35
NIVELLERING.-
Controleer, wanneer u de eenheid op
zijn definitieve plaats heeft geplaatst,
of deze stevig op de grond staat en of
deze waterpas staat. Dit kunt u
regelen door de nivelleringspootjes
(37) meer of minder uit te schroeven,
zoals wordt getoond in Fig.8.
VERPLAATSING EN OPBERGEN.-
Dit apparaat is uitgerust met wieltjes
(58) Fig.9, wat het verplaatsen
vergemakkelijkt. De twee wieltjes
bevinden zich aan de voorkant van het
apparaat en vergemakkelijken het u het
apparaat te verplaatsen en op de
uitgekozen plaats te plaatsen door de
voorkant iets te laten overhellen en te
duwen, zoals wordt getoond in Fig.9.
Berg het apparaat op een droge plaats
op,
waar
zo
min
mogelijk
temperatuursschommelingen
plaats
vinden.
ONDERHOUD VAN HET
TOESTEL.-
Maak na elke sessie het stuur en het
zadel een desinfecterende spray
schoon, veeg ook zweet dat eventueel
op het frame zit schoon. Strijk het
vliegwiel elke keer, of ten minste een
maand, met een rust-remmer.
Breng de olie in het contactvlak van
het vliegwiel met rem aan lawaai te
voorkomen. Fig.11.
ONDERHOUD NA ELKE 100
GEBRUIKSUREN.-
1. PEDALEN VASTDRAAIEN.
Hoewel
de
pedalen
al
zijn
gemonteerd, geven we toch nog even
mee dat de rechterpedaal (met een R
aangegeven) wordt gemonteerd door
in de zin van de wijzers van de klok te
draaien, de linkerpedaal (met een L
aangegeven) wordt in tegengestelde
richting vastgedraaid.
Onderhoud:
-Reviseer de spanning van de pedaal
en de beugel door de regelschroef af te
stellen met een Allen-sleutel van 3 mm.
-Breng
wat
smeerolie
op
het
aanhechtingspunt van de beugel met
de pedaal aan.
2. REVISIE VAN DE SPANKNOPPEN.
De 3 spanknoppen op het toestel
dienen te worden losgedraaid en mete
en smeerspray worden bespoten
zodat ze niet vast komen te zitten.
ONDERHOUD NA ELKE 200
GEBRUIKSUREN.-
1. DE RIEM CONTROLEREN &
AANPASSEN.
- Controleer of de riem goed gespannen
is. Als de riem verschuift, is het
noodzakelijk hem aan te halen.
- Draai de kleine moeren met een
sleutel vast. Let er daarbij op dat de
moer aan beide kanten van het toestel
evenveel omwentelingen maakt (over
het algemeen zijn 2 omwentelingen
voldoende), anders zou het tandwiel
een beetje schuin komen te zitten
waardoor het toestel meer lawaai maakt
en waardoor de riem ervan zou kunnen
draaien.
- Verwijder de zijkappen (53) en maak
de moeren los, maximaal twee slagen,
Fig
.
10.
- Maak de moeren opnieuw vast en
zet de zijkappen (53) terug op hun
plaats.
- In het geval dat de spanning van het
toestel is veranderd, spant u de rem
opnieuw aan.
Содержание H9132
Страница 2: ...2 Fig 1 Fig 2 Fig 3 ...
Страница 3: ...3 Fig 4 Fig 5 Fig 6 Fig 7 ...
Страница 4: ...4 Fig 8 Fig 9 Fig 10 Fig 11 ...
Страница 37: ...37 H9132 ...