– 100 –
A1 February 03/Trb
Voortzetting parametrering
Nederlands
5.2.4
Opslaan van parametersets
Gebruik hiervoor het serviceprogramma VMD01Service.exe op een pc.
Verbindt de seriële poort van de pc via een nulmodemkabel met de
RS232-poort van het apparaat. Voor opslaan moet het programma met de
parameter ’–pd’ worden opgeroepen. De parametergegevens worden in een
bestand opgeslagen, dat zich in dezelfde map bevindt als de software. De
bestandsnaam kan er als volgt uitzien “VMD01ParaXXXXX”. Hierbij staat
XXXXX voor de apparaat-id. De parametergegevens kunnen met de tool ook
weer worden weergegeven. Hiervoor moet als parameter ’–pu’ en het
parameterbestand worden aangegeven. Op deze wijze kan men
parametersets ook van het ene op het andere apparaat kopiëren.