11/ 2008
BENNING MM 7
79
Meetbereik Resolutie
Nauwkeurigheid v.d.
meting bij 5 V
eff
max.
Minimale ingangs-
frequentie
Minimale
gevoeligheid
4 kHz
1 Hz
± (0,01 % meet 1 digit)
20 Hz
100 mV
eff
40 kHz
10 Hz
± (0,01 % meet 1 digit)
200 Hz
100 mV
eff
400 kHz
100 Hz
± (0,01 % meet 1 digit)
2 kHz
100 mV
eff
4 MHz
1 kHz
± (0,01 % meet 1 digit)
20 kHz
250 mV
eff
40 MHz
10 kHz
± (0,01 % meet 1 digit)
200 kHz
1 V
eff
7.9 Temperatuurbereik °C
Met temperatuursensor type K en sensoradapter.
Meetbereik
Nauwkeurigheid v.d. meting
Beveiliging tegen overbelasting
- 20 °C tot ca. 0 °C
± (2 % meet 4 °C)
600 V
eff
1 °C tot ca. 100 °C
± (1 % meet 3 °C)
600 V
eff
101 °C tot ca. 500 °C
± (2 % meet 3 °C)
600 V
eff
501 °C tot ca. 800 °C
± (3 % meet 2 °C)
600 V
eff
7.10 Temperatuurbereik °F
Met temperatuursensor type K en sensoradapter
Meetbereik
Nauwkeurigheid v.d. meting
Beveiliging tegen overbelasting
- 4 °F tot ca. 32 °F
± (2 % meet 8 °F)
600 V
eff
33 °F tot ca. 212 °F
± (1 % meet 6 °F)
600 V
eff
213 °F tot ca. 932 °F
± (2% meet 6 °F)
600 V
eff
501 °C tot ca. 800 °C
± (3 % meet 2 °C)
600 V
eff
7.11 Peak Hold
DC/ AC V Meetbereik
Nauwkeurigheid v. d. meting
400 mV
niet gespecificeerd
4 V
± (1,5 % meet 300 digits)
40 V
± (1,5 % meet 60 digits)
400 V
± (1,5 % meet 60 digits)
1000 V/ 750 V
± (1,5 % meet 60 digits)
DC/ AC A Meetbereik
Nauwkeurigheid v. d. meting
40 mA
± (3,0 % meet 60 digits)
400 mA
± (3,0 % meet 60 digits)
10 A
± (1,5 % meet 60 digits)
8. Meten met de BENNING MM 7
8.1 Voorbereiden van metingen.
- Gebruik en bewaar de BENNING MM 7 uitsluitend bij de aangegeven werk-
en opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
- Controleer de gegevens op de veiligheidsmeetsnoeren ten aanzien van
nominale spanning en stroom. Origineel met de BENNING MM 7 mee ge le-
verde snoersets voldoen aan de te stellen eisen.
- Controleer de isolatie van de veiligheidsmeetsnoeren. Beschadigde meet-
snoeren direct verwijderen.
- Veiligheidsmeetsnoeren testen op correcte doorgang. Indien de ader in het
snoer onderbroken is, het meetsnoer direct verwijderen.
- Voor dat met de draaischakelaar
een andere functie gekozen wordt,
dienen de meetsnoeren van het meetpunt te worden afgenomen.
- Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING MM 7 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
8.2 Spannings- en stroommeting
Let op de maximale spanning t.o.v. aarde.
Gevaarlijke spanning!
De hoogste spanning die aan de contactbussen
- COM-bus