78
| Nederlands
1 609 929 N54 | (6.6.08)
Bosch Power Tools
Stofafzuiging aansluiten (se billede C–E)
Plaats de afzuigaansluiting
7
in de uitsparing van
de voetplaat
9
. Let erop dat de kunststof nok
van de afzuigaansluiting in de daarvoor bestem-
de opening in de behuizing grijpt, zoals in de af-
beelding getoond.
Steek een afzuigslang
20
(toebehoren) afhanke-
lijk van de uitvoering rechtstreeks op de afzuig-
aansluiting
7
of knip het oude eindstuk van de
slang, schroef de afzuigaansluiting
6
(toebeho-
ren) op het einde van de slang en steek deze ver-
volgens rechtstreeks op de afzuigaansluiting
7
.
Verbind de afzuigslang
20
met een stofzuiger
(toebehoren). Een overzicht van aansluitingen
op verschillende stofzuigers vindt u aan het ein-
de van deze gebruiksaanwijzing.
Schakel de spanenblaasvoorziening uit nadat u
de stofafzuiging aangesloten heeft (zie „Spanen-
blaasvoorziening”).
Gebruik voor een optimale afzuiging indien
mogelijk het antisplinterplaatje
21
.
De stofzuiger moet geschikt zijn voor het te
bewerken materiaal.
Gebruik bij het afzuigen van voor de gezondheid
bijzonder gevaarlijk, kankerverwekkend of
droog stof een speciale zuiger.
Antisplinterplaatje (zie afbeelding F)
Het antisplinterplaatje
21
(toebehoren) kan uit-
splinteren van het oppervlak bij het zagen van
hout voorkomen. Het antisplinterplaatje kan al-
leen bij bepaalde zaagbladtypen en alleen bij
een zaaghoek van 0° worden gebruikt. De voet-
plaat
9
mag bij het zagen met het antisplinter-
plaatje niet naar achteren worden verplaatst
voor het zagen tot aan opstaande randen.
Duw het antisplinterplaatje
21
van onderen in
de voetplaat
9
(zoals op de afbeelding getoond
met de inkeping omhoog).
Het antisplinterplaatje
21
kan in twee standen in
de voetplaat worden geplaatst. Tijdens werk-
zaamheden met smalle zaagbladen duwt u deze
in de voorste stand, tijdens werkzaamheden
met brede zaagbladen in de achterste stand in
de voetplaat
9
.
Bij gebruik van de glijvoet
8
wordt het antisplin-
terplaatje
21
niet in de voetplaat
9
, maar in de
glijvoet geplaatst.
Glijvoet
Bij de bewerking van kwetsbare oppervlakken
kunt u de glijvoet
8
op de voetplaat
9
plaatsen,
om krassen op het oppervlak te voorkomen.
Als u de glijvoet wilt aanbrengen, maakt u deze
8
vooraan aan de voetplaat
9
vast, drukt u hem
achteraan omhoog en laat u hem vastklikken.
Gebruik
Functies
f
Trek altijd voor werkzaamheden aan het
elektrische gereedschap de stekker uit het
stopcontact.
Pendelbeweging instellen
Dankzij de in vier standen instelbare pendelbe-
weging kunnen zaagsnelheid, zaagcapaciteit en
zaagbeeld optimaal worden aangepast aan het
te bewerken materiaal.
Met de instelhendel
11
kunt u de pendelbewe-
ging ook terwijl het elektrische gereedschap
loopt instellen.
De optimale pendelbeweging voor de gewenste
toepassing kunt u proefondervindelijk bepalen.
Daarbij gelden de volgende adviezen:
– Hoe fijner en schoner de zaagrand moet wor-
den, hoe kleiner de pedelbeweging moet
worden ingesteld, of deze moet eventueel
helemaal worden uitgeschakeld.
– Schakel bij de bewerking van dunne materia-
len (bijv. metaalplaat) de pendelbeweging uit.
– Werk in harde materialen (bijv. staal) met
een kleine pendelbeweging.
– In zachte materialen en bij het zagen van
hout in de richting van de nerf kunt u met
maximale pendelbeweging werken.
Stand 0
geen pendelbeweging
Stand I
kleine pendelbeweging
Stand II
gemiddelde pendelbeweging
Stand III
grote pendelbeweging
OBJ_BUCH-796-001.book Page 78 Friday, June 6, 2008 12:45 PM