
Nederlands–7
1 609 929 F17 • (04.05) T
Rechte hoek aantekenen
Als rechte hoeken worden aangetekend, moet de la-
serstraal in de verticale stand parallel aan de referen-
tielijn (tegelrand of muur) worden uitgericht. De rechte
hoek wordt aangegeven door de omgekeerde varia-
bele laserstraal.
Verticale lijnen aantekenen
Plaats het apparaat verticaal, bijvoorbeeld voor een
muur, en richt de laserpunt of laserlijn uit op de plaats
waar de verticale lijn moet worden afgebeeld of aange-
tekend. Kies de lijn- of rotatiefunctie en beeld de verti-
cale lijn af of teken deze aan.
Verticaal vlak weergeven
(tussenmuur, voegensnede)
Stel het apparaat in de verticale stand zo op dat de la-
serpunt nauwkeurig op de referentielijn valt, bijvoor-
beeld de tussenmuur. Richt vervolgens de laserstraal
parallel aan de referentiemuur uit. Kies de punt- of ro-
tatiefunctie en teken de straalpunten aan.
Bodempunt op plafond overbrengen
(loodpunt)
Voor het nauwkeurig uitrichten van de loodstraal (laser)
boven het bodempunt bevinden zich loodinkepingen
aan de onderste rand van het huis. Teken daarvoor twee
haakse hulplijnen (draadkruis) door het bodempunt aan
en richt het apparaat met de loodinkepingen uit.
De oorsprong van de laser bevindt zich vlak boven de
horizontale lijn ter hoogte van de verticale statiefaan-
sluiting. Bij gebruik van een statief
27
(toebehoren) kan
een lood aan de bevestigingsschroef van het statief
worden aangebracht. Daarmee kan de laser op een
bodempunt worden uitgericht.
Hellingen aantekenen
Voor het aantekenen van hellingen moet automatisch
waterpassen worden uitgeschakeld met de afstands-
bediening
29
(toebehoren), (zie
Automatisch water-
passen uitschakelen
). Vervolgens kan het apparaat in
een willekeurige schuine stand worden geplaatst.
Als u een schuine lijn wilt aantekenen, bijvoorbeeld op
een muur, dient u de laserstraal parallel aan de ge-
wenste schuinte af te stellen door aan één zijde iets
onder het apparaat te leggen of door instelling van het
statief
27
(toebehoren).
Binnen het zelfwaterpasbereik van 8 % kunt u de hel-
ling ook met de afstandsbediening
29
(toebehoren) in-
stellen.
Kies voor het aantekenen van hellingen in slechts één
asrichting (bijvoorbeeld een aflopende vloer) het meten
van hellingen met één as (zie
Hellingen meten met één
as
). Richt in dit geval het apparaat met de Y-as parallel
aan de aflooprichting uit.
1x/1 s Knipperfrequentie
(bijvoorbeeld eenmaal per seconde)
❍
Functie gestopt
●
Continufunctie
* Bij lijn- en rotatiefunctie
D
E
F
G
H
Overzicht van de indicaties van het apparaat
Laserstraal
Rotatie
van de laser*
Waarschu-
wingssignaal
Apparaat inschakelen
●
(duur 3 s)
●
(duur 3 s)
●
(duur 3 s)
Waterpassen vooraf of achteraf
1x/s
❍
1x/s
Zelfwaterpasbereik overschreden
❍
❍
1x/s 1x/s
1x/s
Apparaat vooraf waterpas en gereed voor gebruik
●
●
Trapbeveiliging ingeschakeld
1x/4 s
Trapbeveiliging geactiveerd
❍
❍
8x/s
2x/s
Automatisch waterpassen uitgeschakeld
1x/s
Hellingen meten met één as geactiveerd
1x/s
1x/s
Batterijspanning gering
1x/2 s
Batterij leeg
●
bl130i_bu_1609929F17_t.fm Seite 7 Montag, 21. April 2008 4:22 16