Handleiding
4
Nederlands
WERKING
- Algemeen
Het apparaat is alleen bedoeld voor
huishoudelijke doeleinden,
niet voor professioneel gebruik.
1. Indicatielampje aan/uit
2. Thermostaatknop
3. Zwenkfunctieknop
4. Functieknop
5. Handvat
6. Behuizing
7. Rooster luchtuitvoer
8. Verwarmingselement
9. Kachelvoet
10. Omvalbeveiliging
11. Stekker met snoer
Figuur 1
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
Haal de ventilatorkachel uit de verpakking en verwijder alle verpakkingsonderdelen.
GEBRUIK
1. Plaats de ventilatorkachel op een stabiele ondergrond en zorg ervoor dat de roosters voor de
luchttoevoer en -uitvoer vrij zijn.
Onder de kachelvoet (9) zit een omvalbeveiliging (10). Als de kachelvoet niet goed op de ondergrond
wordt geplaatst, zal de omvalbeveiliging de kachel uitschakelen.
2. Steek de stekker (11) in het stopcontact. Het indicatielampje (1) aan/uit gaat nu branden.
3. Kies met de functieknop (4) een van de volgende standen:
4. Draai de thermostaatknop (2) naar rechts. Het apparaat wordt ingeschakeld als u een klik hoort. Door
de thermostaatknop verder naar rechts te draaien, stelt u de gewenste temperatuur in.
Om de ideale thermostaatinstelling te vinden, draait u de thermostaatknop helemaal naar de plus.
Wanneer de ruimte op temperatuur is, draait u de knop weer langzaam richting de min (-), totdat u een
klik hoort. Het apparaat slaat nu af. De temperatuurcontrole zorgt ervoor dat de ingestelde temperatuur
gehandhaafd blijft.
5. Druk de zwenkfunctieknop (3) in “I”, als u wilt dat de (warme) lucht door de gehele ruimte wordt
verspreid. De kachel gaat nu heen en weer zwenken.
Zorg ervoor dat het apparaat nooit is afgedekt.
10
5
11
1 4
8
2
7
6
9
3
0
Uit
Koude lucht
I
Warme lucht
(1000Watt)
II
Hete lucht (2000Watt)