59
MU 100 – 6721804146 (2019/10)
Geoptimaliseerde sensormontage achter de warmtewisselaar
De temperatuursensor (T0) moet op de aanvoer naar de warm-
tewisselaar aan de secundaire zijde (vochtsensor) worden ge-
monteerd (
afbeelding 24 aan het einde van het document).
Voor een geoptimaliseerde sensormontage achter de warmte-
wisselaar bestaan er twee mogelijkheden (
positie [1] met
hoekschroefkoppeling en positie [2], Fig. 4 "Optimised sen-
sor installation"):
Afb. 4
Geoptimaliseerde sensormontage
De temperatuursensor moet in het midden van de buis meten.
▶ De inbouwdiepte van de evenwichtsfles-temperatuursen-
sor met kraanverlengingen aanpassen (
installatiehand-
leiding sensorset evenwichtsfles). Bij een correcte
montage steekt de sensor 1-2 cm in de warmtewisselaar.
3.4
Elektrische aansluiting
▶ Gebruik rekening houdend met de geldende voorschriften
voor de aansluiting minimaal elektrische kabel model
H05 VV-....
3.4.1 Aansluiting BUS-verbinding en temperatuursensor
(laagspanningszijde)
▶ Gebruik bij verschillende geleiderdiameters een ver-
deeldoos voor de aansluiting van de BUS-deelnemers.
▶ Schakel BUS-deelnemers [B] via de verdeeldoos [A] in ster
(
afbeelding 18 aan het einde van het document) of via
BUS-deelnemers met 2 BUS-aansluitingen in serie.
Wanneer de maximale totale lengte van de BUS-verbinding tus-
sen alle BUS-deelnemers wordt overschreden of in het BUS-
systeem een ringstructuur bestaat, is de inbedrijfstelling van de
installatie niet mogelijk.
Maximale totale lengte van de BUS-verbindingen:
•
100 m met 0,50 mm
2
geleiderdiameter
•
300 m met 1,50 mm
2
geleiderdiameter
▶ Installeer alle laagspanningskabels van netspanning gelei-
dende kabels afzonderlijk (minimale afstand 100 mm) om
inductieve beïnvloeding te vermijden.
▶ Voer bij externe inductieve invloeden (bijvoorbeeld van fo-
tovoltaïsche installaties) de kabel afgeschermd uit (bijvoor-
beeld LiYCY) en aard de afscherming eenzijdig. Sluit de
afscherming niet aan op de aansluitklem voor de randaarde
in de module, maar op de huisaarde, bijvoorbeeld vrije af-
leiderklem of waterleiding.
Gebruik bij verlenging van de sensorkabel de volgende gelei-
derdiameters:
•
Tot 20 m met 0,75 tot 1,50 mm
2
geleiderdiameter
•
20 m tot 100 m met 1,50 mm
2
geleiderdiameter
▶ Installeer de kabel door de al voorgemonteerde tulen en
conform de aansluitschema's.
24
0010024454-001
2
T0
T0
A
B
24
1
A
B