![Bosch GCM 12 JL Professional Скачать руководство пользователя страница 99](http://html.mh-extra.com/html/bosch/gcm-12-jl-professional/gcm-12-jl-professional_original-instructions-manual_49267099.webp)
Nederlands |
99
Bosch Power Tools
1 619 929 L91 | (6.8.12)
Ingebruikneming
f
Let op de netspanning!
De spanning van de stroombron
moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje
van het elektrische gereedschap.
Inschakelen (zie afbeelding M)
– Als u het gereedschap wilt
inschakelen
trekt u de aan/uit-
schakelaar
33
in de richting van de handgreep
4
.
Opmerking:
Om veiligheidsredenen kan de aan-/uitschake-
laar
33
van de machine niet worden vergrendeld, maar moet
deze tijdens het gebruik voortdurend ingedrukt blijven.
Alleen door het indrukken van de hendel
22
kunt u de gereed-
schaparm omlaag bewegen.
– Als u wilt
zagen
, moet u daarom de hendel
22
indrukken
terwijl u de aan/uit-schakelaar
33
bedient.
Uitschakelen
– Als u het gereedschap wilt
uitschakelen
laat u de aan/uit-
schakelaar
33
los.
Als u het elektrische gereedschap niet gebruikt, dient u het uit
te schakelen om energie te sparen.
Aanloopstroombegrenzing
De elektronische aanloopstroombegrenzing begrenst het ver-
mogen bij het inschakelen van het elektrische gereedschap
en maakt het gebruik met een zekering van 16 A mogelijk.
Opmerking:
Als het elektrische gereedschap onmiddellijk na
het inschakelen met volledig toerental loopt, is de aanloop-
stroombegrenzing uitgevallen. Het elektrische gereedschap
moet zo spoedig mogelijk aan de klantenservice worden ver-
zonden. Zie voor adressen „Klantenservice en advies” op
pagina 103.
Tips voor de werkzaamheden
Algemene aanwijzingen voor het zagen
f
Elke keer wanneer u zaagt, moet u eerst controleren
dat het zaagblad op geen enkel moment de aanslagrail,
lijmklemmen of andere gereedschapdelen kan aanra-
ken. Verwijder eventueel gemonteerde hulpgeleiders
of pas deze op de juiste wijze aan.
Bescherm het zaagblad tegen schokken en stoten. Oefen
geen zijwaartse druk op het zaagblad uit.
Bewerk geen kromgetrokken werkstukken. Het werkstuk
moet altijd een rechte rand hebben om tegen de aanslagrail te
leggen.
Ondersteun het vrije einde van een lang werkstuk, bijvoor-
beeld door er iets onder te leggen.
Zaaglijn markeren (zie afbeelding N)
Een laserstraal geeft de zaaglijn van het zaagblad aan. Daar-
door kunt u het werkstuk voor het zagen nauwkeurig positio-
neren zonder de pendelbeschermkap te openen.
– Schakel daarvoor de laserstraal met de schakelaar
31
in.
– Stel uw markering op het werkstuk aan de rechterkant van
de laserlijn af.
Opmerking:
Controleer voor het zagen of de zaaglijn nog cor-
rect wordt aangegeven (zie „Laser instellen”, pagina 101). De
laserstraal kan bijvoorbeeld door de trillingen bij intensief ge-
bruik worden versteld.
Positie van de bediener (zie afbeelding O)
f
Ga niet op één lijn met het zaagblad vóór het elektri-
sche gereedschap staan, maar altijd opzij van het zaag-
blad.
Zo is uw lichaam beschermd tegen een mogelijke te-
rugslag.
– Houd uw handen, vingers en armen uit de buurt van het
ronddraaiende zaagblad.
– Houd uw armen niet gekruist voor de gereedschaparm.
Toegestane werkstukmaten
Maximale
werkstukmaten:
Minimale
werkstukmaten
(= alle werkstukken die met de meegeleverde lijmklem
40
links of rechts van het zaagblad kunnen worden vastgespan-
nen):
128 x 40 mm (lengte x breedte)
Max. zaagdiepte
Werkstuk tegen aanslagrail (0°/0°): 75 mm
Werkstuk tegen afstandsaanslag
(naar voren verplaatst) (0°/0°): 100 mm
Verstekhoek
Hoogte x breedte
[mm]
Horizontaal
Verticaal
Werkstuk tegen
aanslagrail
Werkstuk tegen afstandsaanslag
(naar voren verplaatst)
0°
0°
75 x 200
100 x 150
45°
0°
75 x 141
100 x 100
0°
45°
38 x 200
–
45°
45°
38 x 141
–
OBJ_BUCH-1600-002.book Page 99 Monday, August 6, 2012 3:36 PM