroting is verdrievoudigd. Voor
aardobservatie, is het gebruik van de Barlow lens in combi-
natie met de diagonale spiegel aanbevolen (afb. 18b).
11. Smartphone Houder:
Gevaar voor materiële schade!
Zorg ervoor dat de klemmen goed vast te stellen tijdens het
installeren van de houder, om te voorkomen dat het laten
vallen van uw smartphone.
De BRESSER GmbH aanvaardt geen aansprakelijkheid voor
schade veroorzaakt door verkeerd gebruik van het apparaat
zelf of aan andere apparaten (optica, smartphones, etc.).
12. Bediening - Afbouw:
Na een hopelijk interessante en succesvolle waarneming is
het aanbevolen om de telescoop in zijn geheel in een droge
en goed geventileerde ruimte op te slaan. Vergeet niet om de
stofkappen op de opening van de buis en op de oculairhoud-
er te plaatsen. Alle oculairs en optische hulpmiddelen dienen
in de ervoor bedoelde doosjes te worden opgeborgen.
DE
GB
FR
IT
NL
PL
CZ
SK
HU
RO
SE
ES