Nederlands |
119
Bosch Power Tools
1 609 92A 285 | (11.11.15)
Tips voor de werkzaamheden
Algemene aanwijzingen voor het zagen
Draai de vastzetknop 15 en de spangreep 17 voor het
zagen altijd stevig vast.
Het zaagblad kan anders in het
werkstuk schuin wegdraaien.
Elke keer wanneer u zaagt, moet u eerst controleren
dat het zaagblad op geen enkel moment de aanslagrail,
lijmklemmen of andere gereedschapdelen kan aanra-
ken. Verwijder eventueel gemonteerde hulpgeleiders
of pas deze op de juiste wijze aan.
Bescherm het zaagblad tegen schokken en stoten. Oefen
geen zijwaartse druk op het zaagblad uit.
Bewerk geen kromgetrokken werkstukken. Het werkstuk
moet altijd een rechte rand hebben om tegen de aanslagrail te
leggen.
Ondersteun het vrije einde van een lang werkstuk, bijvoor-
beeld door er iets onder te leggen.
Zaaglijn markeren (zie afbeelding M)
Twee laserstralen geven de zaagbreedte van het zaagblad
aan. Daardoor kunt u het werkstuk voor het zagen nauwkeurig
positioneren zonder de pendelbeschermkap te openen.
– Schakel de laserstralen met de schakelaar
61
in.
– Stel uw markering op het werkstuk af langs de beide laser-
stralen.
Opmerking:
Controleer vóór het zagen of de zaagbreedte nog
correct wordt aangegeven (zie „Laser instellen”, pagina 121).
De laserstralen kunnen worden versteld, bijvoorbeeld door
de trillingen bij intensief gebruik.
Positie van de bediener (zie afbeelding N)
Ga niet op één lijn met het zaagblad vóór het elektri-
sche gereedschap staan, maar altijd opzij van het zaag-
blad.
Zo is uw lichaam beschermd tegen een mogelijke te-
rugslag.
– Houd uw handen, vingers en armen uit de buurt van het
ronddraaiende zaagblad.
– Houd uw armen niet gekruist voor de glijarm.
Inlegplaten vervangen (zie afbeelding O)
De rode inlegplaten
13
kunnen na langdurig gebruik van het
elektrische gereedschap verslijten.
Vervang defecte inlegplaten.
– Zet het elektrische gereedschap in de werkstand.
– Draai de schroeven
62
met de binnenzeskantsleutel
(4 mm)
20
uit en verwijder de oude inlegplaten.
– Leg de nieuwe rechter inlegplaat in.
– Draai de inlegplaat met de schroeven
62
zo ver mogelijk
naar rechts vast, zodat het zaagblad over de hele lengte
van de mogelijke afkortbeweging niet met de inlegplaat in
aanraking komt.
– Herhaal deze stappen voor de nieuwe linker inlegplaat.
Toegestane werkstukmaten
Maximale
werkstukmaten:
Minimale
werkstukmaten (= alle werkstukken die met de meegeleverde lijmklem
22
links of rechts van het zaagblad kunnen
worden vastgespannen): 160 x 335 mm (lengte x breedte)
Max. zaagdiepte
(0°/0°): 104 mm
Zagen
Zagen zonder afkortbeweging (kappen)
(zie afbeelding P)
– Duw de glijarm
28
volledig naar achteren en borg de glij-
arm in deze stand (zie „Glijarm borgen”, pagina 117).
Controleer of de diepteaanslag
30
volledig naar binnen is
geduwd en de instelschroef
29
bij het bewegen van de glij-
arm door de uitsparing past zonder de diepteaanslag te ra-
ken.
– Span het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.
– Stel de gewenste verstekhoek (horizontaal en/of verticaal)
in.
– Schakel het elektrische gereedschap in.
– Druk de vergrendelingshendel
5
in en beweeg de glijarm
met de handgreep
4
langzaam omlaag.
– Zaag het werkstuk met een gelijkmatige voorwaartse be-
weging door.
– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het
zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.
– Beweeg de glijarm langzaam omhoog.
Zagen met afkortbeweging (zie afbeelding Q)
Houd de handgreep vóór het inschakelen en tijdens de
gehele zaagbewerking goed vast. Voer tijdens het za-
gen een gecontroleerde beweging met de glijarm uit.
Verstekhoek
Hoogte x breedte [mm]
Horizontaal
Verticaal
Werkstuk tegen
aanslagrail
Werkstuk tegen
afstandaanslag (toebehoren)
0°
0°
104 x 335
110 x 240
45°
0°
104 x 240
110 x 110
0°
45° (Links)
50 x 335
50 x 295
0°
45° (Rechts)
40 x 335
40 x 295
45°
45° (Links)
50 x 240
50 x 200
45°
45° (Rechts)
40 x 240
40 x 200
OBJ_BUCH-1360-003.book Page 119 Wednesday, November 11, 2015 2:13 PM